Milieureglementering is voornaamste rem op groei

De moeilijkheid om betaalbare werknemers te vinden is voor groeigerichte KMO's de voornaamste rem op de groei. Bij land- en tuinbouwers is de milieureglementering de boosdoener. Dat blijkt uit een bevraging begin 2000 door het Centrum voor Economie en Ethiek (KUL) en het KMO-Studiecentrum (KUB) bij 501 Vlaamse land- en tuinbouwers en 531 zelfstandige ondernemers. De studie werd dinsdag in Brussel voorgesteld.

Zo'n 35,7 procent van de land- en tuinbouwers en 54,8 procent der zelfstandige ondernemers wil het huidig activiteitsniveau uitbreiden. Bij de land- en tuinbouwers is er in alle sectoren een minderheid van groeiers met een opvallend laag percentage (21,9 procent) in de veeteelt.

Tenzij in diensten aan personen is er onder de zelfstandigen een overwicht van groeiers in alle sectoren. Het streven naar kwaliteit en het plezier van het uitbouwen van de onderneming is het meest aangehaalde motief om te groeien.

De vijf belangrijkste groeiremmers voor land- en tuinbouwers zijn in dalende volgorde van belang: de milieureglementering, ruimtelijke ordening, mogelijkheid om betaalbare medewerkers te vinden, behoefte aan kapitaal en tot slot de gezondheid van de bedrijfsleider.

Voor de zelfstandige ondernemers staat de moeilijkheid om betaalbare medewerkers te vinden voorop, gevolgd door de gezondheid van de bedrijfsleider, behoefte aan kapitaal, tijdsdruk van de bedrijfsleider en concurrentie.

Het afgelopen decennium is het streven naar kwaliteitsvolle producten duidelijk gestegen in de waardenhiërarchie die zelfstandige ondernemers aanhangen. Dat blijkt uit een bevraging begin 2000 door het Centrum voor Economie en Ethiek (KUL) en het KMO-Studiecentrum (KUB) van 501 land- en tuinbouwers en 531 zelfstandige ondernemers met minder dan 50 werknemers.

Van de voorgelegde waarden kwam "het afleveren van degelijke producten of diensten" door de zelfstandige ondernemers als tweede belangrijkste uit de bus na "voldoening hebben in het werk". 83,8 procent stelde kwaliteit als belangrijk te beschouwen. Tien jaar terug kwam in een gelijkaardig onderzoek kwaliteit slechts op de 8e plaats.

Bij de land- en tuinbouwers was dat in 2000 88 procent. Deze waarde komt bij hen op de derde plaats na "het hebben van voldoening van het werk" en "het eigen baas zijn". Bij het onderzoek 10 jaar terug werden land- en tuinbouwers niet bevraagd.

Ofschoon een op drie van de ondervraagde ondernemers en land- en tuinbouwers van oordeel is dat hogere kwaliteit onvoldoende wordt beloond, stellen ze streven naar kwaliteit duidelijk boven lagere prijzen en kostenbeheersing.