Duurzaam is voor boer én burger vooral 'eerlijke prijs'
nieuwsNiet eerder hebben landbouwers in binnen- en buitenland met zoveel volharding actiegevoerd voor betere prijzen. Maandenlang op dezelfde nagel kloppen, heeft resultaat of hoe verklaar je anders dat de consument prioriteit geeft aan ‘een eerlijke prijs voor boeren’ wanneer het over duurzaamheid gaat. In de enquête van Bayer CropScience wordt de winkelprijs pas op de vierde plaats gerangschikt, na voedselveiligheid en milieu-impact. Boerenbond keek uit naar de resultaten van deze unieke enquête bij boeren én burgers en hecht er uiteraard veel belang aan dat het economisch luik van duurzaamheid bij de beide partijen de bovenhand haalt. Ook bij Bayer reageerde men aangenaam verrast omdat de consument duurzaamheid niet alleen meer met milieudruk associeert.
Ligt de Vlaamse landbouwer wakker van duurzaamheid? Dat is de eerste vraag in verband met duurzaamheid die beantwoord wordt door de enquête van Bayer CropScience bij 900 Vlaamse landbouwers en 1.000 Belgische consumenten, waarvan 600 Vlamingen. Een grote meerderheid (88%) van de landbouwers erkent dat duurzaamheid een noodzaak is. En iets meer dan zes op de tien landbouwers geloven dat de focus in de toekomst nog sterker zal liggen op verduurzaming. Daartegenover staat een kleine minderheid (9%) die het helemaal geen prioriteit vindt. Marc Sneyders, hoofd duurzaamheid bij Bayer CropScience België, verwoordde hun gevoelens als volgt: “Zij vinden dat er al genoeg gebeurd is om de landbouw te verduurzamen en vinden dat iedereen hen nu op de nek zit.”
In de enquête mogen de landbouwers het ‘containerbegrip’ duurzaamheid ontleden. Voor hen betekent het eerst en vooral een eerlijke prijs voor landbouwproducten, gevolgd door voedselveiligheid, dierenwelzijn en een lagere milieudruk door landbouw. Opvallend is dat ook de consument ‘een eerlijke prijs voor de boeren’ op de eerste plaats zet. Dit geeft volgens Bayer aan dat de gemiddelde Vlaming veel meer belang hecht aan andere factoren die betrekking hebben op de productie van zijn voedsel dan aan de uiteindelijke prijs in de rekken. Aan een hogere prijs in de winkel koppelen ze wel één belangrijke voorwaarde: de boer moet er zelf beter van worden.
Meer inspanningen op het vlak van duurzaamheid zijn volgens de ondervraagde landbouwers mogelijk, mits concrete stimuli. De belangrijkste is financiële steun van de overheid, gevolgd door meer informatie en kennis over de ervaringen van andere landbouwers en tot slot ook concrete niet-financiële ondersteuning bij het implementeren van maatregelen. Anderzijds is 12 procent van oordeel dat ze al genoeg doen. Zij zijn niet overtuigd van het nut van extra maatregelen in het kader van verduurzaming.
Uit de antwoorden van de landbouwers onthoudt Marc Sneyders dat dialoog en kennisdeling essentieel zijn om landbouw een ‘duurzame impuls’ te geven en boeren zelf aangeven dat ze daar nood aan hebben. Bayer probeert dat te faciliteren met kennis- en demonstratieplatforms. Het uithangbord in ons land is de ‘Bayer Forward Farm’ in Huldenberg, een actief akkerbouw- en fruitteeltbedrijf dat in samenwerking met de toeleverancier experimenteert met duurzame landbouwtechnieken.
Sneyders: “Samen met de broers Jan en Josse Peeters implementeren we nieuwe tools en technieken. Dat vraagt veel tijd en energie maar we zijn overtuigd van onze aanpak. De oorspronkelijke opzet was vooral om beleidsmakers te laten kennismaken met de landbouwpraktijk maar dat is uitgebreid naar alle andere stakeholders. Daarom worden de bevindingen in Huldenberg gedeeld met de landbouwsector, opende Hof ten Bosch zijn deuren voor het grote publiek tijdens Dag van de Landbouw en ontvingen we hier al de duurzaamheidsverantwoordelijken van grote voedingsbedrijven en warenhuisketens.”
De resultaten van de enquête sluiten nauw aan bij de visie van Bayer CropScience op duurzaamheid in de landbouw. Carsten Dauster, hoofd van Bayer CropScience Benelux, zegt daarover: “Wij streven naar een evenwicht tussen het verhogen van de productiviteit enerzijds en een milieuvriendelijke aanpak en het opnemen van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid anderzijds.” Sneyders voegt daar nog aan toe dat de landbouw zich moet ontwikkelen alvorens een land verder kan geraken. Hij herinnert aan de jaren ’70, toen een kwart van het salaris van de Belgen opging aan voedsel. Nu is dat nog 12 procent en gaat er meer geld naar bijvoorbeeld onderwijs en sociale zekerheid.