Opvolging problematisch in Belgische tuinbouwbedrijven

Volgens de 15 mei-telling van 1999 telde ons land 11.224 bedrijven die tuinbouwgewassen telen. 7.936 hiervan zijn zodanig gespecialiseerd dat zij voldoen aan de definitie van tuinbouwbedrijven. Dat zijn er een kwart minder dan de 10.349 die ons land in 1990 telde. De daling van het afgelopen decennium situeert zich vooral bij de kleinere bedrijven (-40 procent). Opmerkelijk is ook dat het aantal bedrijven met groenten in open grond en "met overige blijvende teelten" (vooral druiventeelt) in die periode halveerde.

De schatting over het aantal bedrijven dat zal verdwijnen, is gebaseerd op de vaststelling dat 19 procent van bedrijfsleiders 60 jaar of ouder is en slechts 18 procent hiervan over een opvolger van minstens 14 jaar beschikt. 66 procent weet nu al zeker geen opvolger te hebben, 16 procent is onzeker. Ook op langere termijn is de situatie niet rooskleurig. Van de bedrijfsleiders van 50 en ouder (45 procent) beschikt slechts 19 procent over een opvolger. Het probleem stelt zich meer in kleinere (66 procent ouder dan 50 waarvan 8 procent met opvolger) dan in grotere bedrijven (37 en 27 procent).

Lit. Dirk Van Lierde en Nicole Taragola, Structuur van de Belgische tuinbouwbedrijven in 1999, Centrum voor Landbouweconomie, 215 blz.