Helft van de Belgische veevoedereiwitten komt uit EU
nieuwsDe veehouderij in ons land moet minder afhankelijk worden van de import van plantaardige eiwitten van buiten Europa. Door de mengvoederindustrie werden cijfers op die ambitie gekleefd. Het gebruik van soja moet omlaag van 800.000 ton in 2010 naar 600.000 ton (gecertificeerde) soja tegen 2015. Het alternatief voeren we grotendeels in uit andere EU-lidstaten. Duitsland levert ons vooral koolzaadschroot terwijl zonnepitschroot en luzernepellets uit Frankrijk komen.
Op een schriftelijke vraag van Vlaams parlementslid Karlos Callens (Open Vld) geeft minister-president Kris Peeters inzicht in de alternatieve eiwitbronnen voor de veehouderij. Hij baseert zich daarvoor op cijfermateriaal van de Belgische mengvoederindustrie, vertegenwoordigd door BEMEFA. Dit houdt wel een beperking in aangezien de cijfers de eiwitstromen die niet via veevoederfabrieken lopen niet in beeld brengen. “Meestal gaat het over toch eerder kleine hoeveelheden bedrijfseigen eiwitproductie of nevenproducten van zelf gewonnen biodiesel, zoals de koolzaadkoek na koude persing van koolzaad”, weet Peeters.
De belangrijkste teelt van eiwit in België en Vlaanderen is gras, al dan niet in combinatie met vlinderbloemigen zoals klaver en luzerne. Ook deze erg belangrijke zelf geteelde eiwitbron is niet gevat door de statistieken van BEMEFA. Belangrijke eiwitbronnen die als ‘Belgisch’ beschouwd kunnen worden, zijn niet zozeer de eiwithoudende gewassen maar wel de bijproducten van de biobrandstofindustrie (DDGS) en de zetmeelindustrie (tarweglutenvoer). De maïs en granen die hiervoor als grondstof dienen, worden hoofdzakelijk in ons land geteeld.
Het leeuwendeel van de binnen Europa afkomstige eiwitbronnen heeft een niet-Belgische oorsprong. De minister-president heeft het dan over koolzaadschroot, zonnepitschroot, luzerne, maisvoermeel en lijnzaadschilfers. Koolzaadschroot, dat voornamelijk van de Duitse biobrandstofindustrie komt, wordt wellicht de belangrijkste eiwitbron voor ons veevoeder. “De afname door de Belgische mengvoederindustrie gaat richting 700.000 ton koolzaadschroot per jaar”, aldus Peeters. Andere belangrijke bijproducten uit de Europese voedings- of biobrandstofindustrie zijn: tarweglutenvoer (300.000 ton), zonnepitschroot (140.000 ton), maisvoermeel (80.000 ton), DDGS op basis van tarwe (70.000 T), erwten (60.000 T) en lijnzaadschilfers (60.000 T). Samen komt het er ongeveer op neer dat de helft van de eiwitbronnen voor veevoeder uit Europa komen.
Bron: eigen verslaggeving