Extreem weer in de landbouw: "Nieuwe uitdagingen, nieuwe oplossingen"
nieuwsOmgaan met extreem weer is een leerproces voor de hele landbouwsector. Dat bevestigt Syngenta, wereldspeler in chemische en biologische gewasbescherming en -ontwikkeling en commercialisatie van akkerbouwzaden. “Telkens zijn er nieuwe uitdagingen die nieuwe oplossingen vragen”, zegt Caroline Strypstein, Technical Advice Lead Benelux. “Door het kletsnatte en warme voorjaar doken ziektes in de tarweteelt uitzonderlijk vroeg op, waardoor de ziektebehandeling onder meer anders aangepakt moest worden.”
“Wij geloven er heel sterk in dat de toekomst in de landbouwsector een en-en-en-verhaal wordt”, luidt het bij Syngenta tijdens zijn demodagen. “Daarbij zullen alle oplossingen nodig zijn om de opbrengst die we vandaag hebben, te behouden. We zullen in zoverre we kunnen meer moeten anticiperen op klimaatveranderingen door bijvoorbeeld de juiste rassenkeuze te maken, de bodem nog beter in kaart te brengen en deze samen met de gewassen goed te beschermen. Ook inzetten op meer efficiëntie in het aanwenden van nutriënten en een goede monitoring horen daarbij.”
Curatief in plaats van preventief
Het preventief behandelen van gewassen met gewasbescherming, zowel chemisch als biologisch, is hierbij een belangrijke schakel in het en-en-en-verhaal van Syngenta. Maar die schakel botste dit jaar in de tarweteelt op nieuwe uitdagingen. Zo staken ziekten uitzonderlijk vroeg de kop op door de vele regen en hoge temperaturen. “Niet enkel de neerslag, maar ook de temperaturen spelen een rol in het ontwikkelen van gewasziektes. Februari was vier graden Celsius warmer dan gewoonlijk. Deze trend heeft zich nadien verdergezet in de volgende maanden. Zulke temperaturen, waarbij het ’s nachts ook minder afkoelt dan normaal, zijn een katalysator voor graanziektes zoals bruine roest en septoria, de bladvlekkenziekte”, legt Strypstein uit.
Bruine roest was al begin april aanwezig, terwijl die ziekte normaal op het einde van het seizoen opduikt. “Dat heeft ervoor gezorgd dat niemand preventief heeft kunnen spuiten, wat eigenlijk de beste behandeling is. Nu zijn we enkel curatief te werk kunnen gaan”, aldus Strypstein. “Door de aanhoudende regen en latere werkzaamheden waren de intervallen van de behandeling moeilijk ook aan te houden. Dat is meteen ook de grootste uitdaging van dit jaar, vrees ik: op het goede moment behandelen met de juiste intervallen.”
Een andere uitdagende evolutie ziet Strypstein in de resistentie van gewasbescherming in de grassen. “We hebben onder meer de resistentie tegen duist, één van de meest opbrengstdervende onkruiden in Europa. Duist is al sinds jaar en dag gekend, maar blijft redelijk lokaal. Het zijn telkens bepaalde regio's die getroffen worden”, aldus Strypstein. “Maar nu zien we de opkomst van resistentie tegen het onkruidgras windhalm. Deze resistentie breidt op een veel snellere manier uit, naar steeds meer regio's in België. Deze problematiek moeten we goed in de gaten houden.”
Bodempotentieel ontdekken
Om de bestaande opbrengsten van nu te verzekeren in de toekomst, zet Syngenta sinds dit jaar ook in op bodemscans om de bodem in kaart te brengen. “We moeten werken aan een gerichter en efficiënter gebruik van alle inputs om het potentieel van de bodem ten volle te benutten. In deze aanpak staat de bodem centraal. Want als die niet gezond is, zullen de inputs nooit op een duurzame wijze toegepast kunnen worden”, zegt Edward Vander Linden, projectverantwoordelijke van de bodemscanner ‘InterraScan’.
De InterraScan is een tool die Syngenta een klein jaar geleden heeft uitgerold in België. “In de Benelux staat de teller op iets meer dan 1.000 hectare gescande grond. Het moet hier nog zijn grote intrede vinden”, aldus Vander Linden. “In Engeland zijn ze twee jaar eerder gestart en hebben ze ondertussen al meer dan 150.000 hectare gescand.”

Uitgespit - Bodemscan
29 maart 2021Is een scan niet wat overbodig, aangezien veel landbouwers jarenlange ervaring hebben met hun eigen bodem? “Een landbouwer kent zijn perceel inderdaad vaak het beste, maar ze weten ook dat er binnen het perceel opbrengstverschillen kunnen bestaan. Dan is het zeker interessant om in detail de oorzaak te achterhalen”, duidt Vander Linden.
En gedetailleerd is de bodemscan zeker. Zo meet de scan onder andere hoeveel zand of klei er in de bodem zit, wat het watercaptatievermogen is, en wat de hoeveelheid magnesium, organische stof en koolstof is. “Eigenlijk worden zowat alle elementen die voor een landbouwer van waarde zijn, gescand”, vat Vander Linden samen. “Een scanner die op een 4x4 geïnstalleerd is, rijdt over het veld en scant daarbij 800 punten per hectare. Daarna worden ook nog enkele bodemstalen genomen die worden geanalyseerd door een gecertificeerd labo. De landbouwer krijgt daarna toegang tot een platform waar hij zijn bodemkaarten voor vijf jaar kan bekijken en taakkaarten kan maken voor zijn perceel.”
Dat de landbouwer ook actief aan de slag gaat met de bodemkaarten, is voor Vander Linden de cruciaalste stap. Aan de hand van de taakkaarten, die geïmporteerd kunnen worden in het GPS-systeem van de tractor, kan er zo bijvoorbeeld specifiek gekalkt worden of kunnen organische stoffen toegediend worden. “Ook bij het zaaien en het poten is gedetailleerde informatie van de bodemstructuur interessant. Zo kan er bijvoorbeeld wat hoger of lager, of breder gezaaid worden zodat de plantjes niet in concurrentie moeten gaan met elkaar voor water en voedingselementen.”
Biostimulanten
Om gewassen alle kansen te geven, zet Syngenta ook al even in op biostimulanten. Die gaan bepaalde natuurlijke processen in de plant stimuleren om ze zo bijvoorbeeld toleranter te maken tegen omgevingsstress of zodat ze makkelijker nutriënten kunnen opnemen. “Met biostimulanten proberen we ook wat te anticiperen op de weersinvloeden en zo grote verliezen op te vangen”, duidt Sarah Van Beneden, Market Development Manager Biologicals. “Zuiderse landen gebruiken in vergelijking met ons al meer biostimulanten om de teelten in het extreme weer alle kansen te geven.”
Door het natte weer van de afgelopen maanden hier in België hebben veel gewassen heel oppervlakkig geworteld en kunnen planten daardoor nu in de problemen geraken. “Omdat er genoeg water in de bodem aanwezig was, hebben veel planten eerder beperkt geïnvesteerd in wortelontwikkeling in vergelijking met de sterke bovengrondse groei”, duidt Van Beneden de actuele problematiek. “Nu het plots zeer warm en droog weer is, zullen ze sneller stress ervaren, in vergelijking met andere jaren. Hier proberen we met biostimulanten op te anticiperen.”
Ook op gebied van efficiënter nutriëntengebruik beweegt er veel. “Met de steeds strenger wordende wetgeving omtrent bemesting, zijn we ervan overtuigd dat onder meer biostimulanten die stikstof uit de lucht halen en rechtstreeks ter beschikking stellen aan de plant, een belangrijke rol kunnen spelen in de toekomstige toolbox van de landbouwer.”
