Coöperatie geeft toekomst aan geitenboerderij ‘t Reigershof
Reeks CoöperatiesWat begon als een familiale geitenboerderij in De Haan groeide uit tot een coöperatie met dertig betrokken vennoten. 't Reigershof kiest bewust voor een lokaal, ecologisch en fair model. “Een coöperatie biedt niet alleen toekomstzekerheid, maar zorgt ook voor een enorme betrokkenheid bij onze boerderij”, klinkt het.
In 2025 heeft de VN het Internationale Jaar van de Coöperaties uitgeroepen. Dit jaar draait om het belang van coöperaties: organisaties waarbij leden samenkomen om gezamenlijke doelen te bereiken. Coöperaties komen in veel verschillende sectoren voor, zoals landbouw, energie en zorg, en helpen om dingen duurzamer, eerlijker en efficiënter te maken. In Vlaanderen spelen coöperaties een grote rol in het samenwerken tussen boeren, consumenten en andere partijen. In deze artikelenreeks kijken we naar hoe coöperaties werken, wat ze opleveren en welke uitdagingen ze tegenkomen in Vlaanderen.
De droom om ooit coöperatief te werken zat er bij Renaat Devreese al lang in. “Mijn vader was destijds ondervoorzitter van de coöperatie Inco, de voorloper van Milcobel. Coöperaties zijn me dus niet vreemd”, vertelt hij. Toen hij in 1987 begon, wilde hij de volledige keten zelf in handen houden: van de voeders produceren tot melken, kaas maken en verkopen. Maar de droom bleek zwaar om alleen te dragen. “Je bent zeven dagen op zeven bezig. Melken, kazen maken, verkopen… Op den duur was het geen vrijheid meer, maar voelde het aan als een gevangenis.”
Het idee om de keten in eigen handen te houden, bleef. Alleen niet langer als met z’n tweeën, maar samen met anderen. Bier jaar geleden richtte de familie een coöperatie op, eerst volledig binnen de familie. Vorig jaar werd die opengetrokken. “Tijdens ons boerderijfeest – 25 jaar biologisch – hebben we de coöperatie opengesteld. Sindsdien kunnen ook vrienden, klanten en sympathisanten vennoot worden.”
Betrokkenheid en gedeelde verantwoordelijkheid
't Reigershof telt vandaag 30 coöperanten. “We hebben drie types vennoten: A-vennoten zijn de stichtende leden, B-vennoten werken mee op de boerderij en C-vennoten zijn de stille vennoten. Dat zijn vaak klanten of sympathisanten die aandelen kopen en ons financieel én moreel steunen.”
Voor Renaat betekent het coöperatief model vooral dat hij zich meer gedragen voelt. “Vroeger voelde ik me als boer vaak alleen. Nu weet ik: als het goed gaat, dragen we het samen, en als het slecht gaat ook. Dat is een enorm verschil.”
Eén stem per vennoot
Inspraak is belangrijk in de werking. “Jaarlijks organiseren we een algemene vergadering. Daar leggen we de cijfers en plannen op tafel. Iedereen heeft stemrecht, ongeacht het aantal aandelen. Zo kan niemand het bedrijf zomaar overnemen.”
De samenwerking levert vaak ook nieuwe inzichten op. “Soms komen mensen een dag meewerken of met frisse ideeën waar we zelf nog niet aan gedacht hadden.”
Vroeger voelde ik me als boer vaak alleen. Nu weet ik: of het nu goed of slecht gaat, we dragen het samen. Dat is een enorm verschil
Bouwsteen voor de toekomst
De coöperatie maakt de toekomst van de boerderij duurzamer en sterker, ook financieel. “De overdacht van een boerderij is zwaar. Door te werken met vennoten, spreiden we dat risico”, legt Renaat uit. Ook op vlak van ecologie en dierenwelzijn voelt hij de meerwaarde. “Onze klanten kijken mee en wijzen ons soms op zaken rond milieu of zorg. Dat dwingt ons om constant stappen verder te zetten.”
Er zijn ook concrete plannen. “We schakelen verder door naar biodynamisch (biologische teeltmethode met extra aandacht voor bodemvruchtbaarheid, kringlopen en natuurlijke preparaten, red.). En we blijven inzetten op het uitdragen door educatie en cultuur. Dat staat zelfs in onze statuten”, vertelt Renaat. Zo worden er infoavonden en een coöperantendag georganiseerd. “We willen onze vennoten echt betrekken, maar zonder verplichtin
Uitdagingen bij de overgang
De grootste uitdaging in de overgang van een familiebedrijf naar een coöperatie? Communicatie. “In een familiebedrijf begrijp je elkaar met een blik. Nu moeten we alles uitleggen. Dat vraagt tjd, maar is ook verrijkend”, zegt Renaat.
De boerderij kreeg begeleiding via een pilootproject van BioForum, gericht op interne samenwerking. “Daar hebben we tools geleerd om vlot en zelfsturend te werken. Iedereen heeft nu een duidelijke taak en we vergaderen wekelijks en maandelijks.”
In een familiebedrijf begrijp je elkaar met een blik. Nu moeten we alles uitleggen. Dat vraagt tjd, maar is ook verrijkend
Open blik op de toekomst
’t Reigershof kijkt ambitieus vooruit. “We sluiten niet uit dat we ooit met meerdere boerderijen onder één coöperatie werken. Dat geeft nog meer slagkracht.” In de statuten staat al ruimte voor nieuwe activiteiten zoals zorg en educatie. “We willen een diverse boerderij zijn, zolang het past binnen onze visie.”
Volgens Renaat is het coöperatieve model de toekomst van de landbouw. “Het klassieke familiale model is vaak te zwaar geworden. Maar samen een boerderij dragen, dat werkt. En dat voelen onze coöperanten ook. Die betrokkenheid, dat is onbetaalbaar.”