OESO: “Dringende maatregelen nodig tegen overbevissing”
Er zijn dringende maatregelen nodig om de overbevissing terug te dringen, het visserijbeheer te verbeteren en de steun aan de visserijsector te hervormen. Daarvoor waarschuwt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in een recent rapport. “Als er geen geld naar het verduurzamen van de visserij gaat, en illegale visserij niet wordt tegengaan, haalt de wereld een belangrijke doelstelling van de Verenigde Naties niet.”
Die VN-doelstelling gaat over het behoud en het duurzaam gebruik van de oceanen. Het rapport van de OESO toont dat minstens een kwart van de wereldwijde viswateren wordt overbevist. Een derde van de visactiviteiten wordt niet goed gecontroleerd. Volgens de organisatie is het huidige visserijbeleid deels het probleem.
De 39 landen die geëvalueerd werden in het rapport, spendeerden naar eigen zeggen jaarlijks 9,4 miljard dollar aan de visserij tussen 2016 en 2018. Meer dan een derde van die steun gaat naar het verlagen van de kosten voor brandstof, vaartuigen en visbenodigdheden, wat overbevissing in de hand werkt. “Regeringen moeten stoppen met schadelijke subsidies voor de visserij, en vissers juist steunen om hun bedrijven effectiever en duurzamer te runnen”, reageert Angel Gurría, secretaris-generaal van de OESO.
Het verslag bevat ook de meest recente informatie over illegale, niet-gereglementeerde en niet-gemelde visserij. Hoewel de afgelopen vijftien jaar aanzienlijke vooruitgang is geboekt bij de bestrijding van deze soorten visserij, moet er meer worden gedaan om de transparantie van de registratie- en machtigingsprocedures voor vaartuigen te verbeteren. “De mazen in de regelgeving moeten aangepakt worden en er moet geïnvesteerd worden in voldoende capaciteit voor het toezicht om zo illegale visserij uit te bannen”, aldus de OESO.
Volgens het rapport is een doeltreffend beheer van de visbestanden van cruciaal belang voor de economische, sociale en ecologische duurzaamheid van de sector. “Toch blijft het beleid in veel landen achter”, klinkt het. “Slechts ongeveer twee derde van de beheermechanismen controleert rechtstreeks de gemelde vangsten en aanlandingen, en slechts ongeveer een derde van de landen en economieën maakt gebruik van totaal toegestane vangstbeperkingen in alle beheerprocessen waarover zij verslag uitbrengen.”
De OESO hamert vooral op de manier waarop de steun wordt verleend. “De COVID-19-pandemie blijft een belangrijke bron van ontwrichting en onzekerheid in de hele sector en de regeringen moeten de visserij blijven steunen”, reageert Angel Gurría. “Uit onze evaluatie blijkt dat de steun het doeltreffendst is - en het meest bevorderlijk voor een duurzame visserij - wanneer deze beperkt is in de tijd, doelgericht is en in overeenstemming is met de duurzaamheidsdoelstellingen voor de langere termijn.”
Bron: Belga / eigen verslaggeving
