Internationale biotechstart-ups reizen naar Gent voor dure maar revolutionaire droom
ReportageBacteriedodende virussen, Belgische koffie, gerecycleerde fruitschillen en paddenstoelenplastic: het zijn slechts enkele van de markante technologieën opgeworpen door elf internationale biotechstart-ups op de Biotope-meetup in Gent. Biotope is een incubatieprogramma opgericht door het Vlaams Instituut voor Biotechnologie VIB. Via het delen van kennis – en voor de gelukkigen, financiële steun – helpt biotope deze ondernemers hun dure maar revolutionaire technologieën waarmaken.
Weinig ondernemingen hebben zo’n hoge ‘cost of entry’ als de biotechindustrie. Het personeel is hooggeschoold, en de benodigde materialen zijn vaak zo duur als de wetgeving complex is. Het is een risicovolle industrie, maar risico’s kunnen lonen. Succesverhalen zien een torenhoge return of investment. Anderen zien miljoenen euro’s en jaren werk hopeloos verloren gaan. De enige zekerheid die deze ondernemers hebben, is dat het vaak jaren duurt alvorens een beloftevol idee zich vertaalt naar de eerste eurocent pure winst.
Toch zijn de knapste koppen binnen de sector erop gebrand om hun gedurfde ideeën waar te maken. De beste, maatschappelijk waardevolle ideeën maken kans op steun van Biotope Ventures, een investeringsfonds gelinkt aan biotope. Jaarlijks investeert Biotope Ventures 250.000 euro in een zestal startups.
Risicovolle begindagen
Gratis geld? Niet helemaal. De steun komt er in de vorm van een converteerbare lening. Biotech geeft financiële steun om een bedrijf te helpen doorstarten. In ruil zal het bedrijf bij een latere investeringsronde deze steun terugbetalen, in de vorm van aandelen. Let wel: het zal altijd gaan om een minderheidsaandeel, gewoonlijk onder de tien procent. Geen overdreven beloning. Het investeringsprogramma steunt bedrijven in hun meest risicovolle begindagen, en wil zo de nodige zuurstof geven aan ideeën die anders wellicht nooit het licht zouden zien.
Dat het concept werkt, is inmiddels wel bewezen. Slechts weken voor de aanvang van de meet-up maakt het biotechbedrijf Zymofix, een eerdere ontvanger van Biotope-steun, bekend dat het twee miljoen euro aan financiering heeft opgehaald bij diverse bronnen. Een investering die gericht is op het opschalen van innovatieve fermentatietechnologie voor duurzame landbouw en industrie.
Annick Verween beheert 'biotope by VIB' en is host van de avond. Zij en haar collega’s willen de komende drie weken twee tot vier nieuwe beloftevolle projecten uitkiezen. “Vanuit VIB zijn er twee trajecten”, zegt ze. “Enerzijds heb je onze eigen spin-offs, gebaseerd op onze eigen intellectuele eigendom. Hier heeft VIB een groot aandeel in, omdat VIB zelf het bedrijf opricht. Wij blijven hier meerderheidsaandeelhouder.”
Een VIB spin-off wordt pas gelanceerd wanneer er nieuw kapitaal geinvesteerd is, omdat we weten dat het ontwikkelen biotechnologie zeer lang duurt
250.000 euro per starter
Landbouwspin-offs zijn zeldzaam bij VIB. “De afgelopen 25 jaar hebben we er slechts vijf gelanceerd”, zegt Verween. “Dat is vrij beperkt, maar we werken ook anders dan vele universiteiten. We lanceren pas een spin-off wanneer een bedrijf voldoet aan al onze criteria én wanneer er voldoende financiering is. Een VIB spin-off wordt pas gelanceerd wanneer er nieuw kapitaal geinvesteerd is, omdat we weten dat het ontwikkelen biotechnologie zeer lang duurt.”
Bij biotope gaat het echter om start-ups die niet gelinkt zijn aan VIB. “We investeren in bedrijven in een heel vroeg stadium. Het gaat hier om bedrijfjes die geld nodig hebben om de wetenschappelijke en zakelijke onzekerheden binnen hun bedrijfsidee uit te spitten. De steun ligt vast op 250.000 euro, komende van Biotope Ventures. Bij een volgende ronde krijgen we in ruil voor het geïnvesteerde geld aandelen, maar het blijft een minderheidsparticipatie.”
Voorwaarden
De voorgestelde technologieën moeten aan drie eisen voldoen. “Eén: is de technologie zo beloftevol en robuust als we willen? Dat is voor ons de kernvraag”, zegt Verween. Ten tweede bekijken we of het probleem dat deze technologie oplost een zodanige toegevoegde waarde biedt dat de klant ervoor wil betalen.”
De derde eis is ook het moeilijkste te bepalen: de menselijke factor. “Heeft een bedrijf de nodige mensen om het tot een succes te doen groeien? Dat is steeds een moeilijke vraag. Er zijn bedrijven met fantastische technologieën die vergaan door slecht management. En evengoed zien we het omgekeerde: goede managers die leunen op onvoldoende bewezen technologie.”
