Natuurrapport 2001 wil nog strenger landbouwbeleid

De totale oppervlakte beschermde natuur mag dan wel toenemen, de algemene kwaliteit van het milieu in Vlaanderen blijft zorgwekkend. Tot dat besluit komen de auteurs van het Natuurrapport 2001. De overheid moet met een krachtdadiger aanpak, bijvoorbeeld inzake het mestbeleid, proberen de trend te keren en de druk op het milieu te verlichten. Ook moet dringend de verdere versnippering van de natuur gecounterd worden.

Eerst het goede nieuws: er wordt steeds meer natuur afgebakend, vooral onder druk van Europa. Het areaal waardevolle habitats, bossen, natuurreservaten neemt jaar na jaar toe. Maar nog te traag. Positief is ook dat sommige zoogdieren (vos, das) en vissoorten meer en meer opduiken in de Vlaamse wateren en landschappen.

In gebieden waar de natuur moet opboksen tegen andere activiteiten(grondwaterwinning, verstevigen van oevers, het inpalmen van historische graslanden) houdt ze zich met moeite stand, waarschuwt het lijvige rapport. Duidelijk slecht nieuws is de vaststelling dat eenderde van alle 40.000 planten- en diersoorten in Vlaanderen bedreigd of uitgestorven is. Hun leefgebieden konden de zware milieudruk niet meer aan. Die milieudruk is vooral een gevolg van overbemesting door de landbouw (waardoor de waterlopen het hard te verduren krijgen), milieuverontreiniging door giftige stoffen en de versnippering (door de blijvende toename van bebouwing en transportaders worden de overblijvende fragmenten natuur steeds kleiner).

Op het beleidsvlak is de voorbije jaren zichtbaar vooruitgang geboekt. Maar een betere samenwerking tussen verschillende domeinen (milieu, landbouw, ruimtelijke ordening) is meer dan wenselijk. Dat geldt ook voor de nood aan een goede communicatie om het draagvlak voor natuur te versterken. Vooral doelgroepen met grote impact op natuur verdienen meer aandacht, zeggen de auteurs van het rapport dat de toestand van Vlaanderen in kaart brengt.