Gabriels onder vuur in parlement

Federaal landbouwminister Jaak Gabriëls kan geen uitzondering toestaan op de algemene voorzorgsmaatregel om verdachte schapen- en geitenbedrijven op te ruimen. Wachten op de resultaten van bloedstalen kan evenmin. Dat liet de VLD-minister donderdag weten in de Kamer en de Senaat, waar kritische vragen werden gesteld over de lopende opruimingsacties van verdachte (schapen- en geiten-)bedrijven.

In de Kamer vroeg VU/ID-fractieleidster Frieda Brepoels om de biologische geitenhouderij in Klemskerke te sparen. Kan niet, liet minister van sociale zaken, Frank Vandenbroucke, in naam van Gabriëls, weten. "Het risico op besmetting is te groot om voor een individueel geval een uitzondering op de algemene maatregel toe te laten", klonk het. Gabriëls herhaalde dat hij de onderrichtingen van het Europees Veterinair Comité volgt.

"Een politieke showmaatregel", noemde Brepoels de beslissing om het geitenbedrijf, waar na 1 februari 12 geiten uit Wales werden ingevoerd, hoedanook op te ruimen.

In de Senaat had Frans Lozie (agalev) vragen over de opruimactie van landbouw. Gabriëls liet via justitieminister Marc Verwilghen, weten dat mond- en klauwzeer de meest besmettelijke virale ziekte voor tweehoevigen is. "Vandaar dat niet gewacht wordt op de uitslagen van de bloedanalyses, eenmaal de beslissing genomen dat een bedrijf preventief moet worden opgeruimd. Het is namelijk zo dat een gevoelig dier al verschillende dagen verspreider van het virus kan zijn, zonder dat daarvan bewijzen worden teruggevonden in het bloed", aldus Gabriëls.

Lozie vond de antwoorden van Gabriëls "intrigerend en een minister van middenstand onwaardig". Lozie heeft het over "Kafka in Klemskerke". Gabriëls meet met verschillende maten en gewichten: "drastisch vernietigend voor het familiale kleinvee- en biobedrijf, en veel trager en omzichtiger voor de industriële varkenshouderij". "Zijn de familiale kleinveebedrijven economisch minder belangrijk dan de industriële varkenshouderij?", vraagt Agalev zich af.

Gabriëls liet in de Senaat nog weten dat er wel degelijk financiële compensaties voorzien zijn voor de kleinveehouders (zoals schapen- en geitenhouders), op basis van de waarde van de veestapel. Maar hij moest wel toegeven dat er voor kleinvee nog geen Fonds operationeel is. Voor varkens, runderen en pluimvee is dat wel het geval (via het Sanitair Fonds). "De Europese Commissie overweegt de zaak mee te financieren, maar moet eerst de nodige budgetlijnen voorzien", klonk het.

In een persmededeling zei Gabriëls "het feit op zich" van de opruiming van het biologisch geitenbedrijf in Klemskerke te betreuren. Maar hij benadrukt dat er geen enkel risico kan genomen worden in een materie die een ganse economische sector aanbelangt. "Als federaal minister is het mijn taak onze nationale veestapel te beschermen (...) Het systeem van uitzonderingen heeft ons in het verleden al meer dan voldoende miserie opgeleverd", aldus nog Gabriëls.