Houthandelaar vrijgesproken voor invoer beschermde houtsoort

Enkele medewerkers van de milieu-organisatie Greenpeace onderschepten in mei 1999 een fax van de houthandel waarin stond dat er in de haven van Zeebrugge net een lading van de beschermde tropische houtsoort was gearriveerd. Dergelijke houtsoort mag worden verhandeld, maar er is een vergunning nodig voor de in- en uitvoer.

Die had de houthandel volgens Greenpeace niet en daarom lichtte de milieuorganisatie het ministerie van Landbouw in. Die stuurde enkele inspecteurs naar Zeebrugge die inderdaad vaststelden dat er tussen een lading van meer dan 300 houtstammen een zeventigtal stammen van de beschermde houtsoort zaten.

Volgens de verdediging van zaakvoerder Stefaan V. heeft hij ter goeder trouw gehandeld en daarin werd hij dus gevolgd door de rechter. Hij dacht namelijk dat er een andere, niet beschermde houtsoort was aangekomen in Zeebrugge, waarvoor er geen vergunning nodig is. In paniek heeft hij wel een vergunning voor de beschermde houtsoort aangevraagd in Kongo, waar het hout was gekapt. Ondertussen is die vergunning in orde.

31 van de 71 stammen, die nog niet waren verkocht en in beslag waren genomen door het parket, worden opnieuw aan de zaakvoerder teruggegeven. De rest is al verkocht. De waarde van de zeventigtal stammen bedraagt ongeveer 8 miljoen frank.