Oost-Vlaanderen vraagt meer steun voor grenscontroles

De burgemeesters van de grensgemeenten beweren over te weinig middelen te beschikken om de controles correct uit te voeren. Ze hebben ook vragen over de manier waarop de controles precies moeten gebeuren. Ze vragen in eerste instantie meer hulp van de federale politie.

De grenscontroles kaderen in de veiligheidsmaatregelen om uitbreiding van mond- en klauwzeer (MKZ) vanuit Nederland naar België te vermijden. Vorige week stelde het ministerie van Binnenlandse Zaken reeds dat de betrokken gemeenten de controles met eigen politiemensen moesten gebeuren. Volgens het ministerie zullen de controles zeker tot vier weken na het laatste MKZ-geval in Nederland gehandhaafd blijven. Er kan ook geen hulp komen van leger, brandweer of civiele bescherming.

Sinds vorige week is de Belgisch-Nederlandse grens hermetisch afgesloten. In Oost-Vlaanderen zijn 90 procent van de grensovergangen afgesloten met containers, big bags, of zwaar materieel. Een tiental overgangen blijft open, maar wordt streng gecontroleerd.

"De eenvormigheid is nu volledig zoek", zegt burgemeester Philippe De Coninck van Assenede. "In sommige gemeenten wordt zelfs de kofferinhoud van auto's gecontroleerd, in andere gemeenten beperkt men zich tot nazicht van dierenvervoer".

Volgens de burgemeester van Assenede belangen de controles heel België aan: "De controles en blokkades dienen toch om heel België te beveiligen tegen MKZ. Waarom zouden enkel de grensgemeenten hiervoor moeten opdraaien? Een andere optie is dat er een samenwerking komt met de Nederlandse politie."