Koudestress: Hoe gaan dieren om met het vriesweer?

Deze week lag de temperatuur in België overal rond het vriespunt. Hoe verdragen landbouwdieren deze vriestemperaturen en vanaf wanneer krijgen ze koudestress? “Dieren kunnen tegen een stootje, maar we kunnen ze ook een extra handje helpen door de juiste maatregelen te nemen”, aldus Bart Pardon, professor Inwendige Ziekten Grote Huisdieren, verbonden aan de faculteit Dierengeneeskunde van de Universiteit Gent.

10 januari 2024  – Laatste update 10 januari 2024 18:14
koudestress-sneew-winter-1280

Deze week dook het kwik onder 0. Dat leidt soms tot verschillende klachten van ongeruste wandelaars langs weides over het welzijn van dieren. Hoewel sommige klachten terecht zijn, heersen er toch ook heel wat misverstanden.

De sleutel om te bepalen of dieren aan koudestress lijden, ligt in hun comfortzone, de situatie waarbij ze niets extra moeten doen om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. Voor een volwassen paard of koe kan dit gaan tot -5 graden. “Maar voor een kalfje van 3 weken oud ligt die zone tussen de 15 en 25 graden”, legt Pardon uit. “Wordt het kouder? Dan zal het dier extra energie moeten verbruiken om zijn lichaam op te warmen.” Naast de comfortzone speelt ook de gevoelstemperatuur een rol. “Als er bijvoorbeeld een koude wind staat, kan het buiten frisser aanvoelen dan wat de thermometer aangeeft. Door dit 'wind chill-effect', kunnen dieren sneller of meer koudestress ervaren”, aldus Pardon.

Factoren koudestress

Waar hangt die koudestress van af? Eén van de belangrijkste factoren is de verhouding tussen de lichaamsoppervlakte en het lichaamsgewicht. “Een volwassen koe is een groot en zwaar dier, waardoor de oppervlakte per gewichtseenheid kleiner is. Ze kan de warmte met andere woorden beter vasthouden”, verduidelijkt Pardon. “Vergelijk dat met een kalfje, dat in verhouding meer lichaamsoppervlakte heeft dan gewicht. Hierdoor verliest het veel meer warmte.” Die regel kan je doortrekken: hoe kleiner of jonger het dier, hoe gevoeliger het is voor koudestress.

Naast die verhouding, speelt ook isolatie een rol. “Net zoals bij huizen, beperkt de isolatie bij dieren het warmteverlies”, gaat Pardon verder. “De isolatie bestaat uit de vacht, die verschillende vormen kan hebben. Een natte vacht isoleert uiteraard minder dan een droge. Hetzelfde geldt voor een korte vacht. Paarden worden in de winter vaak geschoren. Je kan je voorstellen dat ze koudestress zullen ervaren als ze onbeschermd buiten lopen.” Ook het lichaamsvet is een goede isolator, maar ook een bron van energie. “Dikkere dieren, denk aan trekpaarden, kunnen bijvoorbeeld een pak beter tegen de koude.”

Als algemene regel geldt: hoe kleiner of jonger het dier, hoe gevoeliger het is voor koudestress

Bart Pardon - Professor Inwendige Ziekten Grote Huisdieren (UGent)

Belang van de voederstrategie

In de winter speelt het voeder een grote rol. Zo is het belangrijk om kalfjes meer geconcentreerde melk te geven. Voor volwassen paarden en koeien is het een goede optie om ze meer ruwvoer voor te schotelen. Dat verteert namelijk veel trager dan granen. “Zo stijgt de interne warmteproductie en verwarmen ze zich als het ware met de hulp van de bacteriën van binnen uit.”

Vanaf dat de temperaturen een duik nemen, halen veel eigenaars de winterdekens boven. “Dat kan een goede bescherming bieden”, vertelt Pardon. “Maar het kan evengoed zijn dat het dier nog steeds koudestress ervaart, omdat het onvoldoende of verkeerd gevoederd wordt. Omgekeerd ook: het is mogelijk dat een dier met een goed dieet, maar zonder deken op, perfect met de koude kan omgaan.”

koudestress-sneeuw-paard-icetiti-800x1152
koudestress-sneeuw-paard-zafira-800x1152

Vaak komen dingen verkeerd over. Enkel hooi in de wei lijkt misschien te weinig. Maar door het tragere verteringsproces van dat ruwvoer produceren paarden en koeien net meer warmte en zijn ze beter beschermd

Bart Pardon - Professor Inwendige Ziekten Grote Huisdieren (UGent)

“Zulke dingen komen vaak verkeerd over bij mensen. Ze zien paarden of koeien in de weide staan met, ocharme, een pak hooi of voordroog, waardoor het lijkt alsof ze niet goed verzorgd worden. Maar omdat ze meer hooi dan krachtvoer krijgen, produceren ze net meer warmte en zijn ze beter beschermd tegen de kou.”

lam-stal-stro-1280

Extra bescherming

Als het kouder wordt, is het natuurlijk belangrijk om de gevoelige dieren te beschermen. Dat geldt des te meer voor de pasgeboren dieren, zoals lammeren of kalveren. “Daar kan een warmtelamp veel verschil maken”, vertelt Pardon. “Een andere manier om het warmteverlies te beperken, is zorgen dat de dieren in een droge omgeving zitten. Daarnaast kan je wat extra stro geven, zodat de dieren zich er goed kunnen in nestelen. Qua beschutting gaat het dan over de iglo’s die afgedekt worden en goed geplaatste schuilhokken.”

Maar opnieuw is het de vraag of de wandelaar dit juist kan inschatten. “Een gammel kotje dat perfect georiënteerd is, kan bijvoorbeeld veel meer beschutting bieden dan een luxueuze paardenbox die als gevolg van de ruimtelijke ordening met de opening naar het noordoosten gericht staat”, illustreert Pardon. “Op koude dagen zal dat tweede hok, dat er veel mooier uitziet, de dieren niet beschermen tegen de wind.”

Voor bezorgde wandelaars heeft Pardon nog deze boodschap: “De paarden, koeien en schapen die nu buiten zitten, zijn voldoende aangepast aan de lage temperaturen en kunnen die goed opvangen. Weet ook dat de voederstrategie in de winterperiode aangepast wordt waardoor ze nog beter gewapend zijn tegen de koude. Merk je toch iets op, neem dan contact op met de eigenaar. Dieren die echt in de problemen komen door onderkoeling liggen vaak neer en bewegen niet veel. Ook een belangrijk aandachtspunt is de toegang tot vers en niet-bevroren drinkwater. Laten we er maar van uitgaan dat de overgrote meerderheid van de dierenhouders het beste voorheeft met hun dieren en blij zal zijn met de melding als er toch een dier in de problemen zou komen.”

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek