Inagro en REO ontvangen Tommelein en Vanderjeugd

Onderzoeks- en adviescentrum Inagro heeft samen met Veiling REO Vlaams minister van Energie Bart Tommelein en Vlaams parlementslid Francesco Vanderjeugd ontvangen. Tijdens dat bezoek kregen beide Open Vld'ers uitleg over het Agrotopia-project en de uitdagingen en opportuniteiten van de land- en tuinbouw op vlak van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Tommelein herhaalde dat hij gelooft in de rol die de sector kan spelen in de energietransitie die hij voor ogen heeft. “Technologisch gebeurt er veel en ook juridisch zullen een aantal obstakels binnen enkele jaren verdwijnen”, klinkt het. Hij rekent op de land- en tuinbouw om opnieuw te pionieren als het zover is.
23 november 2017  – Laatste update 4 april 2020 15:38
Lees meer over:

Onderzoeks- en adviescentrum Inagro heeft samen met Veiling REO Vlaams minister van Energie Bart Tommelein en Vlaams parlementslid Francesco Vanderjeugd ontvangen. Tijdens dat bezoek kregen beide Open Vld'ers uitleg over het Agrotopia-project en de uitdagingen en opportuniteiten van de land- en tuinbouw op vlak van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Tommelein herhaalde dat hij gelooft in de rol die de sector kan spelen in de energietransitie die hij voor ogen heeft. “Technologisch gebeurt er veel en ook juridisch zullen een aantal obstakels binnen enkele jaren verdwijnen”, klinkt het. Hij rekent op de land- en tuinbouw om opnieuw te pionieren als het zover is.

Bart Ryckaert, diensthoofd energie bij Inagro, schetste de vijf belangrijkste kansen en bijbehorende uitdagingen voor hernieuwbare energie op een landbouwbedrijf. Ten eerste is er het grote potentieel om energie te produceren op de bedrijven. Ze hebben ruime daken voor zonnepanelen, ruimte voor kleine of middelgrote windturbines en grote hoeveelheden biomassa voor de productie van biogas. “De koppeling van het gebruik met de productie van elektriciteit zorgt echter voor een suboptimale benutting van dit potentieel. Door saldering toe te staan, gekoppeld met het afschaffen van de terugdraaiende teller, kan dit potentieel benut worden bij bedrijven die nu te weinig verbruik hebben”, benadrukt hij.

Ten tweede is er de snelle vooruitgang op vlak van batterijen (opslagcapaciteit) en ook hun dalende kostprijs. “De inzet hiervan kan voor netstabiliteit zorgen. Op Inagro gebruiken we ze al in onze bioloods: overdag laden ze op en ’s nachts voeden ze de frigo’s. Maar de netbeheerders beschouwen ze momenteel als een extra decentrale productie, in plaats van een decentrale netstabilisatie om piekvermogens op te vangen.”

Een derde kans is pocketvergisting, een relatief nieuwe techniek. Het vergisten van lokale biomassa die niet met voeder of voedsel in concurrentie gaat, op boerderijschaal, kan een grote meerwaarde betekenen voor het Vlaamse klimaatbeleid en voor de netstabiliteit op het platteland. “Pocketvergisting kan immers lokale reststromen omzetten naar energie, de energieproductie kan gestuurd worden volgens de noden terwijl er veel broeikasgasemissies vermeden worden”, legt Ryckaert uit.

Ten vierde is er de productie van biomethaan uit biogas, iets wat momenteel nog niet ondersteund wordt en ook nog nauwelijks gekend is. Nochtans biedt het volgens Ryckaert veel kansen: biomethaan uit biogas kan ingezet worden voor netstabilisatie, het kan groene elektriciteit uit gascentrales opleveren en het kan dienen als groene transportbrandstof. Tommelein reageerde dat ook biomethaan “alle kansen” zal krijgen. “Het zal wel moeten, willen we onze energiedoelstellingen halen”, klinkt het.

De laatste opportuniteit zijn kleine en middelgrote windturbines, waarnaar volgens Ryckaert veel vraag is op landbouwbedrijven. Ook dit wordt door Tommelein goed onthaald. “Ik wil dat stimuleren. Uit het energiepact zal blijken dat we meer windmolens nodig hebben. Ik wil proefprojecten opzetten om uit te zoeken wat mogelijk is met kleine en middelgrote turbines. Want vele kleintjes maken een grote. En dan kijk ik in de eerste plaats naar de land- en tuinbouw om ze te plaatsen.”

Wat de obstakels betreft die Ryckaert heeft aangehaald, is Tommelein duidelijk. “De komende jaren zal er veel veranderen op vlak van technologie maar ook wetgeving. Een aantal obstakels zullen verdwijnen, bijvoorbeeld inzake energieopslag en saldering. Het is de bedoeling dat iedereen zijn dak bijvoorbeeld vol zonnepanelen kan leggen, en het teveel dat ze verbruiken op het net kunnen injecteren. Ik reken op land- en tuinbouwers om opnieuw te pionieren als het zover is. Mede dankzij de investeringssteun (VLIF) waarop zij beroep kunnen doen, maar ook omdat zij zich meer dan anderen bewust zijn van hun verbruik”, stelt hij.

Peter Bleyaert, glastuinbouwspecialist bij Inagro en Paul Demyttenaere, directeur van REO stelden het project Agrotopia voor. De bouw van de dakserre op de kistenloods van REO start in maart volgend jaar. Ze zal bestaan uit ongeveer 6.000 m² teeltruimte met 10 compartimenten, grotendeels opgebouwd uit diffuus glas en uitgerust met schermdoeken om energieverlies en hier en daar ook lichthinder tegen te gaan. Bijzonder is de 12 meter hoge gevelserre langs de ring in Roeselare, een etalageruimte voor demo’s van innovaties door toeleveringsbedrijven, en een compartiment voor meerlagenteelt onder kunstmatige belichting. Behalve in substraat zal er geteeld worden in een eb-vloed-systeem, in goten en op drijvers.

Het onderzoek in de serre zal gericht zijn op de traditionele glastuinbouw (blad- en vruchtgroenten) maar ook op stadslandbouw. “De ligging van de site nabij het centrum van de stad, vlakbij de ring, vraagt daarom”, klinkt het. Daarenboven zetten de partners in de serre maximaal in op het sluiten van kringlopen, waaronder energie en water.

De serre zal verwarmd worden met restwarmte aangeleverd door de WKK van de veiling en door de nabijgelegen afvalverbrandingsoven van MIROM. Ook zal onderzocht worden of het mogelijk is CO2 uit de rookwarmte van MIROM te zuiveren voor gebruik in de serre. Een deel van de elektriciteitsbehoefte zal gedekt worden door zonnepanelen op het dak (onthaalgedeelte) en regenwater zal worden opgeslagen in vijf grote silo’s.

In de serre zal onderzocht worden hoe het warmte- en elektriciteitsgebruik in de glastuinbouw omlaag kan. Een aantal afdelingen worden daarom uitgerust met dubbele energieschermen in combinatie met ‘ventilation jets’ om het principe van ‘het nieuwe telen’ toe te passen en te demonstreren. Ook worden verschillende opstellingen voor meervoudig ruimtegebruik getest, zodat meer geproduceerd kan worden op dezelfde oppervlakte – opnieuw een energiebesparing. Een voorbeeld van meervoudig ruimtegebruik is futagrow, waarbij grote en kleine planten gecombineerd worden om leegstand in de serre te vermijden.

Tot slot wordt geopteerd voor LED’s als belichting in de teeltafdelingen, om het elektriciteitsgebruik te drukken. Ze zullen onder meer gebruikt worden voor tussenbelichting bij tomaten, bij meervoudig ruimtegebruik, en voor ziektebestrijding. “We gaan de effecten van de verschillende kleuren LED’s op ziektes bestuderen. Want ook residuen van gewasbeschermingsmiddelen zijn een maatschappelijke bezorgdheid”, stelt Bleyaert.

“Met Agrotopia willen we onder meer een signaal geven: glastuinbouw is belangrijk voor deze provincie”, vult Demyttenaere aan. Qua uitstraling kan het project in ieder geval tellen, zowel naar de sector als naar de onderzoekswereld als naar de bredere omgeving. Bewust is daarom gekozen voor het ontwerp met de sterkste vormentaal. En door er samen met UGent een leerstoel aan te koppelen, hopen Inagro en REO de site ook op Europees vlak een prominente rol toe te kennen. “Dit moet dé site worden voor onderzoek naar glastuinbouw en energie in Europa”, klinkt het.  

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek