Komt Vlaamse mest ooit voorbij de taalgrens?
nieuwsIn ons land is de taalgrens ook een ‘mestgrens’ en het ziet er niet naar uit dat daar snel verandering in komt. Ook het overleg met Frankrijk, over de invoer van onbewerkte dierlijke mest uit Vlaanderen, zit al jaren vast. Vlaams minister van Landbouw Joke Schauvliege gaat net zoals haar voorgangers proberen om een doorbraak te forceren in beide dossiers. Francesco Vanderjeugd, volksvertegenwoordiger voor Open Vld, wou weten of het overleg tussen de overheidsadministraties al opgeschoten is. CD&V-parlementslid Bart Dochy is een ervaringsdeskundige in dit dossier – een schamele eer, zo zegt hij zelf – en heeft in de jaren ’90 de Vlaamse zaak nog gaan bepleiten bij de prefectuur van Rijsel. Blijkbaar zijn de Fransen benauwd dat Vlamingen ginder grond kopen en weerhoudt hen dat van mee te werken aan een oplossing.
Terwijl er met buurland Nederland een ‘grensboerregeling’ is getroffen zodat Vlaamse landbouwers bedrijfseigen mest kunnen afzetten op eigen percelen in Nederland zijn er tot op vandaag geen soortgelijke afspraken gemaakt met Wallonië. “In de praktijk wordt het vaak gedoogd, maar toch is er nood aan een officiële regeling voor deze materie”, weet Vlaams parlementslid Francesco Vanderjeugd (Open Vld). In haar beleidsnota stelt minister Joke Schauvliege zo’n regeling met Wallonië in het vooruitzicht zodat Vanderjeugd graag verneemt hoe ver het er mee staat. “Een legaal kader zou een goede zaak zijn voor Vlaamse boeren die nu al gronden hebben in Wallonië. Het maakt ook de aankoop van landbouwgrond, die over de taalgrens goedkoper is, attractiever en verbetert de Vlaamse mestbalans.”
Van het overleg met Frankrijk weet Vanderjeugd dat het heel oud is maar ook al heel wat jaren geleden vastgelopen is. Vlaams parlementslid Bart Dochy (CD&V) is goed geplaatst om op te rakelen hoeveel voorgangers van minister Schauvliege een poging ondernomen hebben om vooruitgang te boeken in het dossier. “Ik herinner me in het jaar 1994 de oprichting van een coöperatie die erin slaagde om op een gecontroleerde manier ruwe varkensmest naar Wallonië te brengen. Dat initiatief is stopgezet omdat het de bedoeling was om de mest op termijn te hygiëniseren, maar de installatie daarvoor is er nooit gekomen.”
Ook naar Frankrijk is er vooralsnog geen export van ruwe dierlijke mest, maar de problematiek is volgens Dochy verschillend. Veterinaire aspecten zijn daar een extra obstakel gelet op de Europese richtlijnen rond intracommunautair mesttransport, maar uit het relaas van de CD&V’er blijkt dat er onderhuids nog andere zaken meespelen. Samen met Bart Naeyaert en Jean de Bethune stond Dochy aan de wieg van de vzw Grensboeren. “Het opzet van de vzw was om met de Franse overheid te spreken, de problematiek op de agenda te zetten en de juridische procedures die gevoerd zijn te solidariseren onder de landbouwers.”
Bart Dochy rakelt een niet zo aangenaam verlopen gesprek met de prefectuur van Rijsel op. “Een belangrijke vrees van de Fransen die ertoe geleid heeft dat er nooit een oplossing gekomen is en die waarschijnlijk ook vandaag nog bestaat, is dat Vlaamse landbouwers wel eens gronden zouden kunnen opkopen in Frankrijk. Er is inderdaad een groot verschil in prijs, en dat houdt de Franse landbouworganisaties tegen om mee te werken aan een oplossing. Het blijft een probleem.”
Minister Schauvliege brengt Vanderjeugd en Dochy op de hoogte van een constructief overleg met de Waalse administratie in april van dit jaar. “Op basis van het overleg wordt op dit moment gewerkt aan een nota. Op basis daarvan moeten we bekijken of er nog knelpunten zijn en hoe we een protocol kunnen maken. We zijn niet negatief gestemd, maar het is zeker nog niet allemaal in kannen en kruiken.”
Export van mest naar Frankrijk is volgens haar een ander paar mouwen omdat dit op Europees niveau geregeld is. “Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen gehygiëniseerde meststoffen, zijnde gedroogde dikke fracties, en niet-gehygiëniseerde of ruwe mest. Voor de uitvoer van gehygiëniseerde mestproducten is geen invoertoestemming nodig. De producten moeten wel voldoen aan de productnormeringen. Voor de uitvoer van ruwe dierlijke mest is wel een invoertoestemming nodig van het land van bestemming. In Frankrijk is dat een bevoegdheid van de regionale departementen.”
Momenteel verlenen de Fransen alleen toestemming voor de invoer van onbehandelde pluimveemest en paardenmest, maar niet voor andere ruwe mestsoorten. “De Fransen vinden dat daaraan te veel gezondheidsrisico’s verbonden zijn”, citeert Schauvliege de officiële verklaring.