nieuws

"Fogra haalde te goeder trouw frituurvetten op"

nieuws
De advocaten van Jacques en Jacqueline Thill van het Waalse Fogra hebben donderdag de vrijspraak gevraagd voor hun cliënten. Het uitbreken van de dioxinecrisis was "malchance" en niet de verantwoordelijkheid van Fogra, zei advocaat Nelissen Grade. "Fogra haalde te goeder trouw in de containerparken frituurvetten op, die door een onbekende vervuild werden met transformatorolie. Er was geen enkele wettelijke controle". Eerder werd een jaar celstraf met uitstel gevorderd tegen Jacques en Jacqueline Thill.
4 september 2008  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:05
De advocaten van Jacques en Jacqueline Thill van het Waalse Fogra hebben donderdag de vrijspraak gevraagd voor hun cliënten. Het uitbreken van de dioxinecrisis was "malchance" en niet de verantwoordelijkheid van Fogra, zei advocaat Nelissen Grade. "Fogra haalde te goeder trouw in de containerparken frituurvetten op, die door een onbekende vervuild werden met transformatorolie. Er was geen enkele wettelijke controle".

Het openbaar ministerie had eerder een jaar celstraf met uitstel gevorderd tegen Jacques en Jacqueline Thill. De met pcb's vervuilde frituurvetten kwamen bij Verkest terecht, die het mengde met de dierlijke vetten voor de veevoederfabrikanten. "Iedereen, de veevoederproducenten en de overheid inclusief, wist dat er risico was op besmetting. Fogra haalde de frituurvetten op bij frituren, slagers, klinieken en containerparken", aldus Yves Nelissen Grade. Wie wat in de vaten voor frituurolie dumpte, was dus onmogelijk te controleren.

"Dat er in al die jaren nooit een probleem was, was puur geluk. Fogra moest echter geen enkele wettelijke bepaling rond de frituurvetten naleven, en kan niet verantwoordelijk gesteld worden. Wij leverden uitsluitend aan Verkest, maar wat er daarna mee gebeurde wisten we niet". De verdediging vroeg de vrijspraak, en, indien de rechtbank daar niet op ingaat, de overschrijding van de redelijke termijn.

De advocaten van Verkest en Thill stellen dat de burgerlijke partijen in de zaak geen recht hebben op een schadevergoeding. De Belgische staat eist een bedrag van 400 miljoen euro, maar ook een zestigtal veevoederfabrikanten, broeierijen en slagers vragen omvangrijke schadevergoedingen. De advocaten van Jan en Lucien Verkest haalden zwaar uit naar enkele burgerlijke partijen. "Sommige burgerlijke partijen hebben geen schade geleden en willen gewoon een graantje meepikken. Anderen zijn al uitbetaald door de overheid en willen nu voor de tweede keer langs de kassa passeren. Het zijn echte bedriegers", stelde Hans Rieder.

In de replieken herhaalde het openbaar ministerie dat Verkest wel degelijk de agenda van het bedrijf vervalste, om te verhinderen dat de diensten van het ministerie van Landbouw ontdekten dat Verkest technische vetten met dierlijke vetten mengde. Het proces eindigde met een klein een incident tussen de advocaten van Verkest en Thill over het neerleggen van conclusies. Na tussenkomst van de Gentse stafhouder werd beslist om de debatten nog niet te sluiten. De partijen krijgen nog tot 15 september om hun eindconclusies over te maken. Dan pas wordt een datum voor het vonnis vooropgesteld.(KS)

Bron: Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek