EU wil onfaire handelspraktijken niet zelf bestrijden
nieuwsDe Europese Commissie is niet zinnens om een nieuw wetgevend initiatief te nemen om oneerlijke handelspraktijken in de voedselketen te beteugelen. In het rapport dat daarover verscheen, stelt de Commissie vast dat via ketenoverleg vooruitgang wordt geboekt, zij het traag. Bovendien zijn er nogal wat lidstaten waar de wetgever recent het initiatief nam voor een betere bescherming van de eerste, de belangrijkste maar tegelijk ook de zwakste schakel van de voedselketen. Blijkbaar is de vooruitgang die geboekt wordt groot genoeg om Europa te doen afzien van een verstrenging en harmonisatie van de wetgeving.
Zeven Oost-Europese landen hadden de Europese Commissie er gezamenlijk om gevraagd iets te doen aan oneerlijke handelspraktijken in de voedselketen. De oorzaak van de huidige landbouwcrisis ligt weliswaar elders maar lage prijzen maken landbouwers extra kwetsbaar voor machtsmisbruik door handelspartners. In een rapport dat eind januari gepubliceerd werd, trekt de Commissie het nut van nieuwe wetgeving op EU-niveau in twijfel. Weet dat er reeds Europese mededingingsregels bestaan die misbruik van machtspositie en oneerlijke handelspraktijken aanpakken. Maar de oneerlijke praktijken die in de voedselketen gerapporteerd worden, vallen meestal niet onder die regels omdat de handelspartners weliswaar een sterke maar geen dominante positie hebben op de markt.
Als we spreken over ‘oneerlijke handelspraktijken in de voedselketen’, waarover gaat het dan eigenlijk? Over het onrechtmatig doorrekenen van kosten of verleggen van het ondernemersrisico, over het hengelen naar een financieel voordeel alvorens er nog maar sprake kan zijn van de levering van een product of dienst, over spelregels die veranderen hoewel het contract dat niet toelaat en over contracten die opgeblazen worden of waar dat dreigement in de lucht hangt.
Hoewel men in de landbouwsector niet hoog oploopt met de verwezenlijkingen van het Ketenoverleg op Europees niveau – het Belgisch Ketenoverleg heeft een grotere staat van dienst – lijkt de Europese Commissie toch onder de indruk. Alleszins genoeg onder de indruk om zelf geen haast te maken met een wetgevend initiatief. Behalve de positieve ontwikkelingen op ketenniveau wordt in het rapport ook verwezen naar de aandacht die de lidstaten hebben voor de zwakke positie van de landbouwer in de voedselketen. Dat resulteert in een erg verschillende aanpak in wetgeving tussen de lidstaten, maar verschillend wil daarom niet zeggen ‘niet effectief’.
Van de 20 lidstaten die landbouwers beschermen via hun wetgeving, namen 15 landen het initiatief daartoe in de voorbije vijf jaar. Polen maakt momenteel plannen voor een betere wettelijke bescherming van de zwakke marktpartijen in de voedselketen. België en Nederland leggen de bal volledig in het kamp van het Ketenoverleg. Ook in Duitsland en Finland overleggen de ketenpartners op nationaal niveau maar daar is ook een wettelijk kader. In een handvol landen lijkt er helemaal niets te bewegen: Denemarken, Luxemburg, Zweden, Estland en Malta.
Waar er wetgeving is, wordt meestal voorzien in een formeel klachtmechanisme waarbij de identiteit van de klager afgeschermd wordt. Verschillende lidstaten laten ook toe dat een belangenorganisatie optreedt voor een benadeeld bedrijf. In de meeste landen is de nog vrij jonge wetgeving van toepassing op alle B2B-relaties in de voedselketen. Hongarije, Litouwen, het Verenigd Koninkrijk en nog drie andere lidstaten opteerden voor een beperking van het toepassingsgebied. De vlieger gaat alleen op als één partij een warenhuisketen is.
De rol van waakhond kan door verschillende instanties worden waargenomen: de mededingingsautoriteit, het ministerie, het voedselagentschap of een agentschap dat gespecialiseerd is in fraudebestrijding. Behalve na een klacht kunnen zij ook op eigen initiatief een onderzoek starten als er indicaties zijn dat een bedrijf de wettelijk verankerde spelregels aan zijn laars lapt.
De Europese Commissie belooft de wetgevende initiatieven van de lidstaten op te volgen en op hun verdiensten te beoordelen. Wat het Ketenoverleg betreft, wordt er naar verluidt vooruitgang geboekt “maar is er nog ruimte voor verbetering”. De Commissie belooft haar steentje bij te dragen aan de geloofwaardigheid van het Ketenoverleg en een effectieve aanpak van oneerlijke handelspraktijken vanuit de keten. Daartoe zal het een overleg organiseren met alle stakeholders.