FAVV is niet strenger dan Europese wetgeving
Het federaal voedselagentschap (FAVV) reageert op een eerder artikel over mobiele slachthuizen waarin de minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) stelt dat FAVV een veel korter tijdslimiet zou opleggen dan de EU om een karkas naar een erkend slachthuis te transporteren. FAVV zou hier een limiet van 45 minuten opleggen, terwijl de EU twee uur oplegt. “Dit is niet correct, er worden twee stappen van het slachtproces door elkaar gehaald.” reageert FAVV.
Onlangs antwoordde minister Weyts op de schriftelijke vraag van Vlaams parlementslid Stijn De Roo (cd&v) waarin gevraagd werd naar een update over de mobiele dodingseenheden. Daarin stelde minister Weyts: “Er zit nog een belangrijk obstakel in de maximale tijdsduur waarbinnen het karkas van het dier in het slachthuis moet zijn. Volgens de Europese regelgeving moet het karkas van het dier binnen de 2 uur in het slachthuis afgeleverd worden, maar het FAVV is hier uit voorzorg strenger en heeft dit beperkt tot 45 minuten. Men legt meer bepaald op dat de dieren van alle ingewanden ontdaan moeten worden binnen 45 minuten.”
Maar de termijn van twee uur die Europa stelt en de 45 minuten die FAVV stelt, blijken twee aparte zaken te zijn. De tijdslimiet waarbinnen het karkas gekoeld moet worden, is Europees vastgelegd op maximaal twee uur ”, legt Hélène Bonte van FAVV uit. “Dit is een Europese regel die het FAVV volgt, we zijn hiermee niet strenger dan de EU.” Stel dat het praktisch mogelijk is dat de mobiele slachteenheid ook een koelcel geïnstalleerd heeft waarin karkassen gekoeld kunnen worden, kan het transport na twee uur plaatsvinden indien dit nodig is voor de slachtactiviteiten. “Zolang het transport rechtstreeks, zonder nodeloos uitstel en onder hygiënische omstandigheden gebeurt, gaat dit niet in tegen de EU-regelgeving.”, aldus FAVV.
Wat dan met de tijdslimiet van 45 minuten?
De tijdslimiet van 45 minuten gaat over het uithalen van de ingewanden na het verbloeden. “Dit heeft te maken met de microbiologische risico’s”, duidt Bonte. “De ingewanden moeten verwijderd worden om een mogelijke microbiologische besmetting van het vlees te voorkomen. Daarnaast kan men tijdens de post-mortem keuring ook eventuele ziekten vaststellen door de ingewanden te bekijken.”
Bij deze tijdslimiet is het belangrijk om een mobiele dodingsunit van een mobiele slachteenheid te onderscheiden. In een mobiele slachteenheid worden alle stappen ondernomen zoals in een traditioneel slachthuis, bij een dodingsunit gaat het enkel over het doden van het dier. “Als de infrastructuur van de mobiele slachteenheid het toelaat om de ingewanden eruit te halen, kan dit perfect ter plaatste gebeuren. Dit mag eventueel ook in een gekeurd lokaal apart op de hoeve gebeuren”, aldus Bonte. “Indien niet, moet het karkas binnen de 45 minuten naar het slachthuis, zodat het uithalen van de ingewanden daar kan plaatsvinden.”
Dit tijdslimiet is een maatregel die FAVV zelf vastlegt. De Europese Unie zet hier geen tijdsduur op, het stelt enkel dat het ‘snel’ moet gebeuren. “We bekijken of er naar voedselveiligheid eventueel een verlenging kan gebeuren van de 45 minuten. De Universiteit van Luik heeft daar een studie over gemaakt. Deze resultaten hebben we nu voorgelegd aan een onafhankelijk wetenschappelijk comité, die de resultaten zal nagaan en een advies zal uitbrengen of het al dan niet verlengd kan worden.” Op deze manier zouden de mobiele dodingsunits ook meer tijd krijgen om met het geslachte dier naar het slachthuis te gaan.
