"Landbouw moet 60 procent meer produceren tegen 2050"
nieuwsDe wereldwijde landbouwproductie moet tegen 2050 met 60 procent toenemen om aan de groeiende vraag naar landbouwproducten te voldoen. Dat schrijven OESO en FAO in hun nieuwe Agricultural Outlook. Die groei moet op een duurzame manier gerealiseerd worden, voornamelijk via productiviteitsstijgingen in ontwikkelingslanden.
Volgens het rapport, een uitgave van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de Wereldvoedselorganisatie van de Verenigde Naties (FAO), neemt de vraag naar landbouwproducten toe omwille van verschillende factoren. Zo zijn er de bevolkingsgroei, de plattelandsvlucht met een toenemend aantal stedelingen, veranderende voedselpatronen in ontwikkelingslanden en de groeiende vraag naar biomassa. Dit maakt dat de wereld, ten opzichte van het vorige rapport uit 2007, een miljard ton meer graan en 200 miljoen ton meer vlees moet produceren.
Dit terwijl de productiegroei in traditioneel exporterende, ontwikkelde landen afneemt. Voor het komende decennium verwachten FAO en OESO bijvoorbeeld dat de productie slechts gemiddeld met 1,7 procent per jaar zal stijgen, terwijl het de voorbije decennia nog gemiddeld met meer dan twee procent steeg. Dat is te wijten aan stijgende productiekosten, een toenemend gebrek aan grondstoffen en een stijgende druk op het milieu, evenals de gevolgen van de klimaatverandering.
Gezien het gebrek aan grote hoeveelheden onbenutte, vruchtbare landbouwgrond in de wereld, moet deze productiestijging in de eerste plaats gerealiseerd worden door een verhoging van de productiviteit. Groeien zoals dat in het verleden gebeurde, is volgens het rapport niet meer haalbaar. In plaats daarvan moet de kloof in productiviteit tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden gedicht worden, met vooral een stijgende output in ontwikkelingslanden.
Behalve productiviteit zijn ‘groene’ groei en open markten volgens OESO en FAO essentieel. Overheden moeten daarom hun marktverstorende maatregelen afbouwen en een beleid uittekenen dat duurzame groei stimuleert, met een focus op kleinschalige boeren. Concreet moeten ze betere landbouwpraktijken en innovatie stimuleren, onder meer via steun voor educatie, onderzoek en infrastructuur.
Bovendien moeten ze de juiste commerciële, technische en regulerende omgeving creëren door het aantrekken van binnen- en buitenlandse investeringen, het opheffen van handelsbeperkingen en het afschaffen van niet-effectieve subsidies.
Specifiek voor ontwikkelingslanden, pleit het rapport nog voor investeringen in de infrastructuur van rurale gebieden, zodat de faciliteiten voor opslag, transport en irrigatie verbeteren. Verder moeten ontwikkelingslanden investeren in elektriciteit en informatie- en communicatiesystemen, evenals in menselijk kapitaal, door het opvoeren van publieke middelen voor gezondheidszorg, onderwijs en opleiding.
Wat de voedselprijzen ten slotte betreft, verwachten FAO en OESO dat ze de komende tien jaar stabiel zullen blijven of zelfs zullen dalen, al blijven ze gemiddeld 10 tot 30 procent hoger dan in het voorbije decennium. Naar aanleiding daarvan, roepen de organisaties op om de strijd tegen honger op te voeren.
Meer info: Agricultural Outlook 2012-2021
Bron: eigen verslaggeving/De Morgen