nieuws

"Dioxinecrisis blijft smet op ons blazoen"

nieuws
"De dioxinecrisis blijft een smet op ons blazoen, hoewel we er geen schuld aan hadden". Dat vindt de gedelegeerd bestuurder Philippe Debaillie van veevoederbedrijf De Brabander in Roeselare. Hij volgt met meer dan gewone aandacht het proces rond vetsmelter Verkest, dat deze week in Gent van start ging. De bal ging destijds aan het rollen nadat bij De Brabander dioxines in het veevoeder werden gevonden.
5 september 2008  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:05
"De dioxinecrisis blijft een smet op ons blazoen, hoewel we er geen schuld aan hadden". Dat vindt de gedelegeerd bestuurder Philippe Debaillie van veevoederbedrijf De Brabander in Roeselare. Hij volgt met meer dan gewone aandacht het proces rond vetsmelter Verkest, dat deze week in Gent van start ging. De bal ging destijds aan het rollen nadat bij De Brabander dioxines in het veevoeder werden gevonden.

Begin 1999 kreeg De Brabander Voeders gesmolten dierlijk vet van vetsmelterij Verkest uit Deinze. Achteraf bleek het om een mengsel van dierlijk en technisch vet te gaan. Daardoor kwamen pcb's en dioxines in de voedselketen terecht. "We stelden bij onze klanten belangrijke legdalingen bij leghennen vast", blikt Philippe Debaillie terug op die donkere periode.

"Omdat we vermoedden dat er iets niet pluis was, startten we analyses. We wisten echter niet wat we zochten. Daarom duurde het een tijdje voor we de dioxines op het spoor kwamen. Dankzij die dure en vele analyses brachten we wel de dioxines en uiteindelijk de hele dioxinecrisis aan het licht. We waren als het ware de 'uitvinders' van de dioxine. Aanvankelijk kregen we, geheel onterecht, de zwarte piet toegeschoven. In werkelijkheid, en dat is later ook gebleken, waren we een van de grootste gedupeerden".

Voor het gesjoemel met de vetten staan vader en zoon Verkest uit Deinze en de zaakvoerders van het Waalse bedrijf Fogra, dat de gecontamineerde vetten in Waalse containerparken ophaalde, in Gent terecht. De Brabander Voeders stelt zich tijdens het proces in Gent burgerlijke partij en vraagt een schadevergoeding van 7,7 miljoen euro. "De hele dioxinecrisis had voor ons zeer zware financiële gevolgen", legt Philippe Debaillie uit. "We verloren klanten, ons imago werd onterecht besmeurd, we voerden veel en dure analyses uit. Van de overheid kregen we geen geld. Integendeel, we moesten nog een bijdrage leveren aan het dioxinefonds".

De naweeën van de dioxinecrisis laten zich bij De Brabander elk jaar minder voelen. "Maar het blijft een zwarte bladzijde", vindt de gedelegeerd bestuurder. "Ik verwacht van het proces dat we toch enige schadevergoeding zullen krijgen. Het enige positieve gevolg van de hele dioxinecrisis is dat er een groter kwaliteitsbewustzijn is gekomen en een mooi uitgewerkt controlesysteem".(KS)

Bron: Het Laatste Nieuws

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek