Eerlijke melk, eerlijke prijs: Fairebel wil de sector veranderen
Reeks CoöperatiesIn een tijd waarin landbouwers vaak geconfronteerd worden met lage prijzen en onzekerheden, wil Fairebel een alternatief bieden. Het label van de coöperatie Faircoop, opgericht door een groep landbouwers, streeft naar een eerlijke prijs voor melk, fruit, vlees en duurzaamheid in de sector. Tanja Van Poekce, melkproducente bij Fairebel, vertelt hoe de coöperatie het verschil maakt.
In 2025 heeft de VN het Internationale Jaar van de Coöperaties uitgeroepen. Dit jaar draait om het belang van coöperaties: organisaties waarbij leden samenkomen om gezamenlijke doelen te bereiken. Coöperaties komen in veel verschillende sectoren voor, zoals landbouw, energie en zorg, en helpen om dingen duurzamer, eerlijker en efficiënter te maken. In Vlaanderen spelen coöperaties een grote rol in het samenwerken tussen boeren, consumenten en andere partijen. In deze artikelenreeks kijken we naar hoe coöperaties werken, wat ze opleveren en welke uitdagingen ze tegenkomen in Vlaanderen.
Oorsprong van Fairebel
Fairebel werd opgericht in 2009, als reactie op de melkstaking en de lage prijzen waarmee de landbouwers kampten. “We hebben wekenlang betoogd, maar kregen geen reactie van de politiek of de retail. Daarom besloten we om een eigen merk op te richten, zodat we direct aan de consument konden verkopen”, vertelt Van Poecke, die een melkveehouderij runt in Laarne.
Fairebel verkoopt zijn producten niet in de retail, maar door degustaties door de landbouwers zelf, richt de coöperatie zich rechtstreeks tot de consument. Dit zorgt ervoor dat de consumenten niet alleen lokale en eerlijke producten kopen, maar ook bijdragen aan een duurzamer voedselsysteem.
We hebben wekenlang betoogd, maar kregen geen reactie van de politiek of de retail
Verschil met traditionele zuivelcoöperaties
Van Poecke benadrukt het verschil tussen Fairebel en traditionele coöperaties zoals Milcobel. “Wij kijken naar wat de landbouwer nodig heeft om een eerlijk inkomen te verdienen. Dit zorgt ervoor dat we de melkprijs op basis van de werkelijke kosten én een eerlijk inkomen berekenen. Andere sectoren hebben een vast inkomen, maar bij ons verschilt de prijs elke maand. Dit maakt het voor boeren moeilijk en risicovol om langetermijnbeslissingen te nemen.”
Een ander verschil is de structuur van Fairebel. Waar andere coöperaties vaak door managers worden geleid, heeft Fairebel een raad van bestuur met eigen melkveehouders, vleesveehouders en fruittelers. Zelfs een consument is lid van de raad van bestuur. “Onze voorzitter en CEO is ook een melkveehouder, wat zorgt voor een directe connectie tussen de coöperatie en de boeren”, vertelt Van Poecke. “Daardoor worden de beslissingen altijd in het belang van de landbouwers en coöperanten genomen.”
Wij kijken naar wat de landbouwer nodig heeft om een eerlijk inkomen te verdienen
Winstverdeling: aandelen en melkprijs
De winst van Fairebel wordt verdeeld op basis van het aantal aandelen dat een melkveehouder bezit. “Als je tien aandelen hebt, krijg je minder dan iemand die 500 aandelen heeft. Dit verschil in aandelen maakt dan weer een verschil bij beslissingen tijdens de algemene vergadering. Iedere stem weegt even zwaar bij het nemen van beslissingen. In 2020, toen de melkprijs net als de kosten plots enorm steeg, kregen leden alsnog 7,50 euro per aandeel. Dit systeem zorgt ervoor dat melkveehouders evenredig gecompenseerd worden op basis van de marktprijs en hun investering.
Duurzaamheidsinitiatieven van Fairebel
Fairebel trekt de kaart van duurzaamheid, zowel in de melkproductie als in de verwerking. “Onze melkveehouders zorgen voor de dieren en het milieu, en wij streven ernaar om dit op een verantwoorde manier te doen. Wij geloven dat eerlijke prijzen en transparantie in de keten bijdragen aan een duurzamer voedselsysteem”, zegt Van Poecke.
Het model van Fairebel heeft ook invloed op de bredere zuivelsector. “Bij Fairebel wordt niet onderhandeld over prijs – elke retailer koopt aan dezelfde prijs. Bovendien weet de retail ook dat onze prijzen niet fluctueren, zoals dit bij anderen wel het geval is. Wanneer de prijs voor de landbouwer stijgt, wordt ons tekort kleiner. Daalt de prijs, dan verlagen we onze verkoopprijs niet, omdat dit het tekort voor de landbouwers alleen maar zou vergroten. Dat verschil halen we uit de verkopen van onze Fairebel-producten”, legt Van Poecke uit.
Bij Fairebel koopt elke retailer aan dezelfde prijs
De invloed van de stikstofregulering
De Oost-Vlaamse geeft aan dat de veranderende regelgeving rond stikstof en duurzaamheid invloed heeft op de landbouwsector, maar dat Fairebel hier niet rechtsreeks op inzet. “De overheden en afnemers zorgen voor meer dan voldoende regelgeving. Bij Fairebel proberen we ervoor te zorgen dat de landbouwer hier aan kan voldoen door een eerlijke prijs te krijgen voor zijn producten. Strengere regels betekenen voor boeren meer (administratieve) verplichtingen, maar in de landbouw wordt dat nooit gecompenseerd. Ons inkomen gelijk blijft of daalt zelfs. In andere sectoren worden deze extra kosten doorgerekend in de prijs van producten, maar in de landbouw is dat vaak niet het geval.”
“Door een eerlijke prijs te krijgen, kunnen wij investeren in duurzame technieken en bijvoorbeeld extra personeel aannemen”, vervolgt ze. “Bij veel landbouwbedrijven is dat zonder een eerlijke prijs echter niet haalbaar.”
Strengere regels betekenen meer verplichtingen, maar in de landbouw wordt dat nooit gecompenseerd
De toekomst van Fairebel
Fairebel blijft groeien en heeft ambitieuze plannen voor de toekomst. “We willen de waarden van Fairebel uitbreiden naar andere sectoren en producten. De veranderende regelgeving rond duurzaamheid en stikstof heeft invloed op onze werking, maar we blijven streven naar een eerlijke prijs voor de boeren en een duurzamer voedselsysteem”, aldus Van Poecke.
Fairebel wil een belangrijke speler blijven in de zuivelsector en een voorbeeld zijn voor andere coöperaties. “Onze ambitie is om de landbouwsector opnieuw in balans te brengen en ervoor te zorgen dat melkveehouders een eerlijke beloning krijgen voor hun werk”, besluit Van Poecke.