Verween vindt biotech nooit ‘Blue Ocean’ voor ondernemingen. “Het is zelden zo dat je technologie een probleem kan oplossen dat nog niet elders kan worden opgelost, maar het is wel een wereldje waarin diverse spelers naast elkaar kunnen staan”, zegt ze. “Als ondernemer moet je vooral beseffen waar in het veld je staat, en wat je anders doet dan je concurrenten. De ene focust meer op duurzaamheid, de andere wil vooral een goedkope oplossing.”
Het mankeert biotope nooit aan welwillende kandidaten “Er zijn heel veel start-ups, maar de vraag is altijd of hun bouwblokjes zwaar genoeg wegen. Dat is niet altijd het geval. Zeker in de landbouw, met veel meer oplossingen dan alleen biotech, zien we honderden tot duizenden innovaties in Europa, maar ze hebben lang niet allemaal de juiste oplossing om de markt te penetreren. Weinig start-ups en spin-offs beseffen hoe financieel intensief het is om landbouwer te zijn. Er bestaan veel solutions om de opbrengst van boeren te verbeteren, maar als die innovatie eerst een zware investering vraagt om in werking te treden, onderschat men vaak hoe lang het zal duren voor de boer om dat geld terug te verdienen.”
“En dan is er nog het wetgevende luik. Europa wordt gezien als de ‘silicon valley’ van de regulation: ‘hoe meer, hoe beter’. Dat bevordert de innovatie absoluut niet. Vooral omdat biotech zonder deze horde al een werk van lange adem is.”
Gezonde naïviteit
Vele biotechinitiatieven stranden dus ook al bij de eerste investeringsronden. Een bedrijf dat 70 miljoen euro nodig heeft voor een product op de markt komt, is lang niet vreemd. “Zowel de spin-offs als de start-ups moeten investeerders al vroeg overtuigen dat ze een strategie hebben naar wetgeving en intellectuele eigendom toe. Veel ondernemers zijn nog altijd naïef in hoeveel tijd en geld er bij de opstart van een bedrijf komt kijken. Dat is een nadeel, maar ook een voordeel, want ik denk dat velen er anders niet eens aan zouden beginnen. Die naïviteit is dus ergens nodig voor innovatie.”
De afgelopen zes, zeven jaar is veel geld gegaan naar goeie ondernemers die een mooi verhaal kunnen vertellen, maar waarvan de technologie niet noodzakelijk heel robuust was
Naïviteit was er ook lang aan de kant van de investeerders. Volgens Verween hebben veel mislukte investeringen in het verleden investeerders meewarig gemaakt om nog grote risico’s te nemen. “Kijk maar naar kweekvlees”, zegt ze. “De afgelopen zes, zeven jaar is veel geld gegaan naar goeie ondernemers die een mooi verhaal kunnen vertellen, maar waarvan de technologie niet noodzakelijk heel robuust was. Er zijn veel bedrijven die kweekvlees kunnen maken in een petrischaaltje. Maar veel ondernemers hebben niet de expertise om het degelijk op te schalen en te verdelen. Het gevolg: veel teleurgestelde investeerders, wat maakt dat er nu veel minder buzz is rond de technologie dan een paar jaar geleden. De technologie was nog niet voldoende op schaal om realistische beloftes naar de toekomst te blijven.”
Blijvende bij het voorbeeld, nuanceert Verween wel dat kweekvlees wel degelijk beloftevol kan zijn. “Maar waar investeerders vroeger geneigd waren de uitleg van ondernemende wetenschappers blindelings te volgen, werkt men nu met experten om deze start-ups al van bij het begin grondig te analyseren. De uitdaging zit hem heel vaak in de opschaling. Technologie die werkt op een schaal van 100 milliliter, is niet noodzakelijk toepasbaar wanneer je spreekt over duizenden liters productie. Daar werd vroeger vaak te gemakkelijk van uit gegaan.”
Bodem en plant-based
Het afgelopen congres ziet wel enkele trends passeren. Aandacht voor bodemzorg is flink toegenomen, en plant-based is koning.
“Plant-based werkt zeer goed naar bedrijven toe”, zegt Verween. “Al is ook hier meewarigheid van bedrijven die zeer veel geld hebben gestoken in bijvoorbeeld vleesvervangers, die niet leverden wat men beloofde. Toch blijf ik erbij: de eerste die een plantaardige burger ontwikkelt, niet te onderscheiden van een dierlijke hamburger qua smaak én prijs, zal succesvol zijn.”

Zijn vleesvervangers gezonder dan ‘echt’ vlees?
29 november 2024“Animal-based is een ander verhaal. Ook hier heb je veel beloftevolle technologieën die dierlijke producten produceren zonder de nood aan een intensieve veeteelt. Maar wat de veeteelt betreft, zien we dat de vraag zich vooral situeert bij een verbetering van dierenwelzijn. Technologie met een focus op het intensiveren van dierlijke productie, bijvoorbeeld probiotica die maken dat we meer dieren kunnen houden op kleine ruimtes, wekken minder enthousiasme. Veel investeerders vragen zich immers af of er wel vraag is naar het verder intensiveren van de veeteelt. Een gezonder, meer duurzaam productieproces is echter wel interessant.”
“Veel investeerders gaan zelfs verder en beogen een diervrij voedselsysteem”, zegt Verween. “Heel onrealistisch als je het mij vraagt, maar er zijn veel ideologisch gedreven investeerders die er alles voor over hebben.”
Bodemzorg, een haast ongekend fenomeen nog geen generatie geleden, is ook nu big business bij investeerders. “Regeneratieve landbouw scoort goed bij investeerders, al maakt dat niet dat er geen twijfels zijn aan de investeringskant.”
Geld niet de drijfveer
Die twijfels geven dan ook bestaansreden voor biotope. Het investeringsprogramma biedt steun aan maatschappelijk relevante technologieën die nog niet het vertrouwen van de investeringsmarkt gewonnen hebben. “Of we return krijgen op onze investeringen? ? Dat is momenteel nog niet te voorspellen”, zegt Verween. “Het feit dat investeerders er zelden geld op durven inzetten, zegt genoeg. De financiële return is ook niet onze drijfveer. Wat wel? Dat we Vlaanderen op de kaart willen zetten wat betreft biotech en agrifood.”
Voor deze missie moeten dus risico’s genomen worden. Veel bedrijven blijven anders vast in een Catch 22.
Maar dat een initiatief als biotope werkt, is nu al bewezen. “In het verleden hebben we 250.000 euro geïnvesteerd in Zymofix. Zij delen nu het nieuws dat ze in een vervolgronde het vertrouwen hebben gewonnen van investeerders. Dit toont dat als je ondernemers het geld en de faciliteiten geeft op het juiste moment, ze de cirkel kunnen doorbreken en worden opgepikt door anders risicoaverse ondernemers.”
Agri investment Fund
Biotope is overigens niet het enige investeringsprogramma voor beginnende start-ups. Zo is er het Agri Investment Fund (AIF), die ook één van de investeerders in Biotope Ventures is. Dit is een fonds van de groep Boerenbond dat zich toespitst op Agro-food, met grootste focus op Agri-tech. Zij investeren in ondernemingsprojecten die rechtstreeks of onrechtstreeks, op korte of op lange termijn, kunnen bijdragen tot een verbetering van de competitieve situatie van de land‐ en tuinbouw binnen het werkgebied van Boerenbond. Recent nog verbindt het AIF zich tot twee miljoen euro als co-lead investeerder samen met VIVES IUF in een financieringsronde van 5,2 miljoen voor de opstart van UCLouvain spin-off BiocSol, dat een nieuw type microbiële biopesticiden ontwikkelt. De oplossingen van BiocSol zijn gebaseerd op een decennium van onderzoek, en via deze financiering willen ze hun werking uitbreiden en opschalen.
BiocSol's eerste biopesticiden, die al positieve initiële resultaten toonden in veldproeven, richten zich op aardappelziektes (Phytophthora infestans en Alternaria solani) en valse meeldauw in sla en druiven. Deze schimmel- en oömyceetpathogenen ontwikkelen in sneltempo resistentie tegen traditionele (chemische) behandelingen, waardoor wereldwijd een aanzienlijk deel van de jaarlijkse oogst wordt vernietigd en de voedselzekerheid wordt bedreigd. Een nieuw, duurzaam hulpmiddel ontwikkeld door BiocSol moet dit tegengaan.
Hoewel veel investeerders aarzelen om vroegtijdig te investeren in oplossingen voor gewasbescherming vanwege de langere time-to-market, zien wij het als onze strategische rol om deze kloof te overbruggen
Vroegtijdig investeren
"Deze nieuwe investering past goed in de strategie van AIF, aangezien het eerste product zich richt op aardappelen, traditioneel een belangrijk gewas voor de Belgische landbouw. Bovendien stelt het ons in staat om toe te treden tot het snelgroeiende AgTech-ecosysteem in Wallonië," zegt Patrik Haesen, CEO van Agri Investment Fund. "We zijn bijzonder onder de indruk van de innovatieve aanpak van BiocSol, dat enkele van de meest urgente landbouwproblemen aanpakt door meerdere werkingsmechanismen te creëren om pathogenen te bestrijden die snel resistentie ontwikkelen tegen de huidige oplossingen."
"Door voor het eerst de rol van co-lead op zich te nemen voor deze kapitaalronde, zet AIF een volgende stap in zijn ontwikkeling", voegt Sonja De Becker, voorzitter van Agri Investment Fund, toe. "Hoewel veel investeerders aarzelen om vroegtijdig te investeren in oplossingen voor gewasbescherming vanwege de langere time-to-market, zien wij het als onze strategische rol om deze kloof te overbruggen en veelbelovende bedrijven zoals BiocSol op gang te helpen."

Bron: Eigen berichtgeving
Beeld: Stokedhouse