Landbouw zorgt voor verbetering luchtkwaliteit

De uitstoot van luchtverontreinigende stoffen in Vlaanderen daalt elk jaar. Emissies die zure regen veroorzaken zijn sinds 1990 met 36 procent gedaald. Eén daarvan, ammoniak, is de voorbije twee jaren zelfs met 30 procent gedaald. Dat heeft vooral te maken met inspanningen in de landbouw, bijvoorbeeld door het injecteren van mest in de bodem.

De uitstoot van stoffen die ozon veroorzaken en 's zomers de hoge ozonconcentraties (zomersmog) verklaren, zijn sinds 1990 met 14 procent gedaald. De hoge ozonconcentraties van '89, '90 en '95 hebben zich niet herhaald. "Tijdens de zomer van 2001 werden de drempelwaarden elf keer overschreden, tijdens de zomer van 2002 slechts driemaal". Veel hangt natuurlijk af van het gegeven of het al niet een warme zomer was. De emissies die verantwoordelijk zijn voor het gat in de ozonlaag, zijn sinds 1995 gehalveerd.

Toch is de VMM niet onverdeeld gelukkig met de resultaten van haar onderzoeken. De broeikasgasemissies zijn sinds 1990 met 10 procent gestegen en de Kyoto-doelstellingen (7,5 procent daling tov 1990) liggen dus nog veraf.

"De opmerkelijk positieve resultaten uit het rapport 'Lozingen in de lucht' vinden we bovendien in mindere mate terug in de meetresultaten van de luchtkwaliteit in Vlaanderen", aldus de VMM. Vlaanderen ligt in de regio met de hoogste industriële activiteit en van het drukste autoverkeer per vierkante kilometer in Europa.

Dat verkeer blijft bovendien voor ernstige problemen zorgen. Zo is één van de zorgenkinderen, de aanwezigheid van fijn stof in de lucht, gedeeltelijk een gevolg van het dieselverkeer. Fijn stof is kleiner dan een honderdste van een millimeter en veroorzaakt irritaties van de luchtwegen en vroegtijdig overlijden. "Mochten de concentraties onder de grens van 20 microgram per kubieke meter blijven, voorkomen we 43 vroegtijdige overlijdens per 100.000 stedelingen".

Momenteel schommelen de gemiddelde concentraties in Vlaanderen echter tussen 30 en 40 microgram per kubieke meter lucht, met uitschieters in de Gentse Kanaalzone en verkeersdrukke omgevingen (Borgerhout, Ruisbroek, Vilvoorde). Europa legt voor 2005 een grenswaarde vast van 40 microgram en in 2010 een richtwaarde van 20 microgram per kubieke meter.

Lees ook: geVILT: "Het venijn zit onder de staart"