Exportpotentieel van Azië: kent China binnenkort ook “een week van de friet”?
nieuwsDe door VLAM georganiseerde “Week van de Friet” is een hommage aan de Vlaamse frietcultuur. Maar is het frietje steken bij de frietkraam binnenkort ook ingeburgerd in Azië? Door de stijgende welvaart in landen als China en de Filipijnen zit de aardappelconsumptie, verpakt in convenience food, in de lift. Belgapom, de sectorfederatie van de aardappelverwerkende industrie, ziet in nog meer landen potentieel. Ook dichter bij huis. “Ook in Zuid- en Oost-Europa is de fastfood aan een opmars bezig en liggen er kansen voor onze bedrijven.”
De voorbije drie jaren wapperde de vlag van VLAM op talloze voedingsbeurzen in Zuid-Azië. Met Europese financiering, aangevuld met bijdragen van de Belgische aardappelproducenten en -verwerkers, bracht de marketingorganisatie de Belgische friet onder de aandacht in China, Japan, Singapore en Zuid-Korea. “In Azië is er nog een groot potentieel voor onze frietproducten”, vertelt aardappel-promotiemanager van VLAM, Katrien De Nul. Doelstelling van de campagne was om het marktaandeel van België in de doellanden te vergroten, door te focussen op onze kwaliteiten, namelijk kwaliteit, smaak en duurzaamheid. Nadat het driejarige programma medio augustus 2024 ten einde liep, diende VLAM daarom een nieuwe steunaanvraag in voor een promotiecampagne in Japan, Maleisië, Singapore en Thailand.
Eurostat-gegevens laten zien dat de export van verwerkte aardappelproducten naar (Zuidoost-)Azië in de lift zit. Belgische bedrijven nemen een groot aandeel in deze export in. Zo groeide onze export van verwerkte aardappelproducten naar Japan van 17.000 ton in 2014 tot 39.309 ton vorig jaar en nam bijvoorbeeld Singapore vorig jaar 5.189 ton in ontvangst, tegenover 1.054 ton in 2014. De export naar China stabiliseerde op 10 jaar tijd rond de 10.000 ton.
Groeiende welvaart, meer fastfood
Experts wijten de groeiende honger van Aziatische landen naar onze frieten aan de groeiende welvaart in deze landen. Door een groeiende welvaart doen consumenten steeds meer een beroep op fastfood en convenience food. “En het geluk van onze sector is dat in veel fastfoodconcepten en convenience food verwerkte aardappelproducten terugkomen”, vertelt Christophe Vermeulen van Belgapom, de sectorfederatie van de aardappelverwerkende industrie.
Volgens een recente studie van een aantal internationale aardappelorganisaties, waaronder de National Union of Potato Producers (UNPT), hebben verwerkte aardappelproducten in ontwikkelde landen, zoals Nederland, België en Frankrijk, een aandeel van 60 procent in de aardappelconsumptie. In landen in Zuidoost-Azië zou dat percentage nu nog op 40 procent liggen, maar is een sterke verschuiving gaande richting de verwerkte producten. “Zeker in landen waar de teeltomstandigheden niet ideaal zijn.”
Ondanks het potentieel in Azië komen de Belgische bedrijven niet per se in een gespreid bedje terecht. Tegenover de stijgende vraag staat ook een groeiende eigen verwerking. Met name China en ook India werpen zich op als aardappelverwerkende landen. Zo zou China zijn verwerkingscapaciteit de voorbije jaren hebben vertienvoudigd, tegenover een verzesvoudiging in India. Deze landen zouden zich behalve de eigen markt ook richten op exportmarkten. Volgens de UNPT-studie moeten Europese en Amerikaanse bedrijven flink investeren in het productieapparaat om deze concurrentie te winnen.
België bij vier grootste exporteurs
België behoort tot de vier grootste aardappelverwerkende landen in de wereld samen met Nederland, Canada en de Verenigde Staten. Deze vier landen exporteerden in 2023 8,5 miljoen ton verwerkte aardappelproducten over de wereld, een toename van 10 procent ten opzichte van 2019. Experts in de UNPT-studie suggereren dat de vraag naar verwerkte aardappelproducten tegen 2030 volgens sommige prognoses met maar liefst 70 procent zou kunnen groeien.
Vermeulen ziet Azië eveneens als een interessant afzetgebied. “Hier wonen miljarden mensen en door de toenemende welvaart is er sprake van een groeiende middenklasse”, aldus de Belgapomdirecteur wiens leden naar 160 landen wereldwijd exporteren.
Bij een duurder wordende winkelkar, grijpen mensen sneller naar aardappelproducten. Het is voedzaam en relatief goedkoop
Hij benadrukt dat Azië niet het enige gebied met groeimogelijkheden is. Ook liggen er volgens hem kansen in Zuid- en zelfs in Noord-Amerika, alhoewel een aantal grote Amerikaanse spelers ook actief zijn in die markt. “In Noord-Amerika is er grote concurrentie, maar omdat dat land een grote consument van frieten is, liggen daar wel degelijk mogelijkheden voor onze verwerkers”, legt hij uit.
Ook dichter bij huis is er volgens de belangenvertegenwoordiger nog veel winst te rapen voor de Clarebouts en Agristo's van deze wereld. Zo ziet hij nog altijd veel potentieel in Oost- en Zuid-Europa waar de vraag naar fastfood en kant-en-klanten maaltijden toeneemt. Waar de toenemende welvaart de vraag naar aardappelproducten kan boosten, geldt dat vreemd genoeg ook voor een dalende welvaart. “Bij een duurder wordende winkelkar, grijpen mensen sneller naar aardappelproducten. Het is voedzaam en relatief goedkoop voedsel”, besluit Vermeulen.
Groeimogelijkheden in Frankrijk
Waar volgens de UNPT-studie investeringen in het productieapparaat in Zuidoost-Europa en Amerika nodig is, botsen verwerkers in onze regio op de grenzen van de groei. Zo lijkt het areaal in Vlaanderen zijn maximum bereikt te hebben en zetten milieumaatregelen en ook klimaatveranderingen de productie onder druk. Experts zien vooral ook veel groeimogelijkheden in Frankrijk dat ook een belangrijk graanland is. Mogelijk dat de dalende graanprijzen van het moment goed uitpakken voor de aardappelverwerkers in Frankrijk, waar ook wat Belgische spelers actief zijn. “Door de huidige lage graanprijzen kan het voor Franse boeren interessant zijn om aardappelen te telen”, stelde Jan de Keyser, directeur Agrocultuur bij BNP Paribas Fortis, eerder in interview met VILT.

Bron: Eigen berichtgeving