Gelden regels voor veeslachting en thuisverbruik vlees?
nieuwsHet gebeurt hoe langer hoe minder, maar daarom ontsnapt het nog niet aan de aandacht van het Voedselagentschap. We hebben het over het slachten van dieren door de eigenaar waarna het vlees in zijn diepvriezer belandt. Een omzendbrief verduidelijkt het wettelijk kader voor particuliere slachtingen van runderen, varkens en schapen. De belangrijkste regel om te onthouden, is dat het vlees nooit in het handelscircuit gebracht mag worden. Het is bestemd voor de eigenaar en zijn gezin en mag niet, ook niet deels, afgestaan worden aan derden. Wie een rund slacht voor thuisverbruik heeft dus maar beter een groot gezin en meerdere diepvriezers.
Naast het vlees van miljoenen kippen, schapen, varkens en runderen dat in het commercieel circuit belandt, worden er in ons land relatief kleine aantallen dieren geslacht voor consumptie door de eigenaar. Dat is wettelijk toegestaan voor pluimvee en konijnen maar eveneens voor grotere dieren zoals schapen, varkens en zelfs voor runderen. Al komt er voor deze groep dieren, de zogenaamde hoefdieren, een aangifteplicht bij kijken.
Het jaarverslag van het Voedselagentschap bevat de aantallen particuliere slachtingen die vorig jaar in een slachthuis uitgevoerd werden: 43.303 stuks pluimvee, 6.612 runderen, 2.300 schapen, 1.013 konijnen, 316 varkens, 87 kalveren, 12 éénhoevigen (paarden of ezels) en zes geiten. Ter vergelijking: tien jaar eerder werden nog bijna 20.000 runderen particulier geslacht, evenals 2.207 kalveren en 1.195 varkens. Alleen het aantal particuliere slachtingen van schapen is in al die jaren constant gebleven.
Het Voedselagentschap verduidelijkt het wettelijk kader voor particuliere slachtingen in een omzendbrief. Daarin wordt er sterk de nadruk op gelegd dat het vlees bestemd is voor de eigenaar van het dier en zijn gezin, en niet aan derden verkocht of afgestaan mag worden. Die regel geldt voor schapen en voor varkens maar ook voor koeien. Erg praktisch lijkt het niet om een koe vet te mesten en te slachten voor thuisconsumptie want een karkas weegt al gauw een paar honderd kilo, te veel dus om als gezin in een jaar tijd te verorberen.
De andere voorschriften zijn minder problematisch. Als algemene regel geldt dat hoefdieren enkel in een erkend slachthuis geslacht mogen worden, maar daarop bestaan uitzonderingen. Varkens, schapen en geiten mogen namelijk ook thuis geslacht worden zodat de eigenaar de keuze heeft om het dier naar een slachthuis af te voeren of een deskundig slachter aan de deur te laten komen. Een particulier mag ook zelf slachten als hij in staat is om dit op een deskundige wijze te doen. In geval van een noodslachting van een gewond dier kan dat bij een rund uitzonderlijk ook thuis, tenminste het verdoven, kelen en uitbloeden. Een landbouwer kan van een zwaar gewonde koe die niet meer vervoerd kan worden het vlees dus nog recupereren voor thuisverbruik.
In de omzendbrief van het FAVV wordt niet gerept over dierenwelzijn omdat dit een Vlaamse bevoegdheid werd, maar het moet wel degelijk gerespecteerd worden. De dienst Dierenwelzijn van het Departement Leefmilieu verduidelijkt wat dit betekent: "Thuisslachtingen mogen enkel uitgevoerd worden door personen die over de nodige kennis en bekwaamheid beschikken om dit op een deskundige wijze te doen, zodanig dat het lijden van het dier zoveel mogelijk beperkt blijft. De dieren moeten ook verdoofd worden voor het slachten, volgens een door de Europese wetgeving goedgekeurde methode. Voor herkauwers en varkens kan hier bijvoorbeeld gebruikgemaakt worden van een penschiettoestel."
Het slachten van dieren zonder verdoving, wat kan toegestaan worden om religieuze redenen, mag enkel plaatsvinden in erkende slachthuizen. "Dieren die buiten een erkend slachthuis geslacht worden, moeten dus altijd verdoofd worden voor de slacht", zo benadrukt de dienst Dierenwelzijn. "Het thuisslachten van kippen en konijnen valt buiten het toepassingsgebied van de Europese wetgeving, maar het valt wel onder de algemene dierenwelzijnswet, dus ook hier moet het dierenwelzijn gerespecteerd worden. Cervicale discolatie (de nek omdraaien) en onthoofding bij kippen worden hierbij aanvaard, mits dit goed uitgevoerd wordt."
Een particuliere thuisslachting moet minstens twee werkdagen op voorhand door de eigenaar aangegeven worden bij zijn gemeente. Indien de particuliere slachting in een slachthuis plaatsvindt, gebeurt de aangifte bij de aankomst van het dier in het slachthuis. In beide gevallen ontvangt de particulier een aangiftebewijs dat hij dient te bewaren tot het eind van het jaar volgend op de slachting. Om een particuliere slachting te kunnen aangeven, moet men zich voorafgaand eenmalig laten registreren door de gemeente of de provinciale controle-eenheid van het FAVV.
Bij een thuisslachting wordt er geen keuring opgelegd, wat wel het geval is bij een particuliere slachting in een erkend slachthuis. De keuringsprocedure is dan krak dezelfde als bij commerciële slachtingen, maar het vlees dat geschikt wordt bevonden voor menselijke consumptie wordt niet bekleed met het ovale gezondheidsmerk. Het karkas en slachtafval krijgt in de plaats daarvan een bijzonder ruitvormig keurmerk zodat het zeker niet in het handelscircuit belandt.
Meer info: Omzendbrief FAVV