Nat voorjaar bezorgt loonwerkers en boeren slapeloze nachten

Door het regenachtige weer loopt het voorjaarswerk drie tot vier weken vertraging op. Bietentelers vrezen dat het voorjaarsuitstel impact zal hebben op de toekomstige opbrengst, terwijl sommige rundveehouders nu al problemen ondervinden. Door de natte landbouwgronden blijven hun vanggewassen, zoals lenterogge en Engels raaigras, te lang op het veld staan waardoor de kwaliteit sterk afneemt. De loonwerkers denken overuren te moeten kloppen om het voorjaarswerk in een kortere periode gedaan te krijgen. Veel boeren houden kortom vol spanning het weerbericht in de gaten en hopen in de loop van volgende week uit de startblokken te schieten.

25 april 2023  – Laatste update 26 april 2023 14:27
Lees meer over:

“Normaal gezien zouden alle bieten nu gezaaid moeten zijn, maar door het slechte weer is het land niet begaanbaar. Iscaltelers hebben 13 procent van hun bieten ingezaaid, telers van Tiense rond de 25 procent”, vertelt Luc Quintens, voorzitter van het Coördinatiecomité Vlaanderen (Coco) van Iscal. De bietenteelt is exemplarisch voor de algemene vertraging in de voorjaarswerken van de Vlaamse landbouw. Door de overmatige regenval van de voorbije weken, is een groot deel van het voorjaarswerk nog niet gestart.

Waar er in Roeselare in de maand maart de voorbije vijf jaar gemiddeld 57,4 liter per vierkante meter viel, bedroeg de neerslag dit jaar 71,8 liter per vierkante meter. In april viel de voorbije vijf jaar gemiddeld 42,6 liter per vierkante meter, maar dit jaar is er tijdens deze maand tot nu toe al 66,4 liter per vierkante meter gevallen. “Door de regenval is de natte grond onbegaanbaar voor tractoren en is er nauwelijks voorjaarwerk uitgevoerd in Vlaanderen. Heel wat teelten zijn nog niet gezaaid, terwijl ze normaal gezien al in de grond hadden moeten zitten. Denk aan bieten, aardappelen, uien, chicorei en vlas“, vertelt Kürt Demeulemeester, akkerbouwspecialist van Inagro.

Dit wordt beaamd door Marc Wullen, loonwerker in Alveringem en voorzitter van loonwerkersvereniging Landbouw-Service. Wullen die acht vaste medewerkers in dienst heeft en zo’n 4.000 hectare bewerkt in West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk, houdt de weersvoorspellingen met spanning in de gaten. “De tijd tikt, we gaan nu wel snel moeten beginnen, anders komen we in de problemen. Normaal gezien zaaien we van begin april tot halverwege mei al onze erwten in, maar nu is er nog niets gebeurd. Ook van ons bietenareaal is er bijna nog niets uitgezaaid, ook hier dringt de tijd wil de boer nog een goede opbrengst van zijn land halen.”

Werk hoopt zich op

De vertraging heeft voor zijn bedrijf tot gevolg dat al het werk zich opstapelt. Waar het momenteel een puzzel is om zijn medewerkers aan het werk te houden, zullen ze binnenkort overuren moeten draaien. “Op een kortere periode zal er meer gedaan moeten worden. De inzet van personeel en materiaal zal een hele opgave worden”, vertelt Wullen die zich toelegt op de inzaai en de oogst van industriegroenten. “Normaal gezien hebben we een korte pauze tussen de inzaai en de oogst, maar dat zal dit jaar niet het geval zijn. Wij hebben in Noord-Frankrijk, in de departementen Aisne en Somme, al meer werk kunnen verzetten. Daar zullen we dus vroeger dan hier oogsten.”

Alhoewel er overal sprake is van een vertraging in het voorjaarswerk, zijn er regionale verschillen die vooral samenhangen met de ondergrond. De Tiense telers werken meer op zand-leemgrond, terwijl de Iscaltelers door de band genomen iets zwaardere grond bewerken die langer nodig heeft om te drogen. “Als je te vroeg met je tractor de akker oprijdt, riskeer je de grond te beschadigen en dat kan je tijdens de volledige teelt meedragen”, vertelt Quintens.

De bietenteler vreest nu al voor de opbrengst. Met de voorspelde regen voor de komende dagen zal er pas in mei gezaaid worden. Tegenover de late inzaai, staat een mogelijk vroege oogst. Vorig jaar is de campagne laat begonnen waardoor telers met nachtvorst in problemen gekomen zijn en de sector voor miljoenen schade kende. “Daarom was er afgesproken om de campagne eerder te starten, 15 september in plaats van 25 september. Dat betekent dus fors minder groeidagen en dus minder volume. Dat staat nu al vast.”

Ook voor vlas begint de tijd te dringen. “Ook dat gewas is normaal gezien halverwege april al ingezaaid en kent een relatief korte groeiperiode van 100 dagen”, aldus Wullen. De West-Vlaming, met een lange carrière als loonwerker, heeft langdurige regenval in het voorjaar en vertraging van de voorjaarswerken al eerder meegemaakt. “In 2001 zijn we pas op 7 mei kunnen starten. Toen is het uiteindelijk toch nog goed gekomen met de oogst.”

Alhoewel hij dus niet bij voorbaat wil panikeren over de opbrengsten, wijst hij op een ander probleem in de keten die de vertraging met zich meebrengt. “De inzaai is verlaat en zal op kortere tijd moeten plaatsvinden. Dat betekent dat veel gewassen ook tegelijk rijp en oogstklaar zijn waardoor verwerkers met hun capaciteit in het gedrang kunnen komen.”

Lenterogge en Engels raaigras blijft staan

Waar de schade voor akkerbouwers en groenteteler mogelijk later duidelijk wordt, hebben sommige rundveehouders nu al te kampen met inkomstenderving. “Lenterogge, dat als vanggewas na de maïs is gezaaid, zou nu al binnen en ingekuild moeten zijn”, vertelt Jan Haveneers die met zijn zoon een loonwerkersbedrijf uitbaat in Bree. "Doordat het gewas op het land blijft staan, schiet hij wortel en neemt de kwaliteit sterk af.”

Jan Haveneers

Doordat lente rogge op het land blijft staan, schiet hij wortel en neemt de kwaliteit sterk af

Jan Haveneers - Loonwerker

Hierdoor zijn er volgens hem al rundveehouders die hun rogge ondergewerkt hebben. Niet alleen betekent dit verminderde ruwvoeropbrengst, ook gaat hier soms meer werk mee gepaard. “De rogge is te groot en te hard om onder te werken en moet eerst kapot gehakseld of geklepelmaaid worden voordat hij met de ploeg goed ondergewerkt kan worden”, aldus Haveneers die voornamelijk landwerk uitvoert voor melkveehouders.

Naast loonwerkers is hij ondervoorzitter van Landbouw-Service. Anders dan zijn collega Wullen, die op zwaardere grond werkt, heeft Haveneers op de zandgronden wel al wat werk kunnen verzetten. Toch schat hij de vertraging op drie weken. “Normaal gezien zouden we al 70 procent van de maïs ingezaaid hebben rond deze periode, maar dat is nu nog maar een 25 procent.”

Weinig nachtrust

“Het zullen korte nachten worden”, vertelt Jelle Pauwels, loonwerker in Vlimmeren (Beerse). In tegenstelling tot Wullen en Haveneers werkt hij als loonwerker alleen met hoogstens periodiek een seizoenarbeider. In "normale" jaren valt zijn hoogseizoen tussen april en half juni, met het uitrijden van vaste mest, het toedienen van drijfmest, ploegen en hooiwerken. Maar dit voorjaarsseizoen heeft hij ruimschoots de tijd om VILT te woord te staan.

Vorige week heeft hij enkele dagen kunnen werken totdat de regen in het weekend roet in het eten strooide. “Normaal ploegen we in deze periode tot 20 hectare per etmaal, nu heb ik op twee weken tijd 15 hectare geploegd.” Door de vertraging van de voorjaarswerken vreest Pauwels voor zijn vrije tijd. “In normale jaren zijn er vaak twee tot drie drukke weken waarbij ik nauwelijks aan slapen toekom. Dit jaar vrees ik voor meer slapeloze nachten.”

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek