Noord-Limburg ontpopt zich tot sierteeltcluster: “Succes werkt aanstekelijk”
ReportageWetteren en Lochristi zijn al jaren gevestigde waarden binnen de Vlaamse sierteelt. Maar stilaan mag ook Noord-Limburg zich aan dit rijtje toevoegen. De voorbije jaren maakten zo’n twintig sierteeltbedrijven, waarvan veel nieuwkomers, een opmerkelijke groei door. “Door te clusteren maken we elkaar sterker”, klinkt het. VILT trok in het spoor van een dozijn buitenlandse journalisten op perstournee van VLAM naar deze opkomende sierteeltregio.
Van melkvee naar vaste planten
Hij was melkvee-adviseur bij Liba, zij werkte bij het Proefstation voor de Groenteteelt in Sint-Katelijne-Waver. Tien jaar geleden gooiden Dries Aerden en Liesbeth Wachters het roer om. Ze kochten een voormalig vleesveebedrijf in Bocholt en startten daar op een halve hectare met de teelt van vaste planten – winterharde tuinplanten.
Vandaag telt hun bedrijf Plantura zes hectare containerveld en is het ook actief in de groothandel. Op hun velden groeien zo’n 500 variëteiten, van courante soorten als laurierkers (Prunus lusitanica) en spierstruik (Spiraea japonica) tot een uitgebreid assortiment inheemse planten. Ongeveer vijftien procent van het aanbod wordt in eigen huis gekweekt, de rest vullen ze aan met aangekochte bomen, heesters, grassen en andere planten. Hun klanten? Landschapsarchitecten, openbare groendiensten en collega-kwekers.
Nieuwe cluster in opmars
Het verhaal van Plantura staat symbool voor de bredere transformatie van de regio Bocholt – Noord-Limburg. Deze streek stond traditioneel bekend om haar melkvee- en varkenshouderij, maar dat verandert snel. “In de voorbije tien jaar zijn hier steeds meer ondernemers gestart in de sierteelt, terwijl het aantal melkveebedrijven juist afneemt”, vertelt Aerden. Dankzij stoppende boeren kon hij zijn areaal uitbreiden tot inmiddels twaalf hectare.
Ook Peter Kenens is een sprekend voorbeeld. Hij bouwde in Bree op het voormalige melkveebedrijf van zijn vader een bloeiende boomkwekerij uit. VILT bracht vorig jaar al een bezoek aan zijn bedrijf, dat met succes inzet op online verkoop aan particulieren. Zowel Kenens, Plantura als andere kwekers uit de regio kopen ook producten aan bij collega’s in de buurt.
Krachten bundelen
“De samenwerking onderling is een sleutel tot het succes”, zegt Hartwig Moyaert, productiemanager Sierteelt & Groen bij VLAM. “Door te clusteren versterken bedrijven elkaar. Ze kunnen samen een breder aanbod leveren, wat aantrekkelijk is voor handelaars. Die vullen liever één vrachtwagen dan voor enkele karren honderden kilometers te rijden. Logistiek speelt een steeds grotere rol.”
VLAM brengt buitenlandse pers naar Limburg
Moyaert vergezelde dinsdag een groep buitenlandse journalisten bij een bezoek aan Plantura. Het bedrijfsbezoek maakte deel uit van de jaarlijkse perstour van VLAM, die al bijna twintig jaar sierteeltbedrijven in een bepaalde Vlaamse regio in de kijker zet. Deze keer ging de reis naar Limburg, met deelnemers uit o.a. Engeland, Italië, Duitsland, Nederland en Frankrijk.
Met de perstour wil VLAM de Vlaamse sierteelt onder de aandacht brengen in de buitenlandse pers om de handel te stimuleren. Bij de selectie van bedrijven kijkt de agro-marketingorganisatie onder andere naar innovatie, aandacht voor duurzaamheid, maar ook geografische spreiding. “Limburg was al een tijdje niet meer aan de beurt geweest”, vertelt Moyaert die het programma samenstelde. “Volgens jaar zal het vermoedelijk weer in de regio rond Gent zijn waar dan het vierjaarlijkse Floraliën plaatsvindt."
Ook Moyaert is verrast door de snelle ontwikkeling van de Noord-Limburgse sierteeltbedrijven. Hij stelt dat er langzamerhand gesproken kan worden van een nieuwe sierteeltcluster in Vlaanderen, zoals we nu de regio’s Wetteren, Lochristi en Brugge al kennen. “Zeker als je hoort dat de telers in de regio nog mogelijkheden zien om met een factor twee of drie te groeien”, zegt hij.
Laatste carrièreswitch op 45
Johan Stessens, eigenaar van vaste plantenkwekerij Botanisk in Bocholt, is één van die ambitieuze telers. Zijn verhaal begon met een advertentie op het internet, gevonden door zijn vrouw. “Ik moest eerst opzoeken op Wikipedia wat vaste planten eigenlijk waren”, lacht de 56-jarige landbouwkundige ingenieur. Daarna volgden cijfers, gesprekken en uiteindelijk de sprong.
Stessens maakte in 2015, op 45-jarige leeftijd, de overstap van onderzoeker bij de KULeuven en VITO naar fulltime sierteler. Inmiddels beslaat Botanisk 3,5 hectare en stelt het tijdens het hoogseizoen 18 mensen te werk.
Hij zette sterk in op klantenverbreding én assortiment. De kwekerij breidde uit van 750 naar 1.650 variëteiten, met een focus op bij- en vlindervriendelijke en inheemse soorten. “Daar is almaar meer vraag naar”, stelt hij. Enkele toppers? Margriet (Leucanthemum vulgare), blauwe knoop (Succisa pratensis) en nagelkruid (Geum rivale).
Gedrevenheid werkt aanstekelijk
Stessens voelt zich helemaal thuis in de sector. Hij is bestuurslid van Perennial Power, een Nederlands netwerk van zestig telers, waaronder zes Belgische, en voorzitter van de boomtelersfederatie Noord-België, onderdeel van AVBS.
Bovendien is hij medeorganisator van de Open Plantendagen in Bocholt-Bree, een jaarlijks initiatief waarbij tien bedrijven in september hun deuren openen voor professionele klanten. “Samen beschikken we over een enorm breed assortiment. Zo versterken we elkaars zichtbaarheid.”
Ook hij profiteert van de groei van bedrijven als Plantura en Kenens. “Hun succes werkt aanstekelijk. Het motiveert om zelf ook te blijven innoveren.” De verkoop loopt intussen vlot. “Maart was de beste maand tot nu toe”, glimlacht hij tevreden.
Ervaren kwekers als ankerpunt
Naast de nieuwkomers bezochten de internationale journalisten ook gevestigde waarden zoals Mentens (112 ha in Oudsbergen) en Heyeveld (90 ha in As). Deze bedrijven telen al generaties lang bomen en planten in vollegrond. Op de tweede dag van de tour stonden ook een bezoek aan fruitboomkwekerij Johan Nicolai in Sint-Truiden en Thomas Home & Garden Inspiration in Hasselt op het programma.
