“Mocht er evenveel geluisterd worden naar de boeren als gepraat over hen, zouden we al een heel stuk verder geraken”

De coronacrisis, de brexitdeal, de vergunningsperikelen, de stikstofdiscussie… er belandde al heel wat op de plank van Vlaams minister van Landbouw en Voeding Hilde Crevits (CD&V). Hoe kijkt ze zelf terug op die periode en vooral, wat wil ze nog realiseren als minister? Tijd voor een gesprek.

5 februari 2021  – Laatst bijgewerkt om 5 februari 2021 13:59
Lees meer over:
hildecrevits-copyrightkabinet-1250

Hilde Crevits legde in oktober 2019 de eed af als viceminister-president en minister van Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie, Landbouw, Zeevisserij en Voeding. Een groentje in de politiek is de West-Vlaamse allerminst. Sinds 2000 is ze politiek actief en sinds 2007 zetelt ze onafgebroken als minister in de Vlaamse regering.

De bevoegdheid Landbouw is wel nieuw voor haar. “Maar wat mij vooral positief stemt, is dat het de eerste keer is dat Landbouw, Economie, Werk en Innovatie in dezelfde portefeuille zitten”, vertelt ze tijdens een gesprek met VILT. “Hiermee geeft de regering een duidelijk signaal dat ze boeren als ondernemers ziet. En ondernemers zijn het zeker.”

Ook al was ze nog nooit landbouwminister, voeling met de sector heeft ze wel. “Je kunt geen goede West-Vlaming zijn als je de boeren niet kent”, lacht ze. Ook vanuit haar vorige bevoegdheden was er telkens een spontane connectie met landbouw. “Bij Onderwijs was er de link met het landbouwonderwijs en zelfs in Mobiliteit was er heel wat aandacht voor de landbouwvoertuigen.”

Ondertussen hebt u al meerdere landbouwbedrijven bezocht. Welke 3 zaken zijn u het meest bijgebleven?

Crevits: “Met stip op nummer 1 staan passie en werklust. Boer zijn is een volcontinue job, dag en nacht, elke dag van het jaar. Je ziet ook dat boeren een familie zijn, het is zelden iemand alleen. Die warmte en werklust vallen enorm op. Landbouwbedrijven zijn ook de meest gastvrije plaatsen waar ik kom. Dat gaat van hetgeen ze je aanbieden tot de manier waarop ze je behandelen.”

“Het tweede is innovatie en automatisering. De bedrijven die ik bezocht heb, zijn zonder uitzondering, hyperinnovatief. Ik heb een aantal jonge boeren gesproken die miljoeneninvesteringen gedaan hebben, die inspanningen doen voor het  klimaat… dat was voor mij een té onbekende kant van de boerenstiel, terwijl het eigenlijk een spontane associatie zou moeten zijn: de boer staat gelijk aan innovatie.”

“En drie: ik weet dat we als open economie internationaal gericht zijn, maar ik hou van boeren die hun risico’s spreiden en bijvoorbeeld ook aan korte keten doen. In coronatijden zie je de hoevewinkels boomen als nooit tevoren. Ik wist er her en der zelf wel zijn, maar het heeft mij verbaasd dat ze zo alom verspreid zijn.”

U kreeg al snel stevige economische uitdagingen voor de kiezen, zoals de coronacrisis en de brexit. Hoe kijkt u daarop terug? Bent u blij met wat u op dat vlak hebt kunnen betekenen voor de sector?

Crevits: “De coronacrisis is natuurlijk zonder voorgaande. In maart vorig jaar hebben we heel snel moeten schakelen. Ik denk dat we met de Vlaamse regering op vele punten de nodige steun hebben kunnen geven. Het blijft een crisis dus je kan nooit alles als overheid opvangen, ik denk dat mensen dat ook wel beseffen.”

“De moeilijkheid was dat het zo’n alomvattende crisis was. Je had enerzijds de ongerustheid over de bevoorrading, maar gelukkig hebben we een lokaal sterk verankerde landbouwsector die zijn waarde duidelijk bewezen heeft. Daarnaast hebben veel mensen de landbouw en het platteland herontdekt, en zijn op de kar van de korte keten gesprongen.”

“Maar door de lockdown, vooral de eerste, is er heel wat economische activiteit stilgevallen. Je had uiteraard de verkoop die, onder andere door de sluiting van de horeca, sterk is teruggevallen. Dankzij waarborgregelingen en de noodfondsen, die we in snel tempo op poten hebben gezet voor de aardappel- en sierteeltsector, hebben we de zwaarste schokken kunnen opvangen. Maar ook via beschermingspremies via VLAIO heeft de Vlaamse overheid de schade kunnen beperken. Ik heb er steeds over gewaakt dat die maatregelen ook voor de land- en tuinbouw openstonden.”

“Daarnaast had je de problematiek van de seizoenarbeiders, waar we ook snel hebben moeten schakelen. Probleem daar was dat je voor een stuk afhankelijk bent van buitenlandse regeringen, want als zij hun grenzen gesloten houden, is dat vechten tegen de bierkaai. Daar hebben we gelukkig vlug een oplossing op Europees niveau kunnen vinden. En via de website www.helpdeoogst.be hebben we veel mensen kunnen mobiliseren om mee de handen uit de mouwen te steken. Ook op de oproep op het einde van de zomer zijn veel studenten ingegaan. Zo hebben we de fruitoogst kunnen redden. Maar het is ook dankzij de wendbaarheid van de sector zelf dat de schade beperkt is gebleven. Het ligt in de natuur van onze land- en tuinbouwers dat ze op zoek gaan naar creatieve oplossingen, manieren om te innoveren, ook om dat coronavirus klein te krijgen.”

“Voor de brexit was het lang wachten op een akkoord. We hebben dat op de voet gevolgd, algemeen economisch, maar zeker ook voor onze voedings- en visserijsector.”

“Begin deze week bijvoorbeeld was er nog Europees overleg over de visserij. Daarnaast kunnen ondernemers terecht bij het brexit-steunpunt dat vanuit FIT en VLAIO wordt getrokken, www.brexitready.be. Maar het Departement Landbouw en Visserij staat ook klaar voor de puur landbouw- en visserijgerelateerde zaken. Bij VLAM is intussen een brexit-consulent aan de slag gegaan om federaties en bedrijven die praktische problemen ervaren post-brexit verder te helpen. Het zal nu zaak worden om met de relancemiddelen een goed evenwicht te vinden, de ondersteuning te geven waar het kan en moet en onze land- en tuinbouwproducten als sterk merk in binnen- en buitenland verder op de kaart te zetten.”

Vandaag is dat nog onderbelicht, maar het zou een spontane associatie moeten zijn: de boer = innovatie

Hilde Crevits - Vlaams minister van Landbouw

Landbouw, en vooral veeteelt, wordt vaak naar voor geschoven als de klimaatzondebok, terwijl de sector in Vlaanderen verantwoordelijk is voor (slechts) 9 procent van de broeikasgasuitstoot. Welke maatregelen zijn er nodig om de uitstoot van CO2- en methaan nog verder te doen dalen? Is een afbouw van de veestapel onvermijdelijk?

Crevits: “Wanneer we kijken naar de Vlaamse landbouw, zijn de broeikasgasemissies voornamelijk te wijten aan de methaanuitstoot van de herkauwers, mestopslag en -management en emissies door energieverbruik. Het is dus belangrijk dat we deze oorzaken aanpakken om de doelstelling van -25 procent reductie (t.o.v. 2005) tegen 2030 te bereiken. We mogen niet vergeten dat het vooral de landbouwsector en de natuur zijn die als lokale ecosystemen de grootste nadelen van de klimaatverandering nu al ondervinden. Deze gevolgen zijn dikwijls ook van socio-economische aard en worden op termijn best in de bedrijfsmodellen vertaald.”

“Elke sector zal inspanningen moeten leveren om de druk op de (directe) omgevingskwaliteit te beperken. Voor de landbouwsector ligt er een heel arsenaal aan (klimaat)maatregelen en goede landbouwpraktijken klaar, waar de landbouwbedrijven op kunnen en moeten inzetten. Ik denk onder meer aan de kleinschalige vergisting van mest en andere vormen van mestopslag en -beheer, op energiebesparing en hernieuwbare energie. Om de doelstellingen te halen, zullen verschillende beleidsinstrumenten op een slimme manier ingezet moeten worden.”

“Het is een feit dat de omvang van de veestapel een invloed heeft op verschillende emissies door de landbouw (enterische, mestopslag en -management en bodememissies). Maar ook hier moeten we met technologie stappen vooruit kunnen zetten.”

“We mogen zeker ook niet vergeten dat de landbouw een belangrijke rol te spelen heeft om koolstof op te slaan in de bodem. Denk hierbij aan beschermen van belangrijke bestaande koolstof hotspots (bv. blijvend grasland), maar ook het opbouwen van koolstof in bodems door slimme teelrotatie, het gebruik van producten zoals compost en de aanplant van kleine landschapselementen of boslandbouw. Momenteel verliest de landbouw nog meer koolstof dan ze opslaat. Het wordt dus een belangrijke zaak dit tij te keren en van onze landbouwers echte koolstofboeren te maken.”

“Tot slot heeft de landbouw ook heel wat te winnen door te werken aan klimaatadaptatie. Zo kan koolstofopslag bijdragen aan weerstand tegen droogte en hitte en moet er gewerkt worden aan slim watergebruik en -opslag. Wanneer de landbouw bijvoorbeeld via kleine landschapselementen en waterpartijen werkt aan zijn eigen klimaatweerstand, levert ze ook diensten aan de bredere maatschappij. Er zijn ook opportuniteiten voor nieuwe teelten zoals de wijnbouw of eiwithoudende gewassen die droogteresistent zijn. Met de regering werken we ook aan de Blue Deal met veel aandacht voor hergebruik van water, wateropslag enz…”

Het dossier dat in De Standaard is verschenen over megastallen ligt de land- en tuinbouwsector zwaar op de maag. Vergunningsperikelen en de stikstofdiscussie kwamen daarbij uitgebreid aan bod en milieuorganisaties grepen het momentum aan om de schaalvergroting in de landbouw aan te klagen. Hoe kijkt u daar naar?

Crevits: “Eerst en vooral vind ik dat boeren recht hebben op rechtszekerheid. Ruimte om te ondernemen, dat is voor mij prioriteit nummer 1. Tegelijk moet er een gelijke behandeling zijn: als er een afwegingskader is waarbinnen vergunningen worden verleend, dan moet dat voor iedereen op dezelfde manier worden toegepast, of je nu groot of klein bent. Daar staat nu spanning op. Het persoonlijk sentiment tegenover schaalgrootte is daarbij onbelangrijk. Het gaat er om dat het kader rechtszekerheid biedt.”

“Systematisch vergunningen weigeren is volgens mij geen duurzaam model want het staat haaks op de vrijheid om te ondernemen. Pas op, dat betekent niet dat er geen problemen zijn. Er zijn verschillende dossiers die, ook in de landbouw, de debatten op scherp zullen zetten. Ik denk aan het klimaat, maar ook stikstof of de waterkwaliteit… Er zal een intense dialoog nodig zijn met mijn collega en Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir om tot goede oplossingen te komen die de boerenstiel niet kapot maken.”

“Als ik eerlijk mag zijn, ik begrijp wel dat er vragen komen bij grootschalige projecten... Tegelijk staat groot voor mij niet per definitie gelijk aan slecht. Integendeel, schaalgrootte kan juist zorgen voor ruimte om te investeren in innovatie en verduurzaming. Zo was ik op bezoek bij een slabedrijf waar heel jonge boeren geïnvesteerd hebben in een systeem met goten en beregening, precies op maat van die plantjes. Mijn mond valt open als ik dat zie. Dat zijn immense, maar klimaatvriendelijke investeringen. En je hebt geen waterverspilling. Dat is gewoon fantastisch. Maar je hebt wel schaalvergroting nodig om dat te kunnen realiseren. Snap je? De associatie van groot staat gelijk aan slecht is verkeerd.”

“De boer moet zelf kiezen welke bedrijfsgrootte het best bij zichzelf en het bedrijf past. Wij kunnen als overheid wel de nodige informatie aanbieden over kansen en rendabiliteit. Daarom heb ik aan ILVO gevraagd om een verdienwijzer uit te werken. Inzetten op verdienmodellen is trouwens één van de speerpunten in het Vlaamse strategisch plan voor het GLB. Ik vind het heel belangrijk dat alle boeren de kans krijgen om onder de loep te nemen wat ze doen en of er een beter verdienmodel bestaat voor hen. Want een landbouwbedrijf moet rendabel zijn en de boeren moeten hun boterham kunnen verdienen. Voor de ene is dat grootschalig, voor de ander is dat kleinschalig. Maar het kan niet zijn dat je in die wurggreep zit van alsmaar meer en groter om nog een schamele euro over te houden op het einde van de rit of zelfs verlies lijdt. Dat is een hele lastige spiraal waar er interprofessioneel in de voedingsketen nog stappen kunnen worden gezet.”

Systematisch vergunningen weigeren is geen duurzaam model want het staat haaks op de vrijheid om te ondernemen

Hilde Crevits - Vlaams minister van Landbouw

U vermeldde zelf daarnet al even het Vlaamse strategisch plan voor het GLB. Welke speerpunten, naast de verdienmodellen, moet dit volgens u zeker bevatten?

Crevits: “Het Vlaamse plan zal vooral focussen op innovatie en ik wil dat de steun terecht komt bij de boerende boer. Die definitie is zeer bijzonder. Voor mij was dat simpel, de boerende boer is degene die zorgt voor het eten op ons bord. Maar het is een delicate operatie om die definitie zuiver te krijgen.”

“Eigenlijk is het GLB-budget vrij beperkt, je kan dus niet oneindig veel doelstellingen gaan realiseren. Het komt er dus op aan om heel gericht steun te geven. In de eerste plaats moeten we een billijk inkomen nastreven voor de boeren die het meest bijdragen aan onze voedselvoorziening. Dat is noodzakelijk als basis voor een duurzaam landbouw- en voedselsysteem.”

“Verder komt er ook een focus op de jonge boeren en de instromers. Er is een enquête geweest bij de 50-plussers onder de boeren met de vraag of zij opvolgers hebben. De resultaten waren heel ontmoedigend. Alles wat ik extra kan doen voor de jonge boeren, zal ik ook doen.”

Natuur- en milieuorganisatie waren zwaar ontgoocheld over het nieuwe GLB dat door de Europese Commissie en Raad werd afgeklopt. Hoe kijkt u daar tegenaan? Valt het GLB te rijmen met de Green Deal van Europa?

Crevits: “Ik was zelf aanwezig op de laatste vergadering. Het is zeer uitdagend wat in het GLB zit. De Green Deal is ook zeer ambitieus en het is de logica zelve dat er wordt gekeken naar het GLB om een aantal zaken te realiseren. Maar de doelstellingen van het GLB zijn veel ruimer en tegelijk krimpt het budget. Het gaat ook over een leefbaar inkomen en een hogere veerkracht voor de boer. Voor degenen die aansturen op een totale disruptie, is het mentale welbevinden vaak een argument om aan te dringen op die verandering. Maar boeren hebben net nood aan rechtszekerheid en duurzaamheid in het beleid. Er zit heel wat in het GLB waarmee we enkele noden kunnen aanpakken. Ik wil in Vlaanderen onze maatregelen en mogelijkheden slim benutten. En milieu en klimaat horen daar bij.”

De polarisering tussen landbouw en natuur lijkt nog maar zelden zo groot te zijn geweest als nu. Hoe geraken we daar uit?

Crevits: “Het is precies alsof het ofwel landbouw ofwel natuur is. Ik erger mij daar aan. In mijn ogen is de boer de eerste mede-oplosser van problemen. Ik zou heel graag hebben dat we over 5 jaar al onze boeren zien als ‘landschapsbouwers’. Maar dan moeten we hierrond samen een goed verdienmodel ontwikkelen. Want heel veel van de mooie landschappen in Vlaanderen zijn net gemaakt door de boeren. Moest je Vlaanderen bomvol bossen zetten, zou je die open landschappen niet meer zien die ook gewaardeerd worden. Dat kan toch ook niet de bedoeling zijn? We moeten daar dus een evenwicht in vinden.”

“Praten en blijven praten met elkaar lijkt mij de enige manier om weg te geraken uit die polarisering. Toen ik voor het eerst minister was had ik naast de bevoegdheid Openbare Werken ook Leefmilieu. We hebben toen een dialoog op touw gezet tussen de natuurorganisaties en de boeren. Dat heeft tot mooie samenwerkingen geleid.”

“Ik sta samen met mijn collega van Omgeving ook nog steeds achter het Vlaams regeerakkoord. Maar het blijft belangrijk om samen met alle betrokkenen een modus vivendi in de moeilijke dossiers te vinden, zonder dat je onmiddellijk op elkaars kap gaat zitten. Zo zou er samen met de landbouworganisaties kunnen gezocht worden naar manieren om meer bos te planten zonder dat daarbij vruchtbare landbouwgronden verdwijnen. De weg van het overleg is volgens mij de enige juiste.”

“Ik let erop dat ik zelf ook geen polariserende taal gebruik. Daar moet ik het voorbeeld in geven en proberen de verbinding te maken tussen alle belangen die er zijn. Ik geloof in de weg van de geleidelijkheid: we hebben geen trendbreuk met het verleden nodig, want dat betekent een shocktherapie.”

Zware inspanningen op vlak milieu en klimaat, krappe marges, weinig respect van de maatschappij,… Het mentale welzijn van landbouwers staat onder druk. Was u verbaasd over de resultaten die het ILVO-onderzoek aan het licht bracht?

Crevits: “Ik had al signalen gekregen dat het mentale welbevinden van de landbouwers onder druk staat. Maar het komt keihard binnen wanneer je geconfronteerd wordt met die cijfers. Boeren combineren passie met hard werken. Dat is bewonderenswaardig maar tegelijk de grootste valkuil. Als je permanent in actie blijft, dan dreig je ook wel eens heel ontgoocheld te zijn. Als je financiële lasten hoog zijn en je oogst mislukt of de prijzen storten in elkaar… dat zijn heel majeure problemen.”

“Wij hebben bij ons ook al telefoons gekregen van huilende bedrijfsleiders die bijvoorbeeld aan de schoolpoort uitgescholden worden omwille van bepaalde individuele zaken op hun bedrijf. Dat zijn dingen die echt niet kunnen. Gezien de zorgwekkende trend rond het mentale welzijn vond ik het ook belangrijk om hulporganisaties, als LIV en Boeren op een Kruispunt, extra budget te geven. Dit moet hen toelaten om veel meer hulp op maat aan te bieden. Ik vind het bovendien heel belangrijk dat als boeren, maar ook ondernemers, bellen voor eender wat, dat onze medewerkers “Oewist” vragen. Die ‘hoe gaat het’-vraag helpt om zaken bespreekbaar te maken. Het is meer dan ooit belangrijk. Niet alleen de boeren zitten op hun tandvlees, maar ook veel andere ondernemers.”

U wil werk maken van een Vlaamse voedselstrategie. Wat houdt die precies in?

Crevits: “Met de Vlaamse voedselstrategie willen we de burger en de consument dichter bij elkaar brengen. Burgers willen dat hun voedsel natuur- en milieuvriendelijk geproduceerd wordt, terwijl er met de hoogste veiligheidsvoorwaarden rekening gehouden wordt. Tegelijk grijpen ze vaak naar het goedkoopste in de winkel. Dat moet in balans komen en daar kan een gedragen voedselstrategie bij helpen.”

hildecrevits-copyrightkabinet-1250-quote

“Ik wil ook de band met ons voedsel versterken. In de supermarkt zien we ons eten verpakt in de rekken liggen en vaak wordt er niet bij stilgestaan vanwaar het komt. Neem nu appelen, welke komen van bij ons, welke komen van elders? Ik vind dat de modale consument veel meer geconfronteerd zou moeten worden in de winkel met de producten van bij ons en het verhaal en de inspanningen die erachter schuilen. Die band met de herkomst van ons voedsel willen we herstellen, en dus ook het respect van mensen voor ons voedsel. De coronacrisis en die hernieuwde aandacht voor het lokale voedsel, helpen dat debat al een stuk vooruit.”

“Anderzijds zijn er ook wel een aantal problemen die we moeten durven benoemen. Maar daar mag het niet stoppen, we moeten samen op zoek gaan naar haalbare oplossingen die er niet toe leiden dat we binnen 5 jaar geen boeren meer hebben in Vlaanderen. Anders worden we voor onze voedselproductie volledig afhankelijk van het buitenland en dat willen we ook niet.”

Het accent in de Vlaamse Voedselstrategie zal liggen op lokaal geproduceerde voeding en een eerlijk loon voor de boeren. Hoe zal zich dat concreet vertalen?

Crevits: “De prijs wordt bepaald door de markt. Als het respect van mensen voor het product van bij ons groter wordt, wordt de vraag groter. Dat zal al een gunstig effect hebben op de prijs. Maar boeren moeten zich nog veel meer verenigen in producentenorganisaties of andere samenwerkingsverbanden. Als je samenwerkt met behoud van eigen zelfstandigheid, heb je meer grip op de prijs en de prijszetting. Als ieder voor zich vecht, is er een ander die er voordeel uit haalt. Dat zit op vandaag nog scheef.”

Valt de focus op het lokale te rijmen met schaalvergroting en massale productie voor de export?

Crevits: “Dat valt absoluut te rijmen. Je moet eens kijken naar waar we exporteren. Ruim drie kwart van alle export gaat naar onze directe buurlanden. In Frankijk en Duitsland kan je 500 kilometer rijden zonder dat je aan het exporteren bent, doe je bij ons de helft en je ‘exporteert’ altijd. Onze thuismarkt is de eengemaakte markt van de EU met vrij verkeer. Voor heel wat producten is Europa nog niet zelfvoorzienend. Bijna 90 procent blijft ook binnen de EU.”

“Ik vind het bovendien heel frappant dat die vraag nooit gesteld wordt als het over de ‘gewone’ economie gaat. Dan zijn we trots op wat we naar het buitenland uitvoeren. Gaat het over landbouw? Dan is het een groot probleem en mogen we niet trots zijn.”

Innovatie is hét sleutelwoord om onze boeren vooruit te helpen

Hilde Crevits - Vlaams minister van Landbouw

U bent ook minister voor Economie en Innovatie. Hoe scoort landbouw volgens u op vlak van innovatie in vergelijking met andere economische sectoren?

Crevits: “Dat aspect blijft onderbelicht. Voor mij is innovatie hét sleutelwoord om onze boeren vooruit te helpen. Daar geloven we ook te weinig in. We vergeten wel eens dat de landbouwsector van absoluut strategisch belang is: zonder eten kunnen we niet leven hé. We hebben onze boeren nodig. Maar we moeten ze helpen, zeker degene voor wie het financieel moeilijk is. Daarnaast moeten we ook de impact  op de omgeving milderen en de landbouw positief inzetten voor klimaatdoelstellingen. Maar ook daar kan innovatie een belangrijke rol in spelen.”

Wat hoopt u gerealiseerd te hebben voor land- en tuinbouw wanneer deze legislatuur in 2024 afloopt?

Crevits: “Ik wil komaf maken met de polarisatie en iedereen dichter bijeen brengen. Zowel boeren onderling, als boeren en consumenten-burgers. Maar ook de boer en de afnemer, de retailer. De crisis heeft voor mij aangetoond hoe afhankelijk boeren zijn van de diverse spelers in de keten. Het is zo’n mooie stiel, maar je bent compleet afhankelijk van anderen. Vandaar dat het zo belangrijk is dat er meer respect komt van mensen en dat de keten sterker en duurzamer wordt. Al komt dat niet vanzelf.”

“Daarnaast moet de rechtszekerheid gegarandeerd blijven. Deze legislatuur liggen heel wat uitdagende dossiers op de plank: mest, nitraat, waterkwaliteit… We moeten een duurzaam en stabiel kader uitbouwen dat zekerheid en perspectief biedt op de lange termijn. Want de onzekerheid nu is vreselijk. Ik ga daar mijn steentje toe bijdragen, maar het zullen moeilijke discussies zijn. Daar ben ik op voorbereid. Maar mocht er evenveel geluisterd worden naar boeren als gepraat over hen, dan zullen we zeker een stapje voorwaarts geraken.”

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek