nieuws

Doelstelling habitat- en vogelrichtlijn nog veraf

nieuws
Op vraag van Europa engageerde Vlaanderen zich om tegen 2020 het verlies van biodiversiteit te stoppen. Op die manier moet het uitsterven van wilde soorten beperkt worden en moet ook de staat waarin ecosystemen verkeren drastisch verbeteren. Uit een nieuwe tussentijdse balans die het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) opmaakte, blijkt dat wat de uitvoering van de habitat- en vogelrichtlijn betreft, er nog een lange weg te gaan is. Slechts 15 procent van de soorten die vermeld staan in de Habitatrichtlijn heeft een gunstige staat van instandhouding, en de instandhoudingsdoelstellingen voor broedvogels van Europees belang worden voor drie van de 20 soorten gehaald.
10 november 2015  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:32
Lees meer over:

Op vraag van Europa engageerde Vlaanderen zich om tegen 2020 het verlies van biodiversiteit te stoppen. Op die manier moet het uitsterven van wilde soorten beperkt worden en moet ook de staat waarin ecosystemen verkeren drastisch verbeteren. Uit een nieuwe tussentijdse balans die het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) opmaakte, blijkt dat wat de uitvoering van de Habitat- en Vogelrichtlijn betreft, er nog een lange weg te gaan is. Slechts 15 procent van de soorten die vermeld staan in de Habitatrichtlijn heeft een gunstige staat van instandhouding, en de instandhoudingsdoelstellingen voor broedvogels van Europees belang worden voor drie van de 20 soorten gehaald.

De realisatie van de Europese biodiversiteitsdoelstellingen is geen makkelijke klus. Bedoeling is het biodiversiteitsverlies tegen 2020 te stoppen, maar dat einddoel is nog lang niet binnen handbereik, zo blijkt uit een nieuwe tussentijdse evaluatie van de natuurindicatoren door het INBO. Eén van die streefdoelen is het uitvoeren van de Habitat- en Vogelrichtlijn. “Meer dan de helft van de soorten vermeld in de bijlagen van de Habitatrichtlijn bevindt zich in een zeer ongunstige staat van instandhouding”, zo klinkt het. Daarnaast hebben nog tien soorten (16%) een matige staat van instandhouding en is voor zes soorten (10%) de status ongekend. Met ongeveer 15 procent van de soorten gaat het wel prima, zij hebben een gunstige staat van instandhouding. 

Wat de instandhoudingsdoelstellingen voor broedvogels van Europees belang betreft, worden de doelstellingen voor drie van de 20 soorten gehaald. Voor zes soorten is de populatie nog tot 50 procent verwijderd van het doel, voor de andere 11 soorten blijft de afstand zeer groot, tussen 50 en 100 procent van het doel. Van de watervogels van Europees belang hebben zeven van de 20 soorten de instandhoudingsdoelstellingen gehaald en voor drie soorten is de afstand tot deze doelen relatief klein (minder dan 10 procent). Voor negen soorten is de afstand aanzienlijk groter, variërend van 34 procent tot 74 procent.

De habitats dan. Drie kwart bevindt zich in een “zeer ongunstige staat” van instandhouding. Voor 17 procent van de habitats is de staat van instandhouding matig ongunstig. En alle watergebonden habitats krijgen een zeer ongunstige beoordeling. Van de 2.101 soorten op de gevalideerde Rode Lijsten, zijn 146 soorten de laatste 100 jaar uit Vlaanderen verdwenen. Van de overige geëvalueerde 1.955 soorten zijn ongeveer één op vier ‘ernstig bedreigd’, ‘bedreigd’ of ‘kwetsbaar’. “Ze zijn sterk achteruit gegaan en/of hebben een kritisch niveau bereikt waardoor de soort op het punt staat te verdwijnen uit Vlaanderen”, aldus INBO.

Om de soorten en habitats van de Habitat- en Vogelrichtlijn doeltreffender te kunnen beschermen werden in Vlaanderen 24 Vogelrichtlijngebieden en 38 Habitatrichtlijngebieden vastgesteld. Die gebieden vormen samen het Natura 2000-netwerk van ‘speciale beschermingszones’ (SBZ). De totale oppervlakte Natura 2000 bedraagt 166.322 hectare en neemt ongeveer 12,3 procent van de Vlaamse landoppervlakte in. Voor elk van deze SBZ werden gebiedseigen instandhoudingsdoelen (S-IHD) opgesteld. Medio 2015 zijn er van de 41 op te stellen S-IHD rapporten 36 definitief goedgekeurd door de Vlaamse regering. In heel wat SBZ zijn al meerdere jaren IHD-gerichte maatregelen in uitvoering.

Om de verdere achteruitgang van bedreigde soorten te stoppen, zijn ook door de Vlaamse overheid allerlei maatregelen opgesteld. In het verleden werden er, prioritair voor de soorten van internationaal belang, 18 specifieke soortbeschermingsplannen opgesteld. Vanaf 2011 zijn die vervangen door soortbeschermingsprogramma’s die het Agentschap Natuur en Bos kan (laten) opmaken via het Soortenbesluit. In totaal zijn er 11 soortbeschermingsprogramma’s in opmaak en/of opgestart.

Meer info: INBO Natuurindicatoren 2015

Beeld: Natuurpunt Bree

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek