Lamy: "WTO klimt uit de impasse"

Dat is de conclusie van de eurocommissarissen Pascal Lamy (Handel) en Franz Fischler (Landbouw), die donderdag in Brussel de balans opmaakten van de succesvol afgeronde WTO-ministerconferentie in Qatar.

Na de mislukte conferentie van Seattle in 1999 belandde de WTO in een impasse. De organisatie werd één van de geliefkoosde doelwitten van de anti-globaliseringsbeweging, die het gebrek aan transparantie en democratie aan de kaak stelde. Lidstaten uit de derde landen hadden het gevoel er voor spek en bonen bij te lopen.

De nieuwe werkmethode van WTO-directeur Mike Moore kwam volgens de Commissie tegemoet aan deze verzuchtingen. "Het akkoord is uitstekend nieuws", zo stelde Lamy. Vooraf zat de Europese Unie nochtans in een "benarde tactische positie". Europa pleitte voor het opstarten van een liberaliseringsronde met een brede agenda, maar wou tegelijkertijd de bekommernissen van de ontwikkelingslanden in acht nemen.

Dat is volgens de Franse eurocommissaris goed gelukt. "De regeling rond geneesmiddelen is een goed voorbeeld van onze strategie. De tekst toont een delicaat evenwicht tussen het intellectuele eigendomsrecht en de volksgezondheid en de specifieke problemen van de derde wereld".

De ontwikkelingslanden krijgen tevens meer toegang tot de markten van de VS, Europa en Japan, bijvoorbeeld voor landbouwproducten. Vooraf was al duidelijk dat de Europese landbouw toegevingen zou moeten doen door de hoge exportsubsidies af te bouwen. Dat gebeurde ook, maar Fischler kan leven met de overeenkomst. "Vroeger was landbouw een dealbreaker, nu is het een dealmaker". Hij beklemtoonde dat de Europese Unie zich enkel engageerde tot een reductie. "Het akkoord geeft enkel de richting aan. De hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid is een zaak voor de Europese Unie".

Ook de belangrijke Europese strijdpunten haalden de eindtekst. Zo toonde Lamy zich opgetogen over de bepalingen inzake duurzame ontwikkeling, mededinging en investeringen. "Het algemene resultaat voldoet aan onze verwachtingen. Enkel de sociale aspecten vormen een uitzondering. Door de positie van India kon slechts het strikte minimum worden aanvaard".

Met het akkoord van Doha wordt de aftrap gegeven voor drie jaar durende liberaliseringsonderhandelingen. Volgend jaar wordt een jaar voor de voorbereiding van de onderhandelingsposities. Pas in 2003 zullen de besprekingen echt op gang komen, aldus Lamy.