Monsanto "begrijpt" wantrouwen tegenover GGO

"Dat de biotechnologische landbouw wereldwijd terugloopt, is onwaar. Vorig jaar vergrootte het areaal ingezaaid met genetisch gewijzigde zaden (GGO-zaden) met 15 procent in de VS. Dit jaar gaat de groei onverminderd door. Ook Brazilië opent vanaf september zijn grenzen voor GGO-zaden. Enkel Europa ligt dwars. Daar hebben we alle begrip voor", predikt Hendrik Verfaillie, gedelegeerd bestuurder van Monsanto, die op doorreis is in Brussel.

Het geloof van Monsanto in de verdere opmars van de biotechnologie wereldwijd, lijkt ondanks alle protesten in Europa en van milieu-organisaties zoals Greenpeace onaangetast. Voor grote teelten als katoen, soja of koolzaad komt ruim 70 procent van de wereldproductie van GGO-velden. Voor maïs ligt die penetratie in de VS al tussen 30 en 40 procent en elk jaar groeit het areaal.

"Brazilië bood lang weerstand, maar dat land wil ook de biotechtrein niet missen en laat vanaf dit jaar GGO-zaden toe. Nu al wordt 20 procent van het Braziliaans landbouwareaal met GGO-zaden ingezaaid, gesmokkeld vanuit landen als Argentinië", beweert Verfaillie. In enkele landen, waaronder Indonesië, India en Mexico, worden massaal proefvelden aangelegd.

Enkel in Europa laait het protest hoog op en daar heeft Verfaillie door de recente perikelen met dioxinen en BSE alle begrip voor. "Monsanto heeft geduld. Die tijd kunnen we ook gebruiken om het vertrouwen te winnen van de Europese verbruiker", stelt hij. "Dat voedsel met GGO's veilig is, wordt steeds duidelijker", vindt Verfaillie. In de voorbije vijf jaar deed zich in de VS niet één geval van allergie door GGO's in voedsel voor, zegt hij. Dat GGO's allergieën veroorzaken, was één van de belangrijkste verwijten van de milieubeweging aan de GGO-sector.

Het verwijt dat het DNA-profiel van de genetisch gewijzigde soja van Monsanto niet identiek is met het profiel op de aanvraag voor invoer in de EU, riposteert Verfaillie dat de kennis van de genetische ontrafeling op het moment van de aanvraag nog niet zo ver stond. Alle proeven bij die aanvraag tot invoer werden wel degelijk met de GGO-soja gedaan, zodat er eigenlijk geen echt probleem is, beweert Verfaillie.

Op het waarom van GGO's in de landbouw, heeft Verfaillie een eenvoudig antwoord: "De boeren, waar ook ter wereld, houden ervan." Inzaaien met GGO-zaden bespaart de boer naargelang het gewas 70 tot 100 dollar per hectare, vooral doordat minder besteed wordt aan pesticiden en herbiciden en door een hogere opbrengst. In de VS werden vorig jaar 4,7 miljoen kilogram minder pesticiden op de velden uitgestrooid, precies door het gebruik van GGO's. Voor sojabonen alleen zou de kostprijs wereldwijd door de GGO-zaden met 1 miljard dollar verlaagd zijn.

Daarbij neemt de opbrengst soms spectaculair toe. In Indonesië zal de invoer van katoenzaden die genetisch zijn gewijzigd door de inbouw van de bacterie Bacillus Thurigiensis (BT), waardoor ze bestand zijn tegen bepaalde insecten, de opbrengst met 80 procent opdrijven, stelt Verfaillie. In Europa zou het gebruik van GGO-zaden voor suikerbieten bijvoorbeeld een besparing opleveren tot 60 dollar per hectare, omdat dan 40 procent minder herbicide nodig is.

Een groot voordeel van zaden die resistent zijn gemaakt voor één herbicide is dat minder herbicide nodig is om het onkruid tussen de planten te bestrijden. Nu worden drie verschillende herbiciden gebruikt, één tegen gras, één tegen breedbladigen en één breed-spectrum. BT-zaden hebben het voordeel dat de opbrengst verhogen, omdat een moeilijk te bestrijden insect als de stengelboorder nu spontaan vernietigd wordt. Bestrijding met BT is ook in de biologische landbouw toegelaten.

Maar de biotechnologie heeft nog veel meer pijlen op zijn boog, voorspelt Verfaillie. Zo kunnen planten ontworpen worden die tot zes verschillende monoklonale antilichamen kunnen aanmaken. Nu is de productie van die antistoffen via dieren als konijnen en Chinese hamsters, erg duur en omstreden.

Monsanto werkt ook aan ontwikkelingen om via landbouwproductie stoffen te leveren voor de farmacie. Ook in de kunststofsector is voor de biotechnologische landbouw een toekomst weggelegd, zoals voor de productie van bioafbreekbare plastics, aldus Verfaillie.

Monsanto werd vorig jaar als zelfstandig bedrijf naar de beurs gebracht door het moederbedrijf Pharmacia. Dat had eerst heel Monsanto opgekocht. De humane firma bleef bij Pharmacia en Nutrasweet werd verzelfstandigd. Alle activiteiten in de landbouw en in de biosector werden onder de naam Monsanto naar de beurs gebracht. Pharmacia behoudt 86 procent van de aandelen. Slechts 14 procent wordt vrij genoteerd.

Bij Monsanto werken nu 14 000 mensen, van wie ongeveer 1 200 in België. De meesten werken bij Monsanto in Antwerpen, waar het topproduct Round-Up wordt geproduceerd voor heel Europa. Zelfs de concurrentie koopt het basisbestanddeel glyphosaat van Round-Up bij Monsanto Antwerpen, omdat ze het zelf niet goekoper kunnen produceren.