Nieuw rapport beschuldigt België van lakse omgang met bestrijdingsmiddelen
28 maart 2023De federale administratie in ons land bezondigt zich aan praktijken die onverenigbaar zijn met de Europese verordening over pesticiden en ingaan tegen het regeerakkoord. Dat zeggen de ngo's Pesticide Action Network (PAN) Europe en de Nature&Progrès België in hun rapport "Belgium, the kingdom of pesticides". Sectorfederatie Belplant spreekt dat tegen.
Geen zoektocht naar veiligere alternatieven
België is een slechte leerling, zo stelt het rapport. Een derde van de toelatingen worden verleend voor gewasbeschermingsmiddelen die zijn ingedeeld zijn als kankerverwekkend, giftig voor de voortplanting, schadelijk voor baby's die borstvoeding krijgen en/of giftig voor bepaalde organen na herhaalde of langdurige blootstelling. Daarnaast wordt 26 procent van de vergunningen voor bestrijdingsmiddelen in België verleend aan producten die als kankerverwekkend en/of giftig voor de voortplanting zijn ingedeeld. Het gaat om meer dan 400 vergunningen. Ook is een kwart van de in België toegelaten gewasbeschermingsmiddelen zeer giftig en moeten ze door een veiliger alternatief worden vervangen, aldus het rapport.
“De Belgische administratie laat agrochemische bedrijven toe om deze toxische producten te blijven verkopen zonder op zoek te gaan naar veiligere alternatieven”, luidt het. "Met dit systeem hebben boeren weinig speelruimte omdat de federale overheid hen geen toegang geeft tot effectieve en veilige alternatieven, niet alleen voor hun productie maar ook voor hun gezondheid", zegt Julie Van Damme, secretaris-generaal van Nature&Progrès België.
Uitgelicht
Milieuverenigingen stellen België in gebreke over toelating gewasbescherming
nieuwsNoodmaatregel als norm
De Europese Unie laat de lidstaten toe om onder bepaalde voorwaarden en voor een periode van 120 dagen een pesticide als noodmaatregel toe te laten. De FOD Volksgezondheid maakt echter, volgens het rapport, regelmatig gebruik van deze afwijkende noodprocedure wanneer er alternatieven bestaan. Daardoor geeft ze landbouwers een verkeerd signaal, meent Nature&Progrès België.
"De administratie aanvaardt de door de aanvragers van een vrijstelling voorgelegde argumenten zonder cijfermateriaal of resultaten van veldstudies op te eisen om deze argumenten te ondersteunen", zegt Martin Dermine, uitvoerend directeur van PAN Europe. "Het volstaat blijkbaar om de sleutelwoorden 'onrendabel', 'niet winstgevend' of 'resistentie' te vermelden om de vrijstelling toe te staan."
Veilig, selectief en korte levensduur
Belplant, de federatie van de gewasbeschermingsmiddelenindustrie, spreekt dat tegen. “Gewasbeschermingsmiddelen behoren tot de meest onderzochte stoffen en producten op de markt. Zij worden uitgebreid getest en streng geëvalueerd door experts binnen Europese en nationale beoordelingsinstanties op effecten voor mens, dier en milieu.”
“Drie eigenschappen worden voor ogen gehouden bij het ontwerpen van de middelen”, legt Sigrid Maebe van Belplant uit. Het gaat om veilig zijn, dus niet schadelijk voor mensen die ermee in contact komen gedurende het hele teeltproces of het consumeren van voedsel. Ten tweede moeten ze selectief zijn, dus alleen doeltreffend tegen de ziekten, insecten en onkruiden waartegen ze gericht zijn. En tot slot moeten ze een korte levensduur hebben, wat betekent zij gemakkelijk afgebroken worden in onschadelijke bestanddelen zonder schadelijke gevolgen voor het milieu, nadat zij het gewenste effect hebben teweeggebracht.
Voortschrijdend wetenschappelijk inzicht
“Bovendien is onze sector voortdurend op zoek naar nieuwe innovatieve producten en technieken om plagen, ziekten en onkruid op een betere en duurzame manier te bestrijden. Het is wel zo dat deze innovatie traag gaat omdat de eisen zeer hoog liggen. Het toelatingsproces van gewasbeschermingsmiddelen is een zeer streng, langdurig proces en toelating moet op regelmatige basis opnieuw aangevraagd waarbij de producten worden beoordeeld op voortschrijdend wetenschappelijk inzicht”, klinkt het. Volgens Belplant helpen ook precisielandbouw, monitoring en nieuwe veredelingstechnieken om gewasbescherming steeds efficiënter en duurzamer te maken.
Gevaar versus risico
Stoffen kunnen ook aangeduid worden als ‘candidates for substitution’. “Dat zijn stoffen die door een veiliger alternatief moeten vervangen worden. “Ze zijn dus nog wel toegelaten en dus voldoen ze aan alle eisen om op de markt in Europa te worden geplaatst”, vertelt Maebe. “De intrinsieke eigenschappen (“gevaarlijk”) maken dat ze op de lijst van substitutie staan. Maar deze producten hebben een grondige evaluatie ondergaan en de overheid heeft besloten dat er geen onaanvaardbaar risico is voor mens en milieu.” Maebe duidt het verschil tussen “gevaar” en “risico”. “Vergelijk het met een leeuw. Dat is een gevaarlijk dier, maar als hij in een kooi zit, is het risico op problemen zeer beperkt.”
Wanneer een volwaardig alternatief gevonden is voor deze stoffen, kunnen ze vervangen worden door een andere stof. Belplant geeft het voorbeeld van koper. “Dat wordt gebruikt in de biologische landbouw en is nu geklasseerd als ‘candidate for substition’ (cfs), maar er bestaat nog geen alternatief dat niet aan de cfs-criteria voldoet. Er is dus nog geen vervanger gevonden. De problemen bestaan dus zowel in conventionele als biologische landbouw”, klinkt het.
Belplant benadrukt dat de gewasbeschermingsindustrie in België een zeer streng gereglementeerde en gecontroleerde sector. “De voedselkwaliteit binnen Europa kan dankzij de vakbekwaamheid van duizenden landbouwers, en het toezicht van diverse Europese en Belgische instanties, tot de beste en meest veilige van de wereld beschouwd worden”, besluit de organisatie.
Bron: Belga / eigen berichtgeving