Internationaal Jaar van de Coöperatie: Wat betekenen coöperaties voor de landbouw?
Reeks CoöperatiesCoöperaties vormen al decennialang een essentieel onderdeel van de landbouwsector. Dit jaar staat coöperatief ondernemen wereldwijd in de schijnwerpers want de Verenigde Naties hebben 2025 uitgeroepen tot het Internationaal Jaar van de Coöperaties. VILT duikt de komende vier weken in de wereld van deze ondernemingsvorm en hun impact op de landbouw.
In 2025 erkent de Verenigde Naties de kracht en impact van coöperaties wereldwijd met het Jaar van de Coöperaties. Deze unieke ondernemingsvorm, waarin samenwerking en gedeeld eigenaarschap centraal staan, speelt een cruciale rol in diverse sectoren – van landbouw en energie tot zorg en financiën.
De komende vier weken duikt VILT dieper in de wereld van coöperaties. We ontkrachten misvattingen, brengen inspirerende portretten van bekende en minder bekende coöperaties uit de landbouwsector en belichten de uitdagingen en kansen binnen dit model. We trappen de reeks af met een duidingsstuk dat uitlegt welke rol coöperaties spelen in de landbouwsector.
In december 2023 keurde de Algemene Vergadering van de VN een resolutie goed om in 2025 extra aandacht te besteden aan coöperaties. Overheden en betrokken organisaties worden aangemoedigd om het belang van coöperatief ondernemen te benadrukken en hun bijdrage aan de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) te onderstrepen. Ook in 2012 werd een gelijkaardig initiatief genomen, wat destijds leidde tot een grotere bewustwording over de rol van coöperaties in duurzame economische ontwikkeling.
De geschiedenis van coöperaties
De oorsprong van coöperaties gaat eeuwen terug. Zo bundelden melkproducenten in Frankrijk in de 14deeeuw hun krachten om gezamenlijk kaas te produceren. In de moderne geschiedenis wordt de coöperatieve beweging vaak gekoppeld aan de oprichting van de ‘Vereniging van Rechtvaardige Pioniers van Rochdale’ in Engeland in 1844. Een groep van 28 wevers richtte toen een coöperatieve winkel op die kwaliteitsproducten tegen betaalbare prijzen aanbood. Hoewel coöperatieve principes al eerder bestonden, ontwikkelden de Rochdale-pioniers een model dat wereldwijd navolging kreeg.
Coöperaties verspreidden zich snel over Europa en daarbuiten. Ook in België ontstonden in de 19de eeuw de eerste coöperatieve initiatieven. Eén van de bekendere in ons land ontstond in 1880 in Gent met de socialistische coöperatie ‘De Vooruit’. Die groeide uit tot een invloedrijke organisatie met duizenden vennoten. Aanvankelijk begon Vooruit als een coöperatieve bakkerij, maar die breidde al snel uit naar kruidenierswaren, slagerijen en kledingwinkels. Daarnaast had de beweging een uitgesproken sociaal engagement en fungeerde ze als ontmoetingsplaats voor de arbeidersklasse.
Naast de socialistische coöperaties kende België ook christelijke coöperaties. Een voorbeeld is ‘De Welvaart’, actief in West-Vlaanderen, die naast economische activiteiten ook sterk inzette op sociaal-culturele ontplooiing.
Ook in de landbouwsector kreeg de coöperatieve gedachte voet aan de grond. In 1890 werd de Boerenbond opgericht als een christelijk geïnspireerde landbouwcoöperatie. In de decennia die volgden, kenden coöperaties in België een sterke groei, met bloeiperiodes in de eerste helft van de 20ste eeuw. Financiële coöperaties en de distributiesector speelden hierin een belangrijke rol.
In de jaren 1960 en 1970 kregen veel consumentencoöperaties het echter moeilijk door de opkomst van grootschalige supermarkten. In België groeide geen sterke coöperatieve supermarkttraditie, anders dan in Zwitserland waar Coop en Migros het grootste marktaandeel hebben en nog altijd toonaangevend zijn.
Vanaf de jaren 1980 kende de coöperatieve sector een heropleving. Financiële coöperaties zoals Cera en P&V Verzekeringen groeiden uit tot de belangrijkste spelers (Cera werd al in 1892 opgericht, maar kende een belangrijke herpositionering in deze periode, red.). In de landbouwsector wonnen biologische en korteketencoöperaties aan populariteit, terwijl ook de hernieuwbare energiesector nieuwe coöperatieve initiatieven zag ontstaan. Vandaag blijven coöperaties een innovatief en veerkrachtig model dat inspeelt op economische en maatschappelijke uitdagingen.
Wat is een coöperatie?
Coöperaties onderscheiden zich van andere bedrijven doordat ze eigendom zijn van en bestuurd worden door de vennoten die ze bedienen. Dit model zorgt ervoor dat beslissingen niet uitsluitend op winst gericht zijn, maar ook de belangen van de vennoten en hun gemeenschap dienen. Vennoten kunnen klanten, werknemers of producenten zijn en hebben een gelijkwaardige stem in het beleid en de verdeling van de winst.
Coöperaties komen in diverse sectoren en vormen voor, maar delen gemeenschappelijke waarden zoals zelfhulp, democratie, gelijkheid en solidariteit. Ze zijn gebaseerd op ethische principes zoals eerlijkheid, openheid en sociale verantwoordelijkheid, waardoor ze zowel economisch als maatschappelijk een meerwaarde bieden.
Coöperaties hanteren zeven fundamentelen principes:
Vrijwillig en open lidmaatschap,
democratische controle door de vennoten,
economische participatie,
autonomie en onafhankelijkheid,
educatie en informatievoorziening,
samenwerking tussen coöperaties,
betrokken bij de gemeenschap.
Daarnaast bestaan er vier types coöperaties:
Werkerscoöperaties: bedrijven waarbij werknemers mede-eigenaar zijn,
ondernemingencoöperaties: samenwerkingen tussen zelfstandigen of bedrijven,
consumenten- en burgercoöperaties: ondernemingen eigendom van de consumenten zelf,
multistakeholdercoöperaties: ondernemingen waarin meerdere belanghebbenden participeren.
Coöperaties in de Vlaamse landbouw
In Vlaanderen spelen coöperaties een sleutelrol in verschillende landbouwsectoren. Enkele bekende voorbeelden uit de groente- en fruitsector zijn BelOrta, Coöperatie Hoogstraten en REO. Ook in de zuivelsector is het coöperatieve model goed vertegenwoordigd, met Milcobel als prominente speler, waarbij duizenden melkveehouders zijn aangesloten. Ook Boerenbond en Arvesta, die voortkomen uit de coöperatieve traditie, blijven een invloedrijke rol spelen.
Naast deze grote spelers zijn er kleinere gespecialiseerde coöperaties, zoals biologische landbouwcoöperaties en enkele korteketeninitiatieven. Deze initiatieven richten zich op duurzame landbouw en directe verkoop aan consumenten, wat alternatieven biedt voor grootschalige afzetmodellen.
Coöperaties beperken zich echter niet tot de productie en verkoop van landbouwproducten. Er bestaan ook samenwerkingsverbanden rond landbouwmachines, waarbij boeren gezamenlijk investeren in dure machines. Dit verlaagt de kosten en verhoogt de efficiëntie, wat vooral voor kleinere landbouwbedrijven een grotere meerwaarde biedt. Daarnaast zijn er coöperaties die zich richten op de gezamenlijke aankoop van zaden, veevoeder en meststoffen, waardoor landbouwers kosten kunnen drukken en duurzame keuzes kunnen maken.
Voordelen en uitdagingen van landbouwcoöperaties
Het lidmaatschap van een coöperatie biedt landbouwers tal van voordelen. Door samen te werken, kunnen boeren hun onderhandelingspositie versterken en betere prijzen bedingen bij afnemers. Bovendien helpt het coöperatieve model om risico’s te spreiden, bijvoorbeeld bij prijsschommelingen of mislukte oogsten. Veel coöperaties investeren in duurzaamheid en innovatie, wat bijdraagt aan een toekomstbestendige landbouwsector. Daarnaast krijgen boeren via coöperaties toegang tot markten die ze individueel moeilijker zouden kunnen bereiken.
Ondanks de voordelen staan coöperaties voor uitdagingen. Schaalvergroting en globalisering zetten de markt onder druk, en interne besluitvorming kan bij grotere coöperaties complex worden. Daarnaast rijst de vraag in hoeverre grote coöperaties hun oorspronkelijke missie blijven volgen en voldoende democratisch blijven functioneren. Toch blijft het coöperatieve model een belangrijke en toekomstgerichte strategie voor een rendabele en duurzame landbouw.