Landbouwers ontvluchten Centraal-Amerika

Voor landbouwers wordt de situatie in verschillende landen in Centraal-Amerika haast onhoudbaar. Extreme weersomstandigheden, geweld en armoede dwingen hen om hun land uit te vluchten. “Als er niets gedaan wordt, telt Centraal-Amerika straks miljoenen klimaatvluchtelingen”, stelt het Klimaatpanel van de Verenigde Naties, dat twee weken lang digitaal samenzit in Guatemala om de impact van de opwarming op arme landen te herevalueren.

3 maart 2021
Lees meer over:

In Guatemala zitten 260 wetenschappers van het Klimaatpanel (IPCC) van de VN digitaal samen om de impact van de opwarming op arme landen te herevalueren. En die bestemming kozen ze niet zonder reden. “Het Centraal-Amerikaanse land illustreert bij uitstek hoe de toxische mix van opwarming, ecologische verwoesting en honger steeds meer mensen aanzet tot migreren”, klinkt het.

De cijfers schetsen een somber beeld. Volgens onderzoek van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de VN, uit 2019, was in dat jaar 8 procent van de boeren in de Droge Corridor, het zuidwesten van Centraal-Amerika, van plan te vertrekken. Door mislukte oogsten lukte het hen niet meer in hun levensonderhoud te voorzien. “In januari nog hielden Guatemalteekse militairen 9.000 wanhopige migranten uit het buurland Honduras tegen”, klinkt het.

“De problemen met het klimaat en leefmilieu komen boven op het wapengeweld, de armoede en het gebrek aan kansen”, zegt klimaatwetenschapper Edwin Castellanos van de Universidad del Valle in Guatemala-Stad, die de IPPC-conferentie mee opzet. “Fenomenen als de orkanen Eta en Iota, die in november massa's grond blank zetten, zijn vaak de laatste druppel, de trigger die mensen doet vertrekken.”

Vooral de groeiende schommeling tussen droog en nat is een probleem. “Je ziet dat het veel minder regent in mei en juni, het begin van het regenseizoen”, zegt Castellanos. “Die regen is cruciaal voor gewassen die in april gezaaid zijn. Regent het niet, dan gaat de oogst verloren en neemt de voedselonzekerheid toe. Op het einde van het regenseizoen valt dan weer te véél water.”

Onze knowhow aan de opwarming aanpassen én de ergste effecten ervan indammen: dat is wat ons te doen staat

Ricardo Rappalo - Regionaal FAO-directeur

Ook verwoestende megaprojecten laten Guatemalteekse boeren vaak geen keuze. Door de bouw van de Xalalá-waterkrachtcentrale, op de Chixoyrivier, vrezen plaatselijke landbouwers van de rivier te zullen worden afgesneden, hun grond te zien verdorren en opnieuw gedwongen ontheemd te raken. De boerengemeenschap – Copal AA – is er voorlopig wel in geslaagd om dat project tegen te houden.

Al heeft klimaatwetenschapper Edwin Castellanos begrip voor de boeren, toch vindt hij de opschorting eerder ongelukkig. “Om zijn klimaatdoelstellingen te halen streeft Guatemala naar 80 procent hernieuwbare energie”, reageert hij. “Naast zonne- en windenergie zijn ook hedendaagse waterkrachtcentrales met een lage milieu-impact belangrijk. Guatemala bezit immens veel potentieel, dat moeten we benutten. Maar dan moet ook de overheid haar werk doen. De bereidheid tot actie is echter miniem: minder dan één procent van de begroting gaat naar leefmilieu.”

Nochtans dringt de tijd. Guatemala moet inzetten op bodemherstel, herbebossing en het aanleren van aangepaste landbouwtechnieken, en zelfs dan wordt het moeilijk. “In een worstcasescenario zitten we hier tegen 2050 aan 3,9 miljoen klimaatmigranten”, zegt regionaal FAO-directeur Ricardo Rappalo. “Hoewel het klimaat niet de enige reden is voor de migratie, wordt het aandeel mensen dat om klimatologische redenen vertrekt volgens alle prognoses groter. Onze knowhow aan de opwarming aanpassen én de ergste effecten ervan indammen: dat is wat ons te doen staat.”

Bron: De Standaard

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek