Europese Voedselautoriteit begin 2002 van start

De Autoriteit wordt een wetenschappelijke instelling met een eigen begroting. De wetenschappers moeten voedselrisico's bepalen en het publiek via televisie en internet informeren. In tegenstelling tot de Amerikaanse Food and Drug Administration zal de Autoriteit onafhankelijk van de politiek functioneren. De instelling stelt dus geen regels op, maar adviseert de Commissie over mogelijke beleidsmaatregelen.

De doorbraak is door commissievoorzitter Romano Prodi, de oorspronkelijke auteur van het idee, op gejuich onthaald. "Ik wenste al die BSE- en MKZ-schandalen een halt toe te roepen. Het vertrouwen van de consumenten brandt op een laag pitje. Nu is Europa goed op weg om de voedselveiligheid van boer tot bord te garanderen", zo verklaarde hij dinsdag in Straatsburg.

Ook voor de Belgische regering betekent de overeenkomst een opsteker. De oprichting van de Autoriteit behoorde tot de 16 prioriteiten van het Europese voorzitterschap, maar het leek er lange tijd op dat de eisen van de europarlementsleden de deadline van 31 december in gevaar zouden brengen. Tijdens informele onderhandelingen op haar kabinet wist minister van Milieu en Volksgezondheid, Magda Aelvoet, de meeste bezwaren in een compromis-oplossing te gieten.

Alle partijen hadden lovende woorden voor de snelle en efficiënte samenwerking tussen de lidstaten, de Commissie en het Parlement. "Een eerbaar compromis", zo oordeelt europarlementslid Bart Staes (Spirit). De Autoriteit zal transparanter werken en het EP heeft een stem in de benoeming van de raad van bestuur. Ook de naamswijziging van Europees Voedselagentschap naar Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid was een eis van de volksvertegenwoordigers.

Slechts één van de 28 parlementaire eisen stootte in Belgische regeringskringen op een duidelijk 'njet': de voorwaarden voor de zetel. Over die locatie van de zetel beslissen de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie eind deze week in Laken. Finland heeft voorlopig de beste papieren om de zetel binnen te rijven.

Marianne Thyssen van de EVP-fractie is geen voorstander van Helsinki. "Wil de Autoriteit in haar opdracht slagen en het vertrouwen van de consument herstellen, wordt de communicatie met het publiek en de lidstaten van cruciaal belang. Daarom lijkt het niet aangewezen de instelling te lokaliseren in een uithoek van Europa".