Minaraad en SALV geven groen licht voor Vlaamse beheerregeling Aziatische hoornaar

Beheerregeling

De adviesraden SALV en Minaraad hebben gezamenlijk een advies uitgebracht over de beheerregeling voor de Aziatische hoornaar. “Volg de impact van de Aziatische hoornaar op de mens, de bijenteelt, de landbouw alsook de biodiversiteit grondig op en pas de beheerregeling navenant aan”, zo klinkt het gezamenlijk advies. Minaraad en SALV ondersteunen het feit dat de Vlaamse regering met de beheerregeling inzet op populatiebeheer en impactmitigatie. De bestrijding van de Aziatische hoornaar komt ten bate van bestuivers en is volgens de adviesorganen bijgevolg ook vanuit landbouwkundig en ecologisch uitgangspunt “een goede zaak”.

Beiden uiten zich ook positief dat de beheerregeling enerzijds voorziet in een algemene coördinatie door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en dat het anderzijds ook de bevoegde instanties en hun respectievelijke verantwoordelijkheden vermeldt. Bovendien moet de Vlaamse regering garanderen dat de coördinatie en samenwerking voldoende effectief en slagkrachtig zijn om problematische populaties lokaal of gebiedsgericht de kop in te drukken.

In 2011 werd de invasieve uitheemse soort voor het eerst in België waargenomen, waarna de populatie verder is toegenomen. De wespensoort wordt in Vlaanderen intussen beschouwd als wijdverspreid. Onderzoek toont aan dat de populatie in Vlaanderen de komende jaren waarschijnlijk nog exponentieel zal groeien. Voor imkers is de Aziatische hoornaar een ongewenste gast want de wesp jaagt onder andere op (honing)bijen en vormt een bedreiging voor de bijenteelt. “Ervaringen in Zuid-Europa wijzen ook op mogelijke risico’s op schade in de wijnbouw en de fruitteelt. De impact op de inheemse biodiversiteit is nog vrij onzeker”, formuleren de adviesraden.

Preventie en bestrijding

SALV en Minaraad steunen daarnaast het onderzoek naar en implementatie van preventieve maatregelen en vragen om een gerichte inzet van de middelen, voorzien in het Vlaams Strategisch Plan Bijenteelt. Zo wil het project ‘selectieve bestrijding van de Aziatische hoornaar ter bescherming van de honingbij en de biodiversiteit’ imkers en lokale besturen ondersteunen met selectieve vallen, zendertechnieken en opleidingen.

In functie van milieu en volksgezondheid roepen de adviesraden op om bij bestrijding het gebruik van biociden maximaal te vermijden. Ze vragen hierbij om restrictief om te springen met de afwijkingsmogelijkheden op verbodsbepalingen in VEN-gebieden en reservaten. Ze benadrukken dat de bestrijding selectief en soortspecifiek dient te gebeuren om verdere negatieve impact op inheemse insectenpopulaties te vermijden. Ook wordt de ontwikkeling en het gebruik van alternatieve, duurzamere bestrijdingsalternatieven aangemoedigd.

Verder onderstreept SALV en Minaraad het belang van communicatie en sensibilisering over de risico’s die de Aziatische hoornaar met zich meebrengt. Ze benadrukken daarnaast dat de rol van inheemse bestuivers onder de aandacht moet gebracht worden, alsook het vermijden van verdelging van andere wespachtigen en gelijkende zweefvliegsoorten.

Tot slot formuleren de raden enkele aanbevelingen zoals het beperken van de administratieve last voor erkende bestrijders, het voorzien van een jaarlijks overlegmoment van de overleggroep van deze beheerregeling alsook het een algemene evaluatie van de beheerregeling. VOKA onthoudt zich grotendeels bij het advies.