Kunstmest ontsnapt aan de mestproblematiek
nieuwsVia de mestbankaangiftes moeten de landbouwbedrijven aanduiden hoeveel dieren ze houden (en dus wat hun productie van dierlijke mest is), hoeveel dierlijke mest ze gebruiken en ook hoeveel kunstmest ze gebruiken. In 2000 werd bijvoorbeeld het gebruik van 44 miljoen kg stikstof uit kunstmest aangegeven. Ter vergelijking; er werd in dat jaar 164 miljoen stikstof uit dierlijke mest geproduceerd en 157 miljoen kg daarvan gebruikt.
"De verklaring voor de dalende trend in het kunstmestgebruik is dat de Vlaamse landbouwers de laatste jaren vooral van dierlijke mest gebruik maken voor de basisbemesting", zegt Paul De Ligne, woordvoerder van de Mestbank. Niet verwonderlijk, rekening houdend met de grote mestproductie. Kunstmest wordt gebruikt om de bemesting te fine-tunen. Het stikstof in die chemische mest komt veel sneller vrij -en heeft dus sneller effect- dan in dierlijke mest. Kunstmest is zo makkelijker te doseren.
De boer kan invullen dat hij geen gebruik maakt van chemische meststoffen. Maar als hij gewassen heeft staan waarbij chemische mest noodzakelijk is -bijvoorbeeld tarwe- klopt die ontkenning niet. De Mestbank stuurt dan een brief om de landbouwer daar op te wijzen. Ze voert ook steekproefsgewijze bedrijfscontroles uit waarbij gecontroleerd wordt of de levering (facturen, leveringsbonnen, BTW-boekhouding) en het gebruik (aangifte Mestbank) van chemische meststoffen overeenstemmen.
Maar per perceel zijn er geen controles. Binnen de sector is het geen geheim dat er "zwarte" kunstmest op de akkers wordt gestrooid en dat de bemestingsnormen op die manier worden overschreden. Sommige Mestbank-ambtenaren beweren dat tot de helft van het kunstmestgebruik niet wordt aangegeven. Zij vrezen dat het dweilen met de kraan open is. Collega's van hen nuanceren die stelling sterk en hebben geen tekens dat dit massaal gebeurt. Ze wijzen er ook op dat kunstmest duurder is en de boer eigenlijk toch liever dierlijke mest gebruikt voor bepaalde gewassen.
Maar een sluitende controle is er niet. Ooit werd geopperd om de aanvoer van kunstmest in kaart te brengen. Maar dan zouden alle distributiekanalen verplicht een register moeten bijhouden en dat bleek onmogelijk. "Elk tuincentrum zou dan moeten nagaan of ze een zakje kunstmest aan een gewone particulier of een beroepslandbouwer verkopen", merkt François Stuyckens, hoofd van de Mestbank op. Kunstmest kan de boer trouwens ook in Wallonië of het buitenland aankopen.
De gebruikers van kunstmest zijn dus aangifteplichtig, maar de invoerders niet. "Het is zeer moeilijk om aan te geven wat de eventuele afwijking tussen de totale aanvoer (in België) en het gebruik van kunstmest (in Vlaanderen) zou kunnen zijn", zegt de Mestbank. "Kunstmestproducenten zijn internationale spelers op de wereldmarkt. België is in de kunstmestnijverheid een draaischijf, vooral voor de aanvoer van grondstoffen (via haven van Gent), de doorvoer van stoffen en kunstmest en de afvoer van kunstmest naar andere Europese landen (via de haven van Antwerpen)", merkt de Mestbank op.
Bij metingen het gebruik van kunstmest controleren kan ook niet. Aan nitraten in het water is niet te merken of ze van kunstmest of dierlijke mest afkomstig is. Opmerkelijk is wel dat in sommige bestaande gebieden ondanks de strenge bemestingsnormen toch nog altijd te hoge nitraatwaarden worden gemeten. Dat is of een erfenis uit het verleden, of het resultaat van - niet aangegeven - (kunst)mestgebruik. Het moet trouwens gezegd dat in de Nitraatrichtlijn alleen normen voor dierlijke mest staan en dat het gebruik van kunstmest in kwetsbare gebieden toegelaten is.
Bron: Belga