Jambon wil flexibiliteit van Europa voor natuurdoelstellingen
Reportage“Net zoals het geld van de Europese structuurfondsen naar de armere landen vloeit, zo zou Europa ook geografisch moeten diversifiëren in natuurdoelstellingen. De bevolkingsdichtheid van landen zou daarbij meegenomen moeten worden.” Tijdens een bezoek aan een melkveebedrijf in Essen zei Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) hier de volgende legislatuur in Europa voor te willen lobbyen. Het bezoek van Jambon aan het Kempense melkveebedrijf kaderde in de Landbouwtoer van Boerenbond waarbij de landbouworganisatie in aanloop naar de verkiezingen politici langs landbouwbedrijven leidt.
Nadat premier Alexander De Croo (Open Vld) vorige week de Landbouwtoer van Boerenbond opende, was het donderdag de beurt aan Vlaams minister-president Jan Jambon. In vogelvlucht nog geen 15 kilometer van zijn woonplaats Brasschaat, bezocht hij het melkveebedrijf van de familie Godrie in Essen. Het bedrijf telt 300 melkkoeien en verbreedde enkele jaren geleden zijn activiteiten met teambuildings in een boerderijomgeving (Farmfun).
Met deze groepsactiviteiten voor scholen, bedrijven en andere organisaties wil het landbouwbedrijf naar eigen zeggen bijdragen aan het dichten van de kloof tussen landbouw en de burgers. Dit was wellicht één van de redenen waarom Boerenbond het melkveebedrijf heeft opgenomen in zijn Landbouwtoer waarbij de beleidsprioriteiten voor de landbouwsector in de aanloop naar de verkiezingen aangestipt worden.
Ook is het bedrijf in Essen symbolisch voor de onzekerheid die nog steeds met het stikstofbeleid gepaard gaat. Het bedrijf van Gitte en Gert Godrie bevindt zich vlakbij de Kalmthoutse Heide en kreeg in het verleden een oranje PAS-brief. De voorziene uitbreiding met 100 extra koeien staat momenteel on hold omdat de ammoniakreductie die moet gebeuren om deze uitbreiding te kunnen vergunnen, momenteel ongekend en niet berekenbaar is.
Stikstofdossier: zwaard van Damocles
“Er is een stikstofdecreet, maar onze PAS-referentie is nog onduidelijk”, zegt zaakvoerder Gert Godrie tegen Jambon. Hoe deze PAS-referentie moet worden berekend, wordt momenteel in uitvoeringsbesluiten vastgelegd. “In het ene scenario moet ik een reductie van 12 procent doen en in het andere scenario moeten we maar liefst 39 procent stikstof reduceren. 12 procent zou met technieken nog te doen zijn, maar 39 procent is onhaalbaar. Dan zouden we een gedeelte van ons vee moeten inleveren en valt ons business model in duigen”, vervolgt de boer.
“De onzekerheid bij landbouwers of ze hun bedrijf nog zullen kunnen uitbaten na 2030 en of het zin heeft om vandaag nog investeringen te doen, hangt als het zwaard van Damocles boven hun hoofden. We mogen geen tijd verliezen en moeten landbouwers erkennen in hun strategische rol als voedselproducenten, cruciale economische sector en belangrijke schakel in Vlaanderen als exportregio”, drukte Boerenbondsvoorzitter Lode Ceyssens de Vlaamse minister-president op het hart. Zo riep de landbouworganisatie de politicus op om snel werk te maken van de omslag naar een emissiemodel in plaats van een depositiemodel.
Of N-VA ook komende legislatuur mee aan het roer zal staan, is op dit moment natuurlijk nog niet duidelijk. Waarom zouden boeren voor N-VA moeten stemmen, de partij die in hun ogen met onder andere het stikstofdossier niet bepaald een pro-landbouwkoers volgde? “In tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland, waar zelfs de bouw op veel plaatsten stil ligt omwille van stikstof, hebben wij wel een decreet. Hierdoor kunnen er in Vlaanderen weer vergunning verstrekt worden”, pareert Jambon.
Pleiten voor versoepelingen in Europa
De mogelijkheid om weer vergunningen te kunnen verstrekken (aan landbouw, maar ook aan industrie) was volgens hem de belangrijkste drijfveer van de partij om voor het stikstofakkoord te ijveren. Hij wees daarbij ook naar Europa. “Deze maatregelen waren nodig in de Europese context. Wij hebben 20 jaar geleden SBZ-gebieden aangewezen en met Europa afgesproken om hier de biodiversiteit te verbeteren. En stikstof heeft een negatieve impact op deze biodiversiteit.”
Alhoewel Vlaanderen gehouden is aan Europese richtlijnen, betekent dat voor Jambon niet dat de volgende Vlaamse regering zich daarbij passief moet neerleggen. “Net zoals het geld van de Europese structuurfondsen naar de armere landen vloeit, zo zou Europa ook geografisch moeten diversifiëren in natuurdoelstellingen. De bevolkingsdichtheid van landen zou daarbij een bepalende factor moeten zijn. In dichtbevolkte landen is het veel lastiger de Europese doelstellingen te halen dan in dunbevolkte gebieden.”
Hiermee resoneert Jambon de Nederlandse plannen om de komende tijd naar Europa te trekken. “In Europa wordt met lef alles op alles gezet om Europese richtlijnen zo aan te passen dat ze werkbaar zijn en het verdienmodel ondersteunen”, luidt daar in het hoofdlijnenakkoord de opdracht aan de toekomstige Nederlandse minister van Landbouw. Bij onze noorderburen wil men onder andere van de Europese Unie dat ze de afschaffing van derogatie terugdraait. Ook voor Vlaanderen is het lobbyen in Brussel voor een soepelere omgang met richtlijnen niet vreemd. Deze legislatuur trok de Vlaamse regering al naar Europa om onrealistische doelstellingen rond het Turnhouts Vennengebied aan te kaarten. Met weinig succes overigens. Jambon: “Hier kregen we vooralsnog nul op het rekest.”
Landbouw als strategische sector
Jambon gaf tijdens zijn bezoek aan het melkveebedrijf aan boeren te zien als ondernemers en de landbouw als strategische sector. “Dat is ook de reden dat we een strategische overleg gestart zijn met de landbouw waarbij verschillende knelpunten en problemen bespreekbaar gemaakt kunnen worden.” Boerenbondvoorzitter Ceyssens sprak hierover zijn appreciatie uit. Hij was ook positief over het “Landbouwakkoord” dat eind februari door de Vlaamse regering werd goedgekeurd.
Deze bevat volgens Boerenbond enkele cruciale initiatieven voor de landbouwsector, zoals soepelere regels rond de registratie van kunstmest, het wegwerken van disproportionele boetes van de Mestbank en modulaire vergunningen in het kader van het vereenvoudigen van de vergunningverlening, die ondertussen ook in regelgeving gegoten zijn. “Daarnaast zijn er nog heel wat afspraken die verdere uitvoering vragen de komende maanden, zoals een structurele bescherming van landbouwgrond.”
Tijdens het bezoek werd ook stilgestaan bij het belang van een eengemaakte Europese markt. Het merendeel van de export van vleesvee en andere land- en tuinbouwproducten vertrekt naar de ons omringende landen en andere Europese landen. Ook verdere afzetlanden als China en de VS, zijn belangrijke landen om niche- en ‘specialty’ producten af te zetten, waarvoor in België volgens Boerenbond niet altijd een markt aanwezig is. De landbouworganisatie is vragende partij om op regelmatige basis handelsmissies op te zetten om de goede relaties te onderhouden of om nieuwe markten aan te boren en te investeren in de uitbouw van een diplomatiek netwerk van attachés die zich focussen op de promotie van onze land- en tuinbouwproducten in het buitenland. De totale export van de sector is immers goed voor 60 miljard euro per jaar.
Tegenover het potentieel van export, staat volgens Boerenbond de bedreiging van import uit landen waar de eisen op het gebied van duurzaamheid en dierenwelzijn minder hoog liggen. De landbouworganisatie waarschuwde in dat kader andermaal voor handelsverslagen zoals Mercosur met een aantal Zuid-Amerikaanse landen. Deze zorgen volgens Boerenbond voor een ongelijk speelveld en moeten vermeden worden. “Goede handelsakkoorden moeten garanderen dat de landbouwsector niet de dupe is van handelsafspraken ten gunste van andere sectoren zoals IT of energie”, gaf Lode Ceyssens nog aan de minister-president mee.

Bron: Eigen berichtgeving