Fischler stelt BSE-noodplan voor

Het voorstel is dinsdag goedgekeurd door de Europese Commissie en wordt binnen twee weken voorgelegd aan de Raad van Landbouwministers. Met het 7-puntenplan moet de volgende jaren overproductie verhinderd worden door de richting in te slaan van extensieve (in plaats van intensieve) productie, de richting van duurzaamheid en de richting van organische landbouw, aldus Fischler.

De zeven maatregelen zijn de volgende. 1. De toegelaten 'densiteitsfactor' voor speciale premies voor mannelijke runderen en voor de moederkoepremie wordt van 2 eenheden per hectare teruggebracht tot 1,8. Deze maatregel bevordert een extensieve productie.

2. De grens van 90 stuks vee per bedrijf en per leeftijdsschijf wordt verplicht, wil het bedrijf in aanmerking komen voor de speciale rundvleespremie. Tot nog toe bestond de mogelijkheid de 90 stuks vee-grens te wijzigen of niet toe passen. Met de verplichting wordt een stimulans tot productie weggenomen.

3. Om de biologische landbouw aantrekkelijker te maken, krijgen biologisch werkende boeren de mogelijkheid braakgebieden te gebruiken voor het verbouwen van voedergewassen.

4. Het aantal rechten voor de speciale premie voor mannelijke runderen, zal individueel per bedrijf worden vastgelegd. De bedoeling is het aantal dieren dat de premie krijgt, te beperken.

5. Om te genieten van de premie voor de zogende koe dient voortaan een hoger percentage van het premiegerechtigde dieren (minstens 20 en hoogstens 40 procent) uit vaarzen te bestaan. Met deze vaarzendrempel moet de productie verminderen.

6. Om de toepassing van het dure systeem van interventieaankopen te vermijden (het zogenaamde 'veiligheidsnet' dat zich ontvouwt als de prijzen onder een bepaalde grens gaan) zal voor 2001 en 2002 de bovengrens van 350.000 ton per jaar niet toegepast worden.

7. Zodra in alle lidstaten de BSE-tests voor dieren ouder van 30 maanden verplichtend ingevoerd zijn, zal het programma van "opkoop voor vernietiging" vervangen worden door een "speciaal opkoopprogramma". De lidstaten kunnen daarin beslissen of zij het vlees van koeien liever op eigen kosten stockeren of het onmiddellijk van de markt nemen. In beide gevallen wordt de kostprijs van de opkoop voor 30 procent door de lidstaat en voor 70 procent door de EU gedragen.

Fischler beklemtoonde dat hetgeen de Commissie nu voorstelt pas over één tot twee jaar volledig van kracht kan zijn. "De rundvleesproductie is geen lampenfabriek en de commissaris voor Landbouw geen ploegbaas die de banden kan stilleggen. Op korte termijn moeten we uitmaken wat te doen met de reusachtige hoeveelheden onverkoopbaar rundvlees".