Koeientoilet officieel erkend in Nederland: kan stikstofuitstoot tot helft reduceren
nieuwsIn Nederland is het CowToilet van Hanskamp opgenomen op de officiële lijst van emissiearme technieken. Deze techniek vangt urine van melkvee op en heeft een reductiepotentieel van 53 procent. De opgevangen urine kan in de toekomst mogelijk ook dienen als kunstmestvervanger. "We zijn alvast begonnen met de voorbereiding voor een Vlaamse erkenning", klinkt het.
Emissies voorkomen bij de bron
Het CowToilet is een slimme, hangende module die automatisch wordt geactiveerd wanneer melkkoeien in het voederstation krachtvoer komen eten. De module stimuleert urineren door de uier van de koe zachtjes te masseren. Zo wordt de urine apart opgevangen en vermijdt men vermenging met dikke fractie, wat normaal leidt tot ammoniakvorming. “Het CowToilet voorkomt emissie nog vóór die ontstaat”, aldus ontwikkelaar Hanskamp.
De techniek kreeg in Nederland een officiële emissiefactor toegekend van zes kilogram ammoniak per dierplaats per jaar. “Een traditionele stal met roostervloer en zonder emissiearm systeem heeft hier een ammoniakemissiefactor van 13 kilo ammoniak per dierplaats per jaar”, aldus Hanskamp. “Dit komt neer op een reductie van 53,85 procent.”
Koeienurine als kunstmestvervanger
Naast de emissiereductie wordt in een publiek-private pilot onderzocht of de opgevangen koeienurine ook kan dienen als vervanger voor kunstmest. Als dit onderzoek positief uitvalt en de toepassing wordt Europees gereguleerd, kan dit niet alleen de stikstofuitstoot verder beperken, maar ook de mestafvoerkosten voor melkveehouders verlagen en de kringlooplandbouw versterken.
Interesse vanuit Vlaanderen
Ook in Vlaanderen is interesse voor het koeientoilet. "We zijn alvast begonnen met de voorbereidingen in de hoop dat het ook bij jullie snel erkend wordt”, klinkt het.
Dankzij een ‘fastlane’-procedure voor in Nederland erkende systemen kunnen deze sneller worden aangemeld bij het Vlaamse Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt (WeComV). De meetprotocollen uit Nederland worden hierbij als gelijkwaardig beschouwd. Wel bepaalt het Vlaamse comité zelfstandig de reductiepercentages die aan de technieken worden toegekend.
