nieuws

Hoeveel geld gaat er naar landbouwbeleid EU en waarom?

nieuws
Naar aanleiding van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid beantwoordt de Europese Commissie enkele vaak gestelde vragen over dat GLB en over de landbouw in Europa. Zo leren we dat er 12 miljoen (fulltime) landbouwers in de EU zijn. Dankzij het GLB kunnen de Europese boeren voorzien in de behoeften van 500 miljoen Europeanen. Dat kost een EU-burger 30 cent per dag.
5 juli 2013  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:22

Naar aanleiding van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid beantwoordt de Europese Commissie enkele vaak gestelde vragen over dat GLB en over de landbouw in Europa. Zo leren we dat er 12 miljoen (fulltime) landbouwers in de EU zijn. Samen zorgen zij voor 46 miljoen jobs. Dankzij het GLB kunnen de Europese boeren voorzien in de behoeften van 500 miljoen Europeanen. Dat kost een EU-burger 30 cent per dag.

De belangrijkste doelstellingen van het Europees landbouwbeleid zijn een billijke levensstandaard voor de landbouwers en een stabiele, veilige en betaalbare voedselvoorziening voor de consument. Sinds de start in 1962 is het GLB sterk veranderd en met de jongste hervorming is dat opnieuw zo. De Europese instellingen streven met hun GLB-akkoord drie prioriteiten na: een rendabele voedselproductie, duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen en een evenwichtige ontwikkeling van de landelijke gebieden in de EU.

Elke EU-burger betaalt gemiddeld 30 cent per dag voor het GLB. Het aandeel van het GLB-budget in de jaarbegroting van de EU bedroeg in 2011 43 procent, wat neerkomt op 58 miljard euro. In 1984 was dat nog 72 procent. "Sindsdien blijft het budget dalen, en dat terwijl het aantal landbouwers na de verschillende uitbreidingen van de EU sinds 1992 is verdubbeld", merkt de Europese Commissie op.

Alles bij elkaar kost het totale GLB minder dan één procent van de totale overheidsuitgaven van alle EU-landen samen. "Bovendien zijn alle overheidsuitgaven voor landbouw in de EU op Europees niveau gebundeld, iets wat in geen enkele andere sector zo is geregeld", aldus de Commissie. Ter vergelijking: de EU-lidstaten besteden drie keer zoveel aan defensie.

Dat bijna 40 procent van de EU-begroting naar het GLB gaat, heeft als reden dat landbouw de enige sector is waar alleen Europees geld naar toe gaat. De lidstaten hoeven dus zelf niets bij te leggen. Voor andere beleidsdomeinen, zoals onderzoek, onderwijs en opleiding, vervoer, defensie, pensioenen en gezondheidszorg, geeft de EU niets of nauwelijks iets uit en berust de verantwoordelijkheid inzake zowel financiering als uitvoering uitsluitend of voor het grootste deel bij de lidstaten.

Ook in perioden van hoge voedselprijzen krijgt een landbouwer inkomensondersteuning omdat de vergoeding die hij voor zijn producten ontvangt, maar een fractie is van wat de consument voor voedingswaren betaalt. "Graan maakt bijvoorbeeld maar vijf procent uit van de prijs van een brood", illustreert de Commissie. "Tegenover een verhoging van de prijs die de consument moet betalen, staat dus niet noodzakelijk een stijging van het inkomen van de landbouwers."

Bovendien nemen de productiekosten voor de landbouwers toe en zijn landbouwers bijzonder gevoelig voor de steeds frequentere en extremere markt- en prijsschommelingen. Zo is de energierekening van de landbouwbedrijven de afgelopen jaren met maar liefst 223 procent gestegen en is de prijs voor meststoffen met 163 procent toegenomen. De landbouwprijzen daarentegen zijn met gemiddeld slechts 50 procent gestegen, zo blijkt uit de memo van de Commissie.

Via het GLB krijgen landbouwers inkomenssteun en steun voor de toepassing van duurzame landbouwmethoden. Die rechtstreekse steun krijgen ze maar als ze zich houden aan strenge eisen inzake voedselveiligheid, milieu, diergezondheid en dierenwelzijn. Het volledige bedrag wordt door de EU betaald. Door de jongste hervorming zal 30 procent ervan pas aan de landbouwer worden uitgekeerd als hij meedoet aan de zogenaamde vergroening.

Het tweede soort maatregelen is marktondersteuning, bijvoorbeeld wanneer slechte weersomstandigheden de markt destabiliseren. Voor deze betalingen wordt minder dan 10 procent van de GLB-begroting gebruikt.

Het derde pakket maatregelen, plattelandsontwikkeling, helpt landbouwers bij de modernisering van hun bedrijf zodat ze beter kunnen concurreren en tegelijk kunnen zorgen voor een goed milieu, diversifiëring naar andere dan landbouwactiviteiten en een leefbare plattelandsgemeenschap. Deze maatregelen worden gedeeltelijk door de lidstaten bekostigd, zijn veelal over meerdere jaren gespreid en zijn goed voor circa 20 procent van de totale GLB‑begroting.

Meer info: Veel gestelde vragen over het GLB en de landbouw in Europa

Beeld: Steff Noppen

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek