Zo wil Demir stikstofakkoord bijsturen

De verwerking van de bezwaren in het kader van het openbaar onderzoek over het stikstofakkoord is gefinaliseerd. Vrijdag komt een nota op de Vlaamse regering waarin minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) voorstelt op welke punten ze wil bijsturen. Het werk van de rode lijst is daarbij te herdoen en er wordt meer gekeken naar stikstofreductie op bedrijfsniveau. Het parlement komt pas aan zet nadat het programmadocument in de regering is afgeklopt.

21 december 2022  – Laatste update 24 december 2022 9:39
Lees meer over:
zuhal demir vlaams parlement

In totaal waren er 15.211 unieke reacties op het openbaar onderzoek. 675 petitites brengen het totaal aantal reacties boven de 20.000 . Ook 192 Vlaamse steden en gemeenten en de provincies West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant formuleerden een advies. De verwerking van de inspraken gebeurde onder coördinatie van het Departement Omgeving (coördinatieteam PAS) en werd opgevolgd door de Taskforce PAS met daarin leidende ambtenaren van verschillende Vlaamse instanties zoals ANB, VLM en Landbouw&Visserij.

De Taskforce maakt nu een antwoordnota die aangeeft op welke manier rekening is gehouden met de inspraak uit het openbaar onderzoek en de gemaakte keuzes in de definitieve PAS motiveert. “Deze nota kan pas gefinaliseerd worden na de politieke besluitvorming”, klinkt het. De volgende stap is een programmadocument dat dan nadien in decreten moet gegoten worden. Op een aantal punten wil Demir nu haar stikstofakkoord bijsturen.

Piekbelasters

Eerder al was bij de N-VA te horen dat de rode lijst op basis van gegevens uit 2015 juridisch gammel zou worden. Daarom wil Demir niet meer werken met een gesloten lijst van piekbelasters. Er zou wel een decreet moeten komen met daarin een lijst met “eenduidige, objectiveerbare criteria om een bedrijf als piekbelaster te identificeren.”

De berekeningen zouden daarbij gebaseerd zijn op de meest actuele gekende toestand. 2025 wil Demir behouden als datum voor stopzetting van de bedrijven die in 2015 als piekbelaster werden geïdentificeerd. Bedrijven die op basis van de actuele criteria moeten stoppen, kunnen na 2025 hun lopende vergunning uitdoen, of moeten stoppen tegen uiterlijk 2030 of bij het aflopen van hun vergunning. Ook komt er de mogelijkheid voor rode bedrijven om hun bedrijfsvoering om te schakelen in functie van natuurbeheer. Daarvoor komt er begeleiding. Dat was een belangrijke eis van de Open VLD.

Emissiereductie veehouderij

De ambities van het oorspronkelijke stikstofakkoord worden aangehouden, wel wil Demir de manier waarop emissiereducties kunnen doorgevoerd worden, beter uitwerken. Zo wil ze een methodiek ontwikkelen om te komen tot een ‘PAS-referentie 2030’ op bedrijfsniveau in plaats van op stalniveau. Concreet betekent dit op bedrijfsniveau het toepassen van de sectorreducties G8 uitgaande van de mestbankaangifte van referentiejaar 2015. Voor varkens- of kippenbedrijven zou de doelstelling van 60 procent reductie dus niet langer op stalniveau, maar op bedrijfsniveau bekeken worden.

Vergunningsaanvragen die op basis van de ‘PAS-referentie 2030’ de doelen halen voor een specifieke bedrijfssituatie, kunnen dan gunstig passend beoordeeld worden.

Nulbemesting en NER’s

Voor de nutriëntenemissierechten (NER’s) wil Demir geen aanpassingen. “De voorziene vergoedingen zijn deugdelijk. De vergoeding van 1 euro is gebaseerd op de boete die men moet betalen per overschreden NER”, klinkt het. Wel zal de nulbemesting in VEN-gebieden via het nieuwe MAP moeten geregeld worden.

Beoordelingskader vergunningverlening

Aan de principes en uitgangspunten van de kaders komen er geen fundamentele aanpassingen. Wel moet er meer duidelijkheid komen over hoe de individuele passende beoordeling er moet uitzien. Ook moet er een PAS-maatregel komen op maat van grondgebonden, circulaire veehouderijen met een maximaal gesloten stikstofhuishouding. “Deze PAS-maatregel bouwt verder op reeds bestaande managementmaatregelen in de veehouderij, en breidt die uit met criteria inzake eigen ruwvoederproductie, het gebruik van lokale reststromen, een maximale veebezetting per hectare beschikbare grond en het niet-gebruik van kunstmest”, klinkt het.

Voor de industriële emissies wordt het kader verder bijgeschaafd. Zo komt er meer onderbouwing van de "de minimis"-drempel van 300 gram stikstof per hectare, al klinkt het in de wandelgangen dat dit nog altijd niet tegemoet komt aan de nieuwe rechtspraak van het Broeklin-arrest. Ammoniak die het gevolg is van deNox-installaties zou nog altijd volgens de industriële significantiekaders beoordeeld blijven worden.

Uitkoopregeling

Uit het openbaar onderzoek blijkt dat meer bedrijven toegang willen tot de vrijwillige uitkoopregeling voor varkenshouders. De koppeling aan de impactscore wil Demir niet loslaten, ook al had ze daar op gealludeerd tijdens haar tour langs de provincies bij ABS. “In geval van onderbenutting van het voorziene budget, kan overwogen worden om ook bedrijven met een lagere impactscore toe te laten. Een andere, allicht betere optie is om extra uitkoopmogelijkheden te koppelen aan het MAP, zodat gericht kan ingegrepen worden in gebieden waar de waterkwaliteitsproblematiek structureel problematisch is”, luidt het in de nota.

Ook de uitkoopregeling voor de oranje bedrijven wordt niet uitgebreid. Dat zou een grote kost zijn voor weinig depositiewinst. In het Turnhouts Vennengebied zou het flankerend beleid dan weer worden opgestart door een inrichtingsnota. “Maatregelen zoals gevraagd door de intendant omvatten onder andere toegang tot het flankerend beleid voor alle bedrijven in de perimeter en een sterke inzet van een grondenbank door VLM.”

Perspectief na 2030

De nood aan bijkomende emissiereducties na 2030 moet het voorwerp worden van een nieuw PAS-programma. Na 2030 wil Demir wel inzetten op een hervorming van het NER-instrumentarium zoals geadviseerd in de nota van het expertenpanel. Daarmee moet een meer lokale aanpak mogelijk worden.

In de conclusies van de non-paper staat de vraag om een uitvoeringsbesluit te nemen zonder advies van de Raad van State. Op Twitter verduidelijkt het kabinet Demir dat het niet de bedoeling is dat het stikstofakkoord niet langs het parlement of de Raad van State passeert. Uit de besluitvorming van de regering moet een zogenaamd “programmadocument” volgen. Zo’n programmadocument heeft geen wetgevend statuut en moet nadien omgezet worden in decreten, die dan aan de Raad van State kunnen voorgelegd worden.

"Het decretaal werk voor de uitvoering van het stikstofakkoord is inherent verbonden aan een passage bij de Raad van State en het parlement. Net als het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid overigens het parlement en de raad van State niet passeert, maar eventuele decreten of wetgeving die daaruit volgen wel", meldt woordvoerder Andy Pieters aan onze redactie.

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek