Kan quinoa doorbreken als nieuwe Vlaamse teelt?

Het project ‘Quinoa Lokaal’ moet van de opschaling van de quinoateelt in Vlaanderen een haalbare kaart maken. Vandaag wordt ongeveer 50 hectare quinoa lokaal geteeld, maar de vraag is vele malen hoger en nog steeds stijgend. Tegen 2024 wil het project een areaaltoename van 50 tot 150 hectare realiseren. “Dit is een haalbare kaart”, benadrukt projectcoördinator Gerda Cnops van ILVO. “We willen de teelttechniek en de rassenkeuze verder verfijnen en voor de rest inzetten op kennisdeling met telers en op ketenopbouw.”
28 januari 2020  – Laatste update 14 september 2020 14:53

Het project ‘Quinoa Lokaal’ moet van de opschaling van de quinoateelt in Vlaanderen een haalbare kaart maken. Vandaag wordt ongeveer 50 hectare quinoa lokaal geteeld, maar de vraag is vele malen hoger en nog steeds stijgend. Tegen 2024 wil het project een areaaltoename van 50 tot 150 hectare realiseren. “Dit is een haalbare kaart”, benadrukt projectcoördinator Gerda Cnops van ILVO. “We willen de teelttechniek en de rassenkeuze verder verfijnen en voor de rest inzetten op kennisdeling met telers en op ketenopbouw.”

Quinoa is een eiwitrijk pseudograan met interessante nutritionele kenmerken waardoor het erg in trek is bij consumenten. Zo bevat het essentiële aminozuren in de juiste verhouding die bovendien goed opneembaar zijn door de mens. Dat biedt perspectieven in het kader van eiwitdiversificatie. Verder heeft quinoa een hoger mineralengehalte dan tarwe, rijst of maïs en bevat het verschillende vitamines, voedingsvezels en antioxidanten. Daarom wordt het onder meer gebruikt in voeding voor astronauten en ouderen. Bovendien is het glutenvrij waardoor het ook past in een glutenvrij en suikerarm dieet.

Bijkomend positief punt is het groene imago dat het product heeft bij de consument. “Quinoa heeft geen tot nauwelijks behoefte aan gewasbescherming, het put de bodem niet uit en het past ook in een ruimere teeltrotatie, bijvoorbeeld als volggewas na maïs. Door die positieve kenmerken is de vraag naar quinoa stijgend. Ook de interesse vanuit de horeca, catering en voedingsindustrie groeit. Want naast de zaden op zich kan quinoa ook dienen als ingrediënt voor vleesvervangers, ontbijtgranen, bier, brood, pasta, enz. Het gros van de quinoa die in Vlaanderen wordt geconsumeerd, is vandaag echter afkomstig van Zuid-Amerika.

Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), het West-Vlaamse praktijkcentrum Inagro en Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant hebben de handen in elkaar geslagen om van quinoa een potentiële nieuwe Vlaamse teelt te maken. De afgelopen vijf jaar werd al heel veel werk verzet binnen het Vlaams Quinoa Platform dat onder meer onderzoek deed naar de haalbaarheid van de teelt in onze klimatologische omstandigheden. Intussen is duidelijk dat een aantal middelvroege rassen een goede opbrengst met interessant eiwitgehalte opleveren.

Toch moeten er nog een aantal obstakels uit de weg geruimd worden om opschaling mogelijk te maken. Dit zal gebeuren binnen het project ‘Quinoa Lokaal’, of kortweg QUILO. “Vandaag realiseren we opbrengsten tot drie ton per hectare, maar dit willen we verder optrekken door te zoeken naar de meest geschikte rassen voor ons klimaat, de juiste bemesting, de juiste plantdichtheid en mechanische onkruidbestrijding”, vertelt Gerda Cnops. Het quinoa-areaal in Vlaanderen bedraagt vandaag ongeveer 50 hectare.

Het project mikt op opschaling van de teelt en wil op korte termijn komen tot een verdrievoudiging van dat areaal. Daar willen de drie onderzoekscentra de komende vier jaar in elk geval werk van maken, samen met een lerend netwerk van zowel gangbare als biologische landbouwers. “We gaan maximaal inzetten op kennisdeling via teeltdemo’s, openvelddagen en een ‘Quilopedia’ kennisbank, waar landbouwers alle praktische teeltinformatie kunnen terugvinden”, legt Cnops uit.

Om de uitrol in Vlaanderen verder te stimuleren, wordt bovendien onderzocht onder welke voorwaarden quinoa een rendabele teelt kan worden. Door ook het bedrijfsleven bij dit project te betrekken, zoals zaadbedrijven, machineconstructeurs, voedingsindustrie, retail, enz., hopen de onderzoekers tot slot de ontwikkeling van lokale ketens voor toelevering, verpakking, sortering, verwerking en afzet te bevorderen. “Tijdens een eerste ontmoeting met alle betrokkenen bij het project was het enthousiasme in elk geval groot”, klinkt het.

Vlaams minister van Landbouw en Innovatie Hilde Crevits is blij met dit vervolgtraject voor het onderzoek naar de haalbaarheid van de quinoateelt in Vlaanderen. “Innovatie is ook in onze landbouwsector van groot belang. De teelt van nieuwe producten zoals quinoa biedt nieuwe mogelijkheden voor onze landbouwers. Het is goed dat onderzoekscentra, landbouwers en bedrijfsleven daarvoor de handen in elkaar slaan”, aldus de minister.

Het QUILO-project kan onder mee rekenen op een half miljoen euro steun van het Agentschap Innoveren en Ondernemen.

Beeld: ILVO

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek