Onderzoek: Kruidenrijk grasland "doet niet onder" voor grasklaver

nieuws

De afgelopen natte maanden zouden het bijna doen vergeten, maar droogte blijft een reëel probleem in de landbouw. Dieren kunnen niet leven van dorre weides, en dus doet proefboerderij Hooibeekhoeve onderzoek naar de klimaatrobuustheid van kruidenrijk grasland. De resultaten tonen dat zulke graslanden niet moeten onderdoen voor de gangbare grasklavervelden.

23 mei 2024 Ruben De Keyzer
Lees meer over:
Grasklaver Stefaan (2)

Hoewel gras op zich vrij klimaatrobuust is, is er zeker wat betreft maaigras ruimte voor verbetering. Deze mengsels bestaan vaak hoofdzakelijk uit Engels raaigras, een soort die ondiep wortelt en veel water en nutriënten nodig heeft. Het onderzoek, dat deel uit maakt van het Europese Aclima-project, experimenteerde met verschillende, alternatieve mengsels.

Klimaatrobuustheid

Klimaatrobuustheid omvat alle vormen van extreem weer, gaande van droogtes tot overstromingen. Naast de klimaatrobuustheid werden deze mengsels ook beoordeeld volgens andere factoren, zoals de mineraalwaarden, de gezondheidseffecten (bv. het anti-wormeffect van chicorei) en de stikstofefficiëntie. Nog een niet te onderschatten factor is het beperken van ‘enterische emissies’. Een dure term die erop neerkomt dat het mengsel de koe niet te winderig mag maken, want dat zorgt voor een uitstoot van methaan. Winderigheid beperken kan door het gebruik van bijvoorbeeld smalle weegbree.

Begin oktober 2020 werden tien commerciële mengsels uitgezaaid die naar voren geschoven kunnen worden als droogtetolerante of klimaatrobuuste maaimengsels. Hun precieze samenstelling valt te lezen op de grafiek hieronder.

samenstelling grasmengsels

Moeilijkheden

De proef werd in drie herhalingen uitgezaaid op een droog zandperceel in Retie met een tamelijk laag koolstofgehalte. Tijdens de winterperiode 2020-2021 was er een matige ontwikkeling. Zeker naar het einde van de winter toe leed het jonge gras sterk onder de natte omstandigheden. Er volgde een nat voorjaar waarin geen geschikte droge periode gevonden kon worden om tijdig de eerste snede te maaien.

Het werd een zware eerste snede waarbij het gras sterk de bovenhand nam tegenover de kruidenmengsels. Ook de rest van het seizoen 2021 kreeg te lijden onder veel neerslag met slechts drie snedes tot gevolg. Het tweede groeiseizoen werd gekenmerkt door droogte tijdens het voorjaar en de zomer  gevolgd door een uitzonderlijk zacht najaar. Er werden vier snedes gemaaid in 2022. In seizoen 2023 werden vijf snedes genomen.

De bemesting was voor de ganse proef gelijk en er werd gestreefd naar maximale bemesting uit (bedrijfseigen) dierlijke mest van de Hooibeekhoeve. Gezien er zeer weinig ervaring is met productieve graskruidenmengsel onder maaibeheer, maar ook omdat landbouwers niet snel het beheer volledig zullen omgooien is een beheer vergelijkbaar met grasklaver toegepast.

Seizoen maakt verschil

In de grafiek hieronder wordt het verloop van deze mengsels aangegeven. We zien een laag aandeel klaver en kruiden, zeker vroeg op het jaar. Enkel het eerste jaar overschreed het klaver- en kruidenaandeel de 20 procent op het einde van het seizoen. Globaal stellen we eerder een aandeel klaver plus kruiden van 10 à 15 procent vast. Zowel het klaver- als kruidenaandeel stijgen naarmate het seizoen vordert. Na de extreme droogte en hitte in 2022 zien we dat de klaver sterk uit de graskruidenmengsels verdwenen is tussen juli en oktober, ten voordele van het aandeel kruiden.

grafiek verloop grasmengsels

Niet enkel de hitte, maar ook de bemesting hebben mogelijks het kruidenaandeel negatief beïnvloed. Er wordt namelijk aangeraden om graskruiden enkel te bemesten met dierlijke mest, en geen kunstmeststikstof. Toch bleek in een proef met nulbemesting in de regio, ook eind 2022 de rode klaver verdwenen. Verder is de maaihoogte een aandachtspunt, deze moet hoog genoeg zijn: zeven à negen centimeter.

Opbrengst

De opbrengstresultaten verdienen enige nuance. Het eerste jaar na zaai kende twee zware eerste snedes. Tijdens het tweede groeiseizoen stonden de opbrengsten zeer sterk onder druk door de droogte. Daarbij was er ook een grote variatie tussen de diverse velden. Enkele veldjes hadden naar het einde van de proef een zeer open zode met onkruid als gevolg van onder andere mollen. Ook het mengsel met een groot aandeel luzerne had problemen, aangezien de luzerne tijdens het eerste seizoen niet is opgekomen of verdwenen tijdens het natte voorjaar. Tot slot zijn er ook geen cijfers beschikbaar van de derde snede in 2022.

grasmengselsfunctie

Desalniettemin kunnen de onderzoekers voorzichtig besluiten dat de graskruidenmengsels met meerdere gras- en kruidensoorten (Com kl kr) niet moeten onderdoen (3% meer opbrengst) voor de referentie grasklavermengsels (ER kl). De mindere opbrengsten voor de grasklavermengsels met toevoeging van enkel cichorei en smalle weegbree (Er kl kr) vallen eerder tegen, maar de onderzoekers vermoeden dat dit komt door het openkomen van de zode, waardoor het veld geteisterd werd door onkruid.

Ook qua voederwaarde moeten complexe mengsels met kruiden nauwelijks onderdoen qua voederwaarde.

Conclusie

De onderzoekers besluiten dat het niet eenvoudig is om één lijn te trekken in de resultaten door de vele variabelen zoals slecht weer of mollen, maar er wordt gesteld dat graskruidenmengsels niet moeten onderdoen voor grasklaver, noch qua opbrengst of voederwaarde. Vooral in een droog jaar als 2022 nemen de kruiden zichtbaar hun functie op in de mengsels. Dat maakt de graskruidenmengsels klimaatrobuust wat hun opbrengst ten goede komt na periodes van droogte. Ook de gehaltes aan sporenelementen zijn hoger, ondanks de lage aandelen aan kruiden. Hoe de soortensamenstelling kan gestuurd worden door maaibeheer en bemesting vraagt nog meer onderzoek en ervaring in de praktijk.

Ook de grasklavermengsels met rietzwenkgras of festulolium zorgen voor opbrengstzekerheid en verzekeren via hoge opbrengsten tijdens het begin van het groeiseizoen de opbrengst. De luzerne in deze mengsels heeft zich door een nat voorjaar na de zaai niet kunnen vestigen.

Landbouwers die een zekere opbrengst willen zonder hun grasland te irrigeren, worden dus aangeraden om productieve graskruidenmengsels of ten minste inmenging van andere grassoorten zoals rietzwenkgras, festulolium, kropaar en klavers en/of luzerne te voorzien. Gezien de klimaatverandering ook langdurige natte periodes met zich meebrengt is een goede waterhuishouding vaak een knelpunt om alle gezaaide soorten zoals bijvoorbeeld luzerne te laten vestigen.

Bio-akkerbouwer: “Nieuwe ecoregelingen zijn een erkenning voor onze bedrijfsvoering”
Uitgelicht
Met het nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) dat dit jaar van kracht werd, zetten de Europese Unie en de Vlaamse overheid in op een verduurzaming van de landbouw. Met...
8 november 2023 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek