nieuws

Meer natuur in de Zeeschelde

nieuws
De grootste rivier in Vlaanderen is de Schelde. Ze ontvangt in haar stroombekken het (afval)water van miljoenen Vlamingen. De Schelde wordt soms nog beschouwd als een smerige stroom. Hoewel de waterkwaliteit stroomopwaarts Antwerpen zeker nog niet goed is, onder andere door de invloed van het erg vuile water van de Zenne, is er toch sprake van een opmerkelijk natuurherstel in de Zeeschelde en de Nederlandse grens vanaf 1990.
22 maart 2001  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 13:51
De grootste rivier in Vlaanderen is de Schelde. Ze ontvangt in haar stroombekken het (afval)water van miljoenen Vlamingen. De Schelde wordt soms nog beschouwd als een smerige stroom. Hoewel de waterkwaliteit stroomopwaarts Antwerpen zeker nog niet goed is, onder andere door de invloed van het erg vuile water van de Zenne, is er toch sprake van een opmerkelijk natuurherstel in de Zeeschelde en de Nederlandse grens vanaf 1990.

De meetgegevens van de Vlaamse Milieumaatschappij (www.vmm.be) tonen aan dat de waterkwaliteit van de Zeeschelde er de laatste tien jaar op vooruitging. Aan de Nederlandse grens steeg de gemiddelde zuurstofconcentratie van 4,5 tot 5,5 mg/l (in de periode 1990-1994) naar 6 tot 7,5 mg/l (1995-1999).

Ook ter hoogte van het centrum van Antwerpen steeg de gemiddelde zuurstofconcentratie van amper 1 mg/l in 1990 tot nu gemiddeld 4,5 mg/l. Het ammoniumgehalte daalde hier van gemiddeld 5,5 mg/l in 1990 tot 2 mg/l nu.

Meer zuurstof betekent meer vissen in de Schelde. Een onderzoek van aantallen en soorten is mogelijk ter hoogte van electriciteitscentrales die koelwater uit de Schelde pompen. Bij dit oppompen komen ook heel wat vissen mee en die kunnen onderzocht worden. In het koelwater van de centrales van Doel, Kallo en Schelle zijn in één jaar tijd zes soorten kreeftachtigen en 55 vissoorten aangetroffen: 36 zeevissoorten, 16 typische zoetwatersoorten en drie trekvissoorten.

De helft van de totale jaarlijkse vangst bestaat uit garnaal en steurgarnaal. In de zomer en het najaar zwemmen vooral drie grondelsoorten en de kleine zeenaald in het brakke water van de Zeeschelde. In de winter komen sprot, haring en zeebaars in grote aantallen voor.

Opvallend is het herstel van de fint, een kwetsbare haringachtige die in april-mei de Schelde optrekt om er te paaien. Deze bijzondere soort was zo goed als verdwenen, maar vanaf 1996 duiken finken steeds vaker op in fuiken langs de Schelde.

Ook opmerkelijk is dat er op en langs de Zeeschelde nu maxima van 35 tot 40 000 overwinterende watervogels worden geteld. Dat is ongeveer het dubbele van de winter 1991/1992. Vooral talrijk zijn wintertaling, krakeend en (bij strenge vorst) tafeleend.

In uitvoering van de Ramsar-conventie is de Zeeschelde een waterrijk gebied van internationaal belang: het gebied voldoet aan de criteria 'meer dan 20 000 watervogels' of 'meer dan 1 procent van de Noord-West-Europese populatie'. Opmerkelijk is ook dat er in de Vlaamse Zeeschelde nu ook regelmatig zeehonden worden gezien. In de Nederlandse Westerschelde leeft nu een populatie van ongeveer 25 dieren.

Bron: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Na

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek