Erosie veroorzaakt de meeste pesticidenresten in water

Het oppervlaktewater bevat in Zuid-Limburg meer resten van glyfosaat dan elders in Vlaanderen, schrijft Het Belang van Limburg. Oorzaak is erosie. De studie die de Vlaamse Milieumaatschappij door VITO liet uitvoeren, brengt de emissie naar oppervlaktewater in kaart van in totaal 22 gewasbeschermingsmiddelen. Vijf actieve stoffen maken bijna 80 procent van het gebruik én de emissie uit.
14 augustus 2012  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:19
Lees meer over:

Het oppervlaktewater bevat in Zuid-Limburg meer resten van glyfosaat dan elders in Vlaanderen, schrijft Het Belang van Limburg. Oorzaak is de erosie op heuvelachtige percelen. De studie die de Vlaamse Milieumaatschappij door VITO liet uitvoeren, brengt de emissie in kaart van in totaal 22 gewasbeschermingsmiddelen. Vijf actieve stoffen maken bijna 80 procent van het gebruik én de emissie uit.

In opdracht van Milieurapport Vlaanderen (MIRA) bepaalde onderzoeksinstelling VITO voor 22 gewasbeschermingsmiddelen het gebruik in de landbouw en de emissie naar oppervlaktewater. Wanneer die middelen worden teruggevonden in concentraties die drempelwaarden overschrijden, dan vormt dat een bedreiging voor het aquatische leefmilieu. Ook de drinkwaterwinning wordt daardoor bemoeilijkt.

Nieuw in deze studie is dat voor 12 teeltgroepen het gebruik per landbouwperceel werd bepaald, waaruit vervolgens de emissie naar oppervlaktewater werd afgeleid. Door op zoek te gaan naar de relatie tussen gebruik en emissie in oppervlaktewater, wordt het mogelijk om de gebruiker van gewasbeschermingsmiddelen verantwoordelijk te stellen. Aan de basis van de berekeningen liggen steekproefgegevens over het gebruik bij een 700-tal landbouwbedrijven uit het Landbouwmonitoringnetwerk van de Vlaamse landbouwadministratie.

Gemiddeld bedraagt de bruto-emissie voor de 22 stoffen 0,6 procent van het gebruik. Daarbij domineren vijf stoffen die samen 78 procent van de emissie uitmaken en 77 procent van het gebruik: terbuthylazin (herbicide in maïs), thiram (fungicide in groente- en fruitteelt), glyfosaat (totaalherbicide), metamitron (herbicide in bieten) en mancozeb (fungicide in aardappelen en andere teelten). Erosie zorgt bij alle middelen uitgezonderd het herbicide lenacil voor de meeste verliezen naar oppervlaktewater, gevolgd door directe verliezen. Voor een aantal stoffen zijn ook de verliezen door drainage aanzienlijk.

De emissie van het totaalherbicide glyfosaat is het grootst in het erosiegevoelige zuidelijk deel van Vlaanderen. Vooral in Zuid-Limburg vind je grote concentraties hoewel glyfosaat nog vaker ingezet wordt in de West-Vlaamse polders. "Maar in West-Vlaanderen hebben ze geen last van erosie waardoor die stof niet zo veel in het oppervlaktewater terechtkomt", verklaart Bart Van Besien van de Vlaamse Milieumaatschappij. "Door erosie spoelt immers niet alleen de grond weg, maar ook de stoffen die daar in zitten."

Bij metingen in Zuid-Limburg duiken ook andere producten op. In de buurt van Sint- Truiden is bijvoorbeeld BAM, een afbraakproduct van dichlobenil dat gebruikt werd in de fruitteelt en bij het onderhoud van aanplantingen, een probleem. Dichlobenil is al sinds 2008 verboden, maar de stof breekt traag af en zal nog zeker tien jaar teruggevonden worden in het ruwwater van de drinkwaterwinningen.

Meer info: Pesticidengebruik en -emissie naar oppervlaktewater

Bron: Belang van Limburg/eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek