Japan wil exportbeperkingen aan banden leggen

In de marge van de WTO-gesprekken over de liberalisering van de wereldhandel heeft Japan een voorstel gelanceerd om exportbeperkingen voor voedsel binnen de perken te houden. De voorbije weken zochten meerdere landen hun heil in dergelijke maatregelen om de stijgende voedselprijzen in eigen land onder controle te houden. Japan kreeg onder meer de steun van Zwitserland, maar de ontwikkelingslanden reageerden erg lauw. Dat zegt Crawford Falconer, die de gesprekken over het landbouwhoofdstuk in de Doha-ronde leidt.

Volgens de huidige WTO-regels zijn exportbeperkingen toegestaan. Als het van Japan afhangt, moeten landen in de toekomst eerst de Wereldhandelsorganisatie op de hoogte brengen vooraleer zo'n ingreep door te voeren. Dit moet het voor andere WTO-lidstaten mogelijk maken om hierover in dialoog te treden. De Japanners stellen voor dat in geval van onenigheid een expertencomité een bindend advies verstrekt over de betwiste maatregel.

Het huidige voorstel in de Doha-ronde verplicht landen enkel om de WTO op de hoogte te brengen van exportbeperkingen binnen een termijn van negentig dagen na de invoering van de maatregel. Anderzijds is het de bedoeling om alle bestaande exportbeperkingen in één jaar tijd uit te faseren. Nieuwe exportbeperkingen zouden maximaal nog voor een jaar gelden. In het geval dat importerende landen geen bezwaar aantekenen, is een termijn van 18 maanden mogelijk.

Vooraleer de voedselprijzen begonnen te stijgen, ging de discussie in de Doha-ronde voornamelijk over de reductie van invoerheffingen zodat exporterende landen grotere volumes konden afzetten op de wereldmarkt. Op dit ogenblik slopen veel netto-importerende landen vrijwillig hun tolmuren omdat exporterende landen hun voorraden niet op de markt brengen.(KS)