Europese Commissie in conclaaf in Knokke

Vanavond/vrijdagavond begint de Europese Commissie in 'La Réserve' in Knokke aan een tweedaags seminarie. De discussie gebeurt achter gesloten deuren en na afloop is er geen persconferentie gepland. "Het gaat om een informele bijeenkomst," zo stelde woordvoerder Jonathan Faull. Tijdens die bijeenkomst zal de Commissie haar standpunt over de Verklaring van Laken voorbereiden. Woensdag 5 december wordt de Commissietekst inzake Laken definitief vastgelegd.

In Knokke zal er echter over meer dan de verklaring van Laken gepraat worden. Uit de brief die Commissievoorzitter Romano Prodi naar zijn collega's commmissarissen schreef, blijkt dat er ook een evaluatie van de werkzaamheden van het college op de agenda staat. Volgens Prodi is er reden om zich te bezinnen en over een "gemeenschappelijke actie" na te denken. Er is immers de "herhaalde kritiek op mij die indirect de hele instelling viseert".

Prodi bepleit een rustpauze en "een herdefinitie van de richting van onze werkzaamheden, onze werkmethode en onze opstelling tegenover de andere instellingen en de internationale wereld". Volgens de Commissievoorzitter zal de Unie "meer over de algemene politiek in debat moeten gaan dan over sectoriële problemen." Een paar weken terug vergaderde de Commissie in Firenze en besprak ze de grote lijnen van de toespraak die Prodi op 12 september in Brugge zou uitspreken.

Toen al kwam de toekomstige strategie van de Commissie aan bod. In steeds ruimere kring, ook binnen de Commissie, worden immers vragen over de positie van het College geformuleerd. Hoewel men het niet onmiddellijk gezegd wil hebben, heeft dat veel met de negatieve perscommentaren op Prodi te maken. Sommige commissarissen bepleiten nu dat Europese Commissie zich voortaan vooral op de terreinen toelegt waar ze echt bevoegd is. De gemeenschappelijke markt dus of de zogenaamde eerste pijler.

Een recente enquête onder Europese journalisten van het Franse weekblad 'L'Expansion' lijkt deze stelling te bevestigen. De commissarissen die het best scoren zijn Mario Monti, bevoegd voor concurrentie, Pascal Lamy, bevoegd voor Buitenlandse Handel, en Franz Fischler, die voor de landbouw verantwoordelijk is. "Zij bestaan", zo heet het in hoge Commissiekringen, "omdat ze macht hebben".

Ook om die reden groeien de pleidooien voor een strategische terugtocht van de Commissie. Ze zou zich minder of nauwelijks nog met het buitenlands beleid moeten bezighouden. "Als een Prodi met de Belgische premier Guy Verhofstadt naar het Nabije Oosten gaat", zo kan men in de Europese wandelgangen horen, "komt hij altijd als tweede in beeld. Hij lijkt haast de valiezendrager en dat is een kwalijke zaak voor de uitstraling van de Commissie".

Dat er meer aan de hand is met de Commissie en vooral met haar voorzitter wil men op dit ogenblik nog niet gezegd hebben. Aan een evaluatie van Prodi zelf is men nog niet toe en staat dus niet op de agenda van Knokke. De hoop dat het tij toch nog zal keren, bestaat nog steeds. Af en toe verschijnt zelfs een artikel dat het voor Prodi opneemt. 'The Economist' bijvoorbeeld prijst Prodi omdat hij in tegenstelling tot een Jacques Delors geen al te ambitieus Europees project heeft.

Voor het overige oordeelt 'The Economist' al even hard als de meeste andere media. "Hij is een academicus, met een bizarre en emotionele manier van praten. Dat is bijzonder leuk als je bij een lekker etentje naast hem zit, zeker als je lichtjes beneveld bent. Als communicator valt Prodi echter door de mand".