nieuws

Kellogg's bekroont thesis over Gents Eetverbond

nieuws
De pas afgestudeerde diëtiste Debbie Devenyn kreeg van ontbijtgranenproducent Kellogg's de 'Prijs voor Diëtitiek' voor haar thesis over het Gentse Eetverbond. Dat centrum biedt hulp aan mensen met eetproblemen. "We geven aandacht aan de mens, niet aan het probleem", zegt oprichtster Catherine Serck. "Ik kwam in mijn diëtistenpraktijk steeds meer in contact met mensen met eetstoornissen en realiseerde me dat de therapieën van toen de problemen niet verhielpen. Daarom ontwikkelde ik een nieuwe therapie".
5 februari 2008  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:02
De pas afgestudeerde diëtiste Debbie Devenyn kreeg van ontbijtgranenproducent Kellogg's de 'Prijs voor Diëtitiek' voor haar thesis over het Gentse Eetverbond. Dat is een centrum dat hulp biedt aan mensen met eetproblemen. "We geven aandacht aan de mens, niet aan het probleem", luidt het daar.

"In het Eetverbond kunnen mensen terecht met allerlei vragen en problemen in verband met voeding", zegt Catherine Serck. "We doen dus meer dan mensen met eetstoornissen begeleiden, al gaat het grootste deel van onze tijd wel naar die problematiek". Serck stampte in 2001 het Eetverbond uit de grond en vestigde zich aan de Eedverbondkaai.

"Ik kwam in mijn diëtistenpraktijk steeds meer in contact met mensen met eetstoornissen en realiseerde me dat de therapieën van toen de problemen niet verhielpen. Daarom ontwikkelde ik een nieuwe therapie". Centraal in de filosofie van het Eetverbond is het verband tussen lichaam en geest. "De band tussen voeding en psychologie is elementair", zegt Debbie Devenyn, die intussen professioneel aan het Eetverbond en het UZ verbonden is.

"Traditionele therapieën focussen op het gedrag, op eten en gewicht. Het Eetverbond legt de nadruk op hoe de persoon zich voelt. We geven aandacht aan de mens, niet zozeer aan het probleem want dat versterkt het enkel", luidt het. Het centrum doet dat op een multidisciplinaire manier. Naast drie voedingsdeskundigen zijn er ook een psychologe en een kinesitherapeute. Ze werken allemaal zelfstandig, maar overleggen regelmatig.

De klanten hoeven overigens niet bij iedereen therapie te volgen. "Ze bepalen zelf aan wat ze behoefte hebben. We hebben respect voor hun beslissingen en noden. Maar als het juiste moment er is, verwijzen we graag door", zegt Serck. Een volledige therapie neemt al gauw verschillende jaren in beslag. En de frequentie van bezoeken hangt af van de ernst van de situatie. Dat de aanpak loont, bewijst een recente evaluatie. "We behalen goede resultaten", bevestigt Serck.

"Ik merk dat onze visie aanslaat. Ook in andere therapieën wordt nu meer de nadruk gelegd op het psychologische element. Een eetstoornis wijst immers altijd op een onderliggend probleem. Mensen met anorexia zijn bijvoorbeeld overdreven perfectionistisch. Hun doelstellingen zijn niet realistisch en op een gegeven moment kunnen ze hun idealen niet meer verwezenlijken. Daarom zoeken ze houvast in iets waar ze wel nog controle over hebben, hun eten. Ze spenderen negentig procent van hun tijd aan eten, althans in gedachten. Het is een obsessie, maar ze doen het enkel om te ontsnappen aan iets anders. Wij verminderen dat percentage geleidelijk aan. We brengen ze terug naar de werkelijkheid en laten ze opnieuw leven", besluit Serck.(KS)

Bron: Het Nieuwsblad

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek