Geuzenbrouwers gaan eigen krieken oogsten

De geuzenbrouwers van de Zennevallei en het Pajottenland kunnen over vijf jaar opnieuw hun eigen krieken oogsten. Ze plantten de eerste kriekenbomen aan in de tuin van het Herman Teirlinckhuis in Beersel. "Niets is meer eigen aan de deze streek dan de kriek en de geuze. Dan is het toch niet logisch dat de grondstoffen voor het brouwproces vooral uit Polen komen", aldus burgemeester Hugo Casaer.

De Beerselse burgervader opende zondag officieel de nieuwe kriekengaard. Alle geuzenbrouwers uit de regio hielpen mee met het planten van de eerste boompjes. Het kersverse plantgoed kreeg geen water toegediend, maar wel een mengeling van kriekbier. Het is de bedoeling dat de geuzebrouwers over vijf jaar symbolisch de eerste oogst binnenhalen en mee verwerken in hun brouwproces.

"Uiteraard is de kriekengaard vooral symbolisch bedoeld om ons streekproduct bij uitstek in de kijker te plaatsen", zegt Casaer. "Daarom kijken we uit om in het kader van het plattelandsproject Meigemheide een geschikte boomgaard van minstens een hectare te zoeken. Hier zouden de geuzebrouwers, die verenigd zijn in de vzw Horal, dan zelf hun eigen krieken kunnen kweken en oogsten. Dit kan een vervolg zijn op de kriekengaard, en mogelijk wordt het zelfs een rendabel project".

Dat de eerste kriekengaard werd aangelegd in de tuin van het Herman Teirlinckhuis is overigens niet toevallig. De schrijver en dichter was een vurig liefhebber van deze streekbieren en stak dat ook niet onder stoelen of banken.