"EU-landbouwuitgaven hebben landbouw niet klimaatvriendelijker gemaakt"

De uitgaven die de Europese Unie doet om haar landbouwbeleid klimaatvriendelijker te maken, hebben niet tot een vermindering van de broeikasgasemissies van de landbouw geleid. Dat stelt de Europese Rekenkamer in een nieuw rapport. Ook voor het nieuwe GLB is er nog werk aan de winkel.

22 juni 2021  – Laatst bijgewerkt om 22 juni 2021 18:00
Lees meer over:
koe-vee-vleesvee-weide-1280

Hoewel in de periode 2014-2020 meer dan een kwart van alle landbouwuitgaven - meer dan 100 miljard euro - bestemd was voor klimaatverandering, is de uitstoot van broeikasgassen door de sector niet gedaald. Immers, de meeste maatregelen die door het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) worden ondersteund, bieden geen stimulansen voor het gebruik van doeltreffende klimaatvriendelijke praktijken, luidt het verdict van de Rekenkamer.

De landbouw is verantwoordelijk voor een kwart van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Binnen de landbouw vormen de veehouderij, kunstmest en dierlijke mest, en landgebruik (bouw- en grasland) drie van de belangrijkste emissiebronnen.

De emissies van de veehouderij zijn goed voor ongeveer de helft van de emissies van de landbouw maar zijn niet meer gedaald sinds 2010. Deze emissies houden rechtstreeks verband met de omvang van de veestapel, en rundvee veroorzaakt twee derde van deze emissies. Het aandeel van de emissies, die aan vee toe te schrijven zijn, neemt verder toe als er rekening wordt gehouden met de emissies afkomstig van de productie van diervoeder (inclusief invoer).

Te weinig stimulansen

In het kader van het landbouwbeleid worden echter geen pogingen ondernomen om de veestapel te begrenzen of te verkleinen, laakt de Rekenkamer. De marktmaatregelen van het GLB bevorderen net de afzet van dierlijke producten en de consumptie daarvan is sinds 2014 niet afgenomen. Dit zorgt er veeleer voor dat de broeikasgasemissies worden gehandhaafd in plaats van dat deze worden verminderd.

De emissies van kunstmest en dierlijke mest, die bijna een derde van de landbouwemissies vormen, namen toe tussen 2010 en 2018. Hoewel het GLB praktijken steunde waarmee het gebruik van meststoffen kan worden beperkt, zoals biologische landbouw en de teelt van zaaddragende leguminosen, is de impact daarvan onduidelijk, stellen de auditors. Bovendien werd weinig financiering verstrekt voor praktijken die aantoonbaar doeltreffender zijn, zoals precisielandbouwtechnieken waarbij de bemesting wordt afgestemd op de behoeften van de gewassen.

De EU-wetgeving voorziet momenteel niet in de toepassing van het principe dat de vervuiler betaalt op broeikasgasemissies van de landbouw

Europese Rekenkamer

Het rapport gaat nog verder en stelt dat het GLB klimaatonvriendelijke praktijken ondersteunt, bijvoorbeeld door landbouwers te betalen die ontwaterde veengebieden bewerken. “Deze gebieden maken minder dan 2 procent van de landbouwgrond in de EU uit, maar stoten 20 procent van de uit de landbouw afkomstige broeikasgassen in de EU uit”, klinkt het. “Er hadden middelen voor plattelandsontwikkeling kunnen worden gebruikt voor het herstel van deze veengebieden, maar dit gebeurde zelden.”

De GLB-steun voor maatregelen voor koolstofvastlegging, zoals bebossing, boslandbouw en de omzetting van akkerland in grasland, is dan weer niet gestegen ten opzichte van de periode 2007-2013”, hekelen de auteurs. “De EU-wetgeving voorziet momenteel niet in de toepassing van het principe dat de vervuiler betaalt op broeikasgasemissies van de landbouw.”

Tot slot merken de auditors op dat de randvoorwaarden en de maatregelen voor plattelandsontwikkeling weinig verschilden van die in de voorgaande periode, ondanks de verhoogde klimaatambitie van de EU. Hoewel de vergroeningsregeling bedoeld was om de milieuprestaties van het GLB te verbeteren, heeft deze landbouwers niet gestimuleerd om doeltreffende klimaatvriendelijke maatregelen toe te passen en had deze slechts een geringe impact op het klimaat.

Nieuwe GLB moet nog afgeklopt worden

Het nieuwe rapport komt er op een ogenblik dat er nog volop vorm wordt gegeven aan het landbouwbeleid voor de komende zeven jaar (2021-2027), waarvoor zo’n 387 miljard euro wordt uitgetrokken. Volgens Viorel Stefan, de auteur van het rapport van de Rekenkamer, "moet het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid meer gericht zijn op het verminderen van de landbouwemissies en moet er meer verantwoording worden afgelegd en meer transparantie zijn over de bijdrage ervan aan de matiging van de klimaatverandering".

Volgens Stefan speelt de EU een belangrijke rol bij de klimaatmitigatie in de landbouwsector. “De Unie legt de milieunormen vast en cofinanciert de meeste landbouwuitgaven van de lidstaten. We verwachten dat onze bevindingen nuttig zullen zijn in het kader van de EU-doelstelling om uiterlijk tegen 2050 klimaatneutraal te zijn.”

Raadpleeg het rapport van de Europese Rekenkamer (Engels).

Bron: Eigen verslaggeving / Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